Ik schrok wakker en keek de donkere kamer in. Ik kwam trillend overeind en leunde tegen mijn bedrand. Mijn handen trilden en mijn haar plakte aan mijn voorhoofd. Ik legde mijn hoofd in mijn armen en snikte zachtjes. Het leek allemaal zo echt. De geur, het licht, Sebastian.... Alles. De man. De man die zei dat dit nog maar het begin was. Ik voelde een rilling over mijn rug gaan. Ik voelde een traan over mijn arm lopen en merkte geschokt dat ik huilde. Ik veegde abrupt de tranen van mijn gezicht en zuchtte diep. Ik ben een weerwolf nu, geen gehuil meer. Mijn benen trilden, het leek wel alsof ik ze moest bewegen. Ik schopte ermee, maar ze bleven trillen. Ik stond op en liep naar het raam. Ik gooide met een sierlijke beweging de gordijnen open. De opkomende zon glimlachte me toe. Ik haalde de warrige knot uit mijn haar en schudde mijn hoofd heen en weer. Ik wreef in mijn handen en trok mijn raam omhoog. De koude ochtendlucht vulde mijn kamer. Mijn handen trilden nog steeds. Mijn benen schreeuwden naar me. Rennen. Rennen. Alleen maar rennen. Ik ging gehurkt op de vensterbank zitten en keek naar beneden. Mijn knieën knikten en mijn handen waren zweterig. Ik zuchtte en zette me af. De stoep kwam als een dreun aan. Ik landde recht op mijn voeten op de stoep. Ik keek naar boven en zag de wind met mijn gordijnen spelen. Mijn benen schreeuwden weer. Ren Claire, ren. Zo kunnen we ontsnappen aan de nachtmerrie's. Door te rennen. Tot je erbij neervalt. Ik draaide me razendsnel om rende de stoep af, de weg op. Het voelde alsof ik vloog. De wind vloog door mijn haren. De weg leek onder me weg te gaan en ik rende steeds sneller. De huizen aan de kant van de weg waren wazig. Ik rende zo snel als het licht. Ik voelde de adrenaline door mijn aderen lopen. Ik rende steeds sneller en voelde me steeds meer afgesloten van mijn leven. Ik rende zonder na te denken, zonder me zorgen te maken over mijn problemen..., ik rende met mijn gevoel van vrijheid op mijn schouder het bos in.
De blaadjes onder mijn voeten waaiden opzij zodra ik erlangs kwam. De bomen waren wazig. Ik rook de frisse bosgeur, een bos waar het heeft geregend. Ik voelde waterspetters tegen mijn blote benen aankomen. Ik vertraagde mijn pas toen ik zag waar ik was. Ik liep naar het riviertje, die aan de uitgang lag van mijn sluiproute. Ik stapte het krakende bruggetje op en ging zitten. Ik liet mijn benen over de rand bungelen en keek naar het sijpelende water. Af en toe kwam er een vis naar boven. Ik hijgde van het rennen en leunde met mijn hoofd tegen een van de blokken waar de reling op rustte. Mijn ogen vielen langzaam dicht. Ik luisterde naar de vogels die langzaam wakker werden en begonnen te tjirpen en naar het water die zachtjes tegen de kade aan klotste. Ik hoorde af en toe het geluid van een vis die naar boven kwam. Het ruisen van de bomen. Het kraken van de dode bladeren die over de grond heen gleden door de wind....
Ik schrok wakker en schoot overeind. Mijn hoofd knalde tegen de reling van het bruggetje. Ik haalde mijn handen naar mijn hoofd en wreef over de pijnlijke plek. Ik knipperde met mijn ogen om te wennen aan het licht wat in mijn ogen scheen. De zon was helemaal opgekomen en scheen fel op mijn lichaam. Ik masseerde met mijn hand mijn nek, die ondertussen zeer deed door het leunen. Ik dook onder de reling door. Ik stond op en hoorde meteen het bruggetje weer kraken onder mijn gewicht. Ik liep het bruggetje af. Ik liep naar de kade en knielde bij het water. Ik maakte een kommetje van mijn handen en gooide het water in mijn gezicht. Het was heerlijk fris. Ik liet me op mijn kont zakken en deed mijn blote voeten in het water. Ik voelde dat een vis mijn teen aanraakte. Ik lachte en bewoog met mijn voet. Ik zag de vis snel weg zwemmen. Ik zette mijn armen in het gras en hief mijn hoofd op. Ik sloot mijn ogen en liet de zon mijn gezicht beschijnen. Ik hoorde zachte voetstappen aankomen. Ze klonken als die van een man. Man, in de ring.... Ik sprong overeind en keek naar de brug. Het was Sebastian. Hij fronste zijn wenkbrauwen en keek me vaag aan. Hij had een zwart t-shirt aan met een tekst erop en een zwarte broek. Er stond "Bad Blood" op. Het stond hem fantastisch. 'Jezus Sebastian, ik schrok me dood.' Ik keek hem lachend aan. Hij nam me van top tot teen in zich op en lachte. 'Wat heb jij nou aan?' Zei hij. Ik pulkte aan mijn pyjama shirt, waar druppels water op zaten. 'Mijn pyjama.' Glimlachte ik. Hij liep de brug af en kwam naast me staan. 'Ik had je hier niet verwacht.' Zei hij. Ik schudde mijn hoofd en ging weer zitten. Ik liet mijn voeten weer in het ijskoude water glijden. 'Ik jou hier ook niet.' Zei ik. Hij kwam naast me zitten. 'Ik had een nachtmerrie.' Ik keek hem aan. Hij maakte cirkels met zijn vinger in het water. 'Vertel.' Mompelde hij. Er kwam een vis naar boven. Sebastian gaf de vis een tik met zijn vinger. Hij verdween in het diepe. 'Ik begon in een gang, toen zag ik licht aan het einde van die gang en rende ik ernaartoe. Het was een muffe kamer met een flakkerende lamp. Er waren kooien. Toen was er ineens een man, die een spuit in mijn schouder stak en me meenam naar een ring. Er stonden duizenden mensen. En ineens kwam er een vrouw binnen, met jou. Je werd doodge-' Sebastian keek me ineens aandachtig aan. Zo aandachtig dat ik er zenuwachtig van werd. 'De Luna Venatores.' Mompelde hij. 'Ja..' Zei ik. Ik wiebelde met mijn tenen in het water. 'Het leek allemaal zo echt.' Zei ik. Sebastian pakte mijn kin vast en draaide mijn hoofd naar hem toe, totdat ik hem wel moest aankijken. 'Misschien zijn het visioenen.' Zei hij terwijl hij mijn gezicht bekeek. Hij haalde zachtjes met zijn hand een wimper uit mijn ooghoek. 'Visioenen?' Ik keek hem vragend aan. 'Ja.' Zei hij. 'Nee, zoiets mag je echt niet overkomen!' Ik greep zijn hand en keek hem wanhopig aan. 'Visioenen komen toch niet altijd uit? Toch? Sebastian?' Mijn stem sloeg over. 'Claire, rustig. Ik zei misschien. We kunnen dit het beste overleggen met Lia.' Zei Sebastian. Ik keek hem vragend aan. 'Lia?' Hij knikte en krabbelde sierlijk overeind. Hij bood me zijn hand aan, die ik dankbaar aanpakte. 'Ja Lia, de oudste weerwolf uit mijn roedel. Ze is slim en weet erg veel. Ze kan ons vast helpen.' Hij pakte mijn hand en trok me zachtjes mee.
JE LEEST
Bitten by an Alpha #1
WerewolfClaire is een normaal meisje, die midden in Brooklyn woont. Alles lijkt normaal in haar leven, ze is een populair meisje op haar school en ze heeft een normale familie. Totdat alles in een nacht veranderd. Ze ontmoet een jongen, een jongen met een g...