13. Zaterdag 14 mei

123 4 1
                                    

Om 05:15 uur gaat mijn wekker. Hoe gek het ook klinkt, ik ben meteen klaarwakker. Dat is meestal zo als ik één dag ineens heel vroeg op moet staan. Als ik meerdere dagen vroeg op moet staan, wordt het wel elke dag moeilijker.

Ik kleed me om en loop naar beneden om te ontbijten. Ik heb net mijn ontbijt klaargemaakt als ik in mijn ooghoek iets zie bewegen. Ik draai me met een ruk om en geef ik gil. Tegen het keukenkastje loopt een enorme langpoot spin omhoog.

Godsamme, dit kan ik niet gebruiken op deze ochtend. Ik moet ook nog de vaatwasser uitruimen! Ik ben echt panisch voor spinnen, ik heb er echt niks mee.

Ik pak een theedoek en gooi met al mijn kracht de theedoek op de spin. De spin valt naar beneden, maar hij is nog niet dood. Shit. Ik ren naar de kamer om een tijdschrift te pakken om de spin te doden. Crap, mis! Door de wind van de tijdschrift schuift de spin weg richting de deur. Snel pak ik nog een tijdschrift, maar ook die mis ik. De spin leeft nog steeds!

Ik kijk even door de keuken of ik iets bruikbaars kan vinden wat ik nu kan gebruiken. Mijn oog valt op een keukenschort die boven de spin hangt. Heel voorzichtig en niet naar de spin kijkend, loop ik op het schort af en gooi die op de spin. Ik stamp er meteen op met mijn voeten. Aangezien ik hem niet op durf te pakken, laat ik het gewoon liggen.

Doordat ik tijd heb verloren aan het vangen van de spin, moet ik in turbo mijn ontbijt opeten en de vaatwasser uitruimen. Gelukkig ben ik nog gewoon op tijd op mijn werk.


De dag gaat maar langzaam voorbij. Het is niet heel erg druk in de winkel, maar er is genoeg te doen. Op een gegeven moment zie ik eindelijk Vera de winkel binnenlopen. Dat betekend dus dat ik bijna vrij ben.

"Wat gaan we eten straks?" Ik heb mij omgekleed en we lopen door de winkel heen. Vera haalt haar schouders op.

"Geen idee. We moeten wel een goede bodem hebben voor vanavond."

"Zullen we dan soep met stokbrood doen?"

"Ja, prima, dat kan wel." We halen de spullen en nog wat andere dingen die ik mee moest nemen en rekenen af.

Als we thuis zijn, maken we meteen de soep klaar. Ik heb wel honger gekregen van de hele dag werken. Natuurlijk heb ik wel pauzes, maar daarin eet je ook niet super veel.

Na het eten kleed ik me om en dan is het ook alweer 20:30. Ik moet nog even pinnen, dus we fietsen nog even snel langs de bank. Als we bij de Albert Heijn aankomen zien we Huib al staan met nog iemand, Enitan. Nog voordat we bij Huib zijn weet ik al wat die vriend erbij doet. Hij wil ook mee indrinken bij mij thuis.

"Hooi!" begroeten Vera en ik Huib en Enitan. Ik ken Enitan verder niet, maar ik weet wie het is. We zijn hem wel eens vaker tegengekomen in de stad.

"Mag Enitan misschien ook mee indrinken?" vraagt Huib. Hmm, ik kan hem toch ook moeilijk wegsturen nu.

"Ja, hoor, dat kan wel. Maar niet meer mensen!" voeg ik er snel aan toe. Dat gaat niet gebeuren.

Omdat Enitan nog geen 18 jaar is, blijft hij buiten staan. Huib koopt bier en Bacardi en wij halen chips en Trojka. We fietsen weer richting mijn huis en we gaan aan tafel zitten.

"Laten we gaan bussen," stelt Huib voor. Ik haal een pakje kaarten tevoorschijn en we beginnen te spelen. Vera en Huib hebben, geloof ik, onderling bedacht dat ze mij dronken zouden voeren, want mijn glazen worden elke keer half om half gevuld. Half Bacardi, half cola. Gelukkig kom ik niet in de bus, maar ik begin de alcohol al wel heel snel te voelen.

Tussendoor gaan we elke keer even naar buiten om te roken. Ik ben de enige die niet rookt, maar om nou alleen binnen te zitten is ook weer zo iets. Ze proberen mij wel een sigaret aan te smeren, maar ik wijs het af.

"Hoe gaan we eigenlijk heen?" vraagt Huib.

"Beter gaan we op de fiets," antwoord Enitan.

"Nee, het gaat regenen! We gaan met de bus," gaat Vera er tegenin.

"Maar ik heb geen OV kaart," zegt Enitan.

"Oké, dan gaan we wel met z'n allen op de fiets," geeft Vera schoorvoetend toe.

Hè bah, ik haat het om te fietsen naar de stad.


Rond 23:45 besluiten we richting de stad te gaan. Onderweg gaan we nog langs een paar mensen die Enitan kent, dus we fietsen uiteindelijk met een hele groep naar de stad. Ik kan echt niet meer recht fietsen en slinger half over de weg heen. Ook zie ik niet meer zo goed, alles is een beetje glazig.

Ineens begint het heel hard te regenen, dus we gaan even schuilen in een bushokje. Ik doe mijn fiets op slot en ga naast Vera staan. Na een paar minuten is het alweer over dus we gaan weer verder.

"Veer, ik krijg mijn fiets niet meer van het slot..."

"Emma, waarom in vredesnaam heb je die dan ook op slot gezet? Je stond er nog geen meter vanaf!" Ze klinkt een beetje ongeduldig. Ik weet eigenlijk ook niet waarom ik dat deed.

Nadat Vera mijn sleutel weer in het slot heeft gekregen, fietsen we als een gek achter de groep aan.

"Vera, wow, we fietsen over de straat heen! Is dat wel veilig? Straks komt er een auto aan!"

"Het is middernacht, er komen geen auto's meer aan."

"Weet je dat zeker?"

"Heel erg zeker."

Get closer to the limit «Dutch»Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu