23

531 32 0
                                    

Meteen toen Agatha de kamer uit was begonnen de Venatores te praten. Ze waren teleurgesteld. ".....ze had hem moeten vermoorden." "......we hebben hem nu."  "........hij moet dood." Ik ving flarden van het gesprek op. Ik schudde vol afschuw mijn hoofd. Ik sloot mijn ogen en probeerde de stemmen te negeren. Ineens haalde een koude hand me uit mijn gedachten. Ik opende mijn ogen en keek recht in de blauwe ogen van Jonathan. Ik rilde. Zijn koude hand lag om mijn arm. 

Jonathan trok me mee. Ik struikelde bijna over m'n eigen voeten. Jonathan liep door de grote deuren, mij achter zich aan trekkend. Ik keek naar de grote trap voor me. Er waren twee trappen naar de volgende verdieping. De treden waren van zuiver wit marmer. De trapleuningen waren van hout. Jonathan trok me mee een smalle gang door, weg van de trappen. Het was er kil. Ik voelde elk haartje op mijn lichaam schreeuwen om warmte. Jonathan liep snel. Ik moest joggen om zijn pas bij te houden. Zijn hand omklemde mijn arm nog steeds. Ik probeerde me los te rukken, ik kon zelf ook wel lopen. Jonathan verstevigde zijn grip. Ineens draaide Jonathan zich om. Hij duwde me hard tegen de muur. 

De koude stenen prikten in mijn rug. Jonathan had zijn handen tegen de muur aangezet. Ik zat ingesloten in zijn armen. Hij boog zich dichter naar me toe. Mijn hart dreunde tegen mijn borstkas aan. Ik rilde. Jonathan streelde met zijn lippen mijn kaaklijn. Ik probeerde hem van me af te duwen. Mijn handen grepen zich vast aan zijn shirt. Ik duwde tegen zijn gespierde borstkas aan. Jonathan negeerde mijn gedrag. Zijn lippen vonden de mijne. Zijn lippen waren ijskoud. Hij duwde me dichter tegen de muur aan. Ik voelde zijn borst die tegen de mijne drukte. 'Zusje, zusje, mijn mooiste bruid.' Fluisterde Jonathan tegen mijn lippen. Ik voelde een koude rilling over mijn rug gaan. 'Jonathan nee.' Zei ik. Jonathan smoorde mijn zin. Hij drukte zijn lippen weer tegen de mijne. Hij zoende ruw, met kracht. Mijn knokkels werden wit. Jonathan's hand kwam van de muur af. Hij verplaatste zijn hand naar de holte in mijn rug. De stenen schuurden langs mijn rug. Jonathan's hand gleed onder mijn shirt. Ik voelde al mijn spieren aanspannen. Hij streelde met zijn duim mijn huid. Ik duwde nog een keer tegen zijn borstkas. Jonathan bewoog niet. Zijn andere hand lag inmiddels in mijn nek. Ik zat gevangen tussen zijn lichaam en de muur. Ik greep zijn shirt nog steviger vast. Ik duwde nog een keer hard tegen zijn borst. Jonathan haalde zijn lippen van de mijne af. Ik keek hem kwaad aan. Hij grijnsde. Zijn koude lippen raakten mijn nek. Hij gaf kleine kusjes van mijn nek naar mijn kaaklijn. 'Jonathan hou op.' Zei ik. Jonathan negeerde me glashard. Ineens hoorde ik het tikken van hakken. Jonathan leek het niet te merken. Het tikken kwam dichterbij. Jonathan's lippen gleden ondertussen naar mijn kaaklijn. Ik tilde mijn knie op en gaf Jonathan een knietje. Hij liet me al kermend los. Ik zag mijn kans en rende door de lange gangen. Ik hoorde Jonathan's kermende, vloekende stem steeds vager worden. 

Ik rende door een lange gang, aan het einde van de gang begon een andere gang, een kleine, smalle gang.  Ik aarzelde geen moment en liep door de gang. Misschien was Sebastian wel hier. Ik zag een dof licht knipperen aan het einde van de gang. Ik liep naar het licht toe en kwam in een grotere kamer terecht. Links en rechts van me stonden kooien. Met zilveren tralies. Ik schrok. Dit had ik eerder gezien. Ik liep langs de rijen kooien. Ik zag een meisje in een van de kooien zitten. Ze had blonde lange haren die over haar magere schouders viel. Ze had haar handen in elkaar gevouwen en haar ogen gesloten. Ze had haar hoofd naar boven gericht, naar de hemel. Ik voelde een traan over mijn wang glijden. Het meisje was hoogstens 13. Ik liep bijtend op mijn lip door. Toen zag ik hem zitten. Zijn bekende witblonde lokken die zilver leken in het maanlicht, zijn donkere wenkbrauwen... Sebastian. 

Ik rende naar de kooi toe en knielde. Sebastian zat in een hoek van de kamer met zijn handen in zijn haren. 'Sebastian.' Zei ik zachtjes. Sebastian draaide langzaam zijn hoofd. Zijn ogen werden groot. 'Claire?' Hij kroop naar de tralies toe. Ik wou hem zo graag aanraken, hem knuffelen, hem dicht bij me houden en nooit meer los laten. Maar de zilveren tralies hielden me tegen. Ik voelde een warme traan over mijn wang glijden. Sebastian stak zijn hand door de tralies. Zijn huid was op verschillende plekken verschroeid. Ik pakte zijn hand vast en verstrengelde zijn lange vingers door de mijne. Ik snikte. Sebastian streelde met zijn duim mijn hand. 'Ik dacht dat ze...., dat ze...' Snikte ik. Sebastian schudde zijn hoofd. 'Je moet hier weg Claire.' Zei hij. Ik schudde mijn hoofd. 'Nee, nee, ik wil bij je blijven Sebastian, ik hou van je.' Snikte ik. Sebastian keek me met waterige ogen aan. 'Claire, ik ben het niet waard. Echt niet. Ik ga dood.' Zei hij. Ik schudde wild mijn hoofd en voelde de tranen over mijn wangen stromen. 'Nee, ik krijg je hier uit, dat beloof ik.' Zei ik. Sebastian kneep in mijn hand. Ik keek in zijn vertrouwde geelbruine ogen. Er liep een traan over zijn wang. Ik keek naar de striemen op zijn gezicht. Ik haalde mijn neus op en veegde met mijn andere hand de tranen van mijn gezicht. Sebastian speelde met mijn vingers. 'Ik mis je Seb.' Mompelde ik. Sebastian knikte. 'Ik mis jou ook.' Mompelde hij. Ik drukte mijn wang tegen zijn hand aan. Zijn warmte overspoelde mijn lichaam. Ik keek naar de vertrouwde littekens op zijn huid. 'Wat doen ze hier met je?' Vroeg ik. Sebastian schudde zijn hoofd en knipperde met zijn ogen.  'Ze halen me elke middag op. Ik word naar de ring gebracht. Er zijn duizenden mensen, duizenden mensen die willen zien hoe de Venatores me naar het randje van de dood jagen.' Zei hij. Ik schudde verward mijn hoofd. 'Naar het randje van de dood?' Sebastian knikte. 'Ze martelen me net zo lang tot dat ik flauwval, ik op het randje van doodgaan sta.' Mompelde hij. Ineens hoorde ik het tikken van hakken. 


Bitten by an Alpha #1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu