4

1.3K 71 2
                                    

Ik werd wakker met knallende koppijn, alsof ik een kater had. Het bloed gonsde in mijn oren. Ik ging op de bedrand zitten en haalde het verband van mijn stekende schouder af. Ik keek naar de tand afdrukken, die wel paars leken. Het jeukte enorm, maar het bloedde niet meer. Ik gooide het doorweekte verband in de prullenbak en liep naar beneden. Toen ik langs de spiegel in de gang liep merkte ik pas dat ik mijn kleding van gisteravond nog aanhad, op mijn leren jasje na dan. Mijn haar zat alle kanten op en de klitten lachten me tegemoet. 'Claire, goedemorgen!' Zei mijn moeder meteen toen ik de keuken binnenkwam. Haar stem deed pijn aan mijn oren. Ik hoorde het suizen van het fornuis. 'Mam, praat niet zo hard alsjeblieft.' Zuchtte ik, terwijl ik me op een van de eetkamerstoelen liet vallen. 'Heb je gedronken?' Mijn moeder kwam naar me toe en voelde aan mijn hoofd. Ineens zag ze de wond op mijn schouder. 'Wat is dat?' Ze ging met haat vingers eroverheen. 'Niks mama, dat is niks.' Zei ik terwijl ik haar hand van mijn wond afduwde. 'Dat ziet er anders niet uit als niks.' Zei mijn moeder terwijl ze me waarschuwend aankeek. 'Mam, het was gewoon een hond die me heeft gebeten, meer niet. En ik heb ook niet gedronken.' Zuchtte ik terwijl ik een appel pakte. 'Nou, heb je de wond al verzorgt?' Mijn moeder kwam naast me zitten. 'Ja, gisteravond nog.' Ik nam een hap van de sappige appel. 'Oké, dan heb ik niks om me zorgen om te maken, en ga alsjeblieft douchen, je stinkt naar buitenlucht.' Zei mijn moeder terwijl ze haar neus optrok zoals ik het ook altijd deed. Ik gooide de appel in de prullenbak en rende naar de badkamer.

Het water prikte op mijn wond. De waterstralen liepen over mijn lichaam. Ik voelde alles van gisteren van me afglijden. Maar in mijn gedachten zat dat wel anders. Ik zag telkens de wolf weer voor me, zijn scherpe bebloede tanden. Zijn beet in mijn schouder.... Ik schrok van mijn moeder die geïrriteerd naar boven riep. 'Claire! Je staat al een halfuur in de douche! Het geld groeit me niet op de rug!' Ik draaide de kraan snel uit en rukte de handdoek die ik had klaargelegd van de handdoekhaak af. De handdoekhaak viel met een dreun op de grond. Ik fronste en wikkelde de handdoek om m'n haar heen en knoopte een andere handdoek om mijn lichaam. Ik legde de handdoekhaak op de wastafel en keek in de spiegel. Er zat een diepe snee in mijn wang en er zaten al kleine korstjes op.

Ik had me intussen aangekleed en liep de trap af. Ik had behoefte om naar Kayleigh te gaan, Laila zou vast geïrriteerd reageren omdat ik ineens weg was en panisch worden als ik haar vertelde over de wolf. Ik rukte mijn winterjas van de haak en keek de keuken in. 'Mam, ik ga even naar Kayleigh.' Ik trok mijn jas snel aan. 'Waar is je leren jasje? Die staat leuker bij je outfit.' Zei mijn moeder met een afkeurende blik. 'Mam, die is...ik ben hem kwijtgeraakt.' Ik zocht naar de juiste woorden. 'Kwijtgeraakt? Claire! Je weet hoe duur dat jasje was.' Zuchtte mijn moeder geïrriteerd. 'Sorry mam, maar ik moet nu echt gaan.' Ik rende de deur uit en sprong op mijn gammele fiets.

'Doe open, doe open!' Mompelde ik in mezelf. Kayleigh deed de deur op een kiertje open. Toen ze zag dat ik het was deed ze de deur verder open en keek me verward aan. 'Claire, ik verwachtte je hier niet..., is er iets?'  Ik frummelde aan het bont van mijn winterjas. 'Kom binnen.'  Zei Kayleigh ineens. Ik stapte naar binnen. Kayleigh greep ruw de mouw van mijn winterjas vast en trok me mee de trap op. Ze duwde me haar kamer binnen. 'Vertel.'  Zei ze terwijl ze me vanaf haar bureaustoel bekeek. Ze had mij op haar bed geduwd en was zelf op de bureaustoel gaan zitten. Ik twijfelde. Ik trok mijn jas uit en daarna mijn t-shirt. Mijn schouder ontblote zich. 'I-ik ben aangevallen op het feest.'  Zei ik. Kayleigh kwam met een serieus gezicht naar me toe lopen. Ze haalde haar zachte vingers over de wond. 'Dus daarom was je ineens weg....Laila zei dat je je niet lekker voelde en dat je daarom weg bent gegaan. Ze zei: "Die is vast met een jongen mee." '  Kayleigh's  vinger volgde het patroon van de wond. 'Het was een wolf.'  Ik pakte mijn shirt en trok hem weer aan. Kayleigh keek me fronsend aan. 'Een wolf? Die zijn er niet in Blackwood.'  Ze liep achteruit en zakte beduusd neer op haar bureaustoel. 'Maar..., je bent niet dood...'  Ik ging zitten en knikte. 'Hij probeerde me niet eens te vermoorden, hij duwde me omver en beet in m'n schouder. Daarna rende hij weg.'  Ik pakte een kussen van Kayleigh's bed. Er zaten allemaal lintjes aan. Ik maakte er knoopjes in van de zenuwen. 'Heb jij ooit eerder een wolf gezien in Blackwood? Je las er toch elke dag toen je jonger was?'  Kayleigh leunde met haar handen op haar knieën en keek me bedenkelijk aan. 'Nee, dat is het 'm juist. Ik ben s'  ochtends naar Blackwood geweest om te lezen. Toen heb ik de wolf voor het eerst gezien.'  Ik maakte nog een knoopje. Ik raapte al mijn moed bij elkaar en vertelde het verhaal aan Kayleigh. Hoe de wolf me leek te achtervolgen, alsof hij een doel had. Alsof hij perse mij moest hebben. 

'D-dit is absurd.'  Stotterde Kayleigh nadat ze mijn verhaal had gehoord. Ze hield haar hoofd in haar handen. 'Je moet teruggaan.'  Zei ze ineens. Ik schrok en keek haar angstig aan. 'Kayleigh, nee, i-ik durf niet-' 'Je moet gaan!'  Onderbrak Kayleigh me. Ze stond op en pakte mijn polsen. Ze trok me overeind. Haar greep deed pijn aan mijn polsen. 'Kayleigh...'  Ze stak haar hand op en kneep me. 'Verdomme Kayleigh! Au!'  Ik rukte me uit haar greep en wreef met mijn hand over een van mijn pijnlijke polsen. 'Sorry, je moet gewoon gaan.'  Zei Kayleigh terwijl ze keek naar mijn rode polsen. 'En dan? Als ik oog in oog met die wolf sta, wat dan? Misschien vermoord hij me wel.' Zei ik gefrustreerd. 'Geef je me hand.' Kayleigh hield haar hand op. Ik rolde met mijn ogen en legde met tegenzin mijn hand in de hare. Ze keek en volgde de lijnen weer met haar vinger. 'Hetzelfde als vrijdag...., laat me je gedachten lezen.'  Kayleigh liet mijn hand vallen en liep naar mijn hoofd toe, die ze met twee handen vastpakte. 'Kayleigh wat doe je?'  Ik keek naar haar op. 'Laat me nou maar.' Kayleigh kantelde ruw mijn hoofd en sloot haar ogen. Af en toe gaf ze een tikje tegen mijn hoofd. 'Dit slaat nergens op.'  Zei ik toen ze m'n hoofd losliet. Kayleigh's  gezicht was wit. 'Gaat het wel?' Ik liep naar haar toe en pakte haar pols, voor het geval ze flauw ging vallen. 'Weerwolf.' Mompelde ze. 'Weerwolf? Kayleigh wat lul je nou?' Ik pakte ook haar andere pols vast. Ze trok zich afwezig los. 'Hij is een weerwolf.' Zei ze. Ik rolde met mijn ogen en probeerde oogcontact met haar te maken, maar ze keek strak voor zich uit. 'Wie is een weerwolf? Wie is "hij"?'  Ik schudde aan Kayleigh's  schouders. 'Die wolf, hij is een weerwolf.' 

Bitten by an Alpha #1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu