5. Dinsdag 19 april

207 7 4
                                    

Ik ben nog nooit zo zenuwachtig geweest. Om 06:00 word ik half misselijk wakker. Het is nog vroeg, dus het duurt even voordat ik op gang kom. Ik kleed me snel aan, schuif mijn ontbijt naar binnen en tegen 6:50 loop ik naar de bus. Vandaag ga ik met de bus, aangezien ik ook nog naar Assen moet.

"Ik ben laat thuis vandaag, hè!" zeg ik tegen mijn moeder. "Ik ga naar Myrthe."

"Maak het niet te laat!"

"Komt goed!"

Om 7:50 kom ik aan op school en Myrthe is er al.

"Wat zie jij er gespannen uit" zegt ze.

"Ja joh, vind je het gek! Vandaag ga ik met Thomas afspreken!" Ik plof naast haar neer op de bank.

"Oh ja, is ook zo! Hoe laat?"

"We hebben om 12 uur afgesproken bij het Van der Valk hotel. Daar slaapt hij met zijn vriend Tim."

"Oeh." Ze kijkt me met zo'n sneaky blik aan.

"We gaan vast iets doen in de stad of zo." zeg ik snel. Daar ga ik vanuit tenminste.

Tegen kwart over 8 komen Demi en Kim er ook al aan en we lopen naar het lokaal. We hebben vandaag alleen Sociale Wetenschappen, dus dat is wel te doen.

Ik ben er niet helemaal bij deze ochtend. Ik zit de hele tijd te denken aan straks. Ik ben echt zenuwachtig...

Als we om half 11 eindelijk klaar zijn met het college, houd ik het bijna niet meer. We lopen met z'n vieren richting de bus.

"Het komt allemaal goed! Je gaat gewoon op een date," zegt Kim.

"Ja, maar dit is wel even wat anders! Straks vindt hij mij super stom en lelijk en dom en..."

"Stop, please!" onderbreekt Demi mij. "Je bent gewoon jezelf en dan komt het allemaal goed".

Ik haal diep adem. "Jullie hebben gelijk. Wat moet ik ook zonder jullie!"

Als we bij het hoofdstation zijn, nemen we afscheid van elkaar. Ze wensen mij nog even snel succes en dan stap ik op de trein naar Assen.

Om half 12 kom ik aan op het station. Ik weet eigenlijk niet eens welke bus ik moet nemen naar het hotel. Dat heb je weer lekker voor elkaar, Em. Na even zoeken heb ik het gevonden en moet ik ook nog rennen om de bus te halen. Het is gelukkig maar 20 minuutjes.

Een paar minuten over 12 loop ik het hotel binnen.

Ik zie hem meteen. Hij zit op een bankje links van de balie. Ik loop naar hem toe en mijn blik vangt die hem . Hij staat op en geeft me een knuffel zodra ik bij hem ben. Oké, dat was awkward, maar ik vind het niet erg.

"Hey Emma! Hoe gaat het?"

"Ja hoor, prima! Met jou?"

"Goed! Wat zullen we doen?" Ja, daar had ik eigenlijk ook nog niet echt over nagedacht...

"Maakt mij niet uit. Zeg jij maar," antwoord ik.

"We kunnen wel naar het circuit gaan? Dan kan ik je wat dingen laten zien," zegt hij voorzichtig. Wat helemaal niet hoeft, want ik wil het allemaal graag zien.

"Is goed, lijkt me leuk!"

"Ik heb wel een auto, dan rijden we er even heen."

"Niet eens een privé chauffeur?" plaag ik.

Thomas lacht: "Was het maar zo!"

Tijdens de rit naar het circuit praten we over afgelopen weekend.

"Waar heb je Tim eigenlijk gelaten?" vraag ik.

"Ooh, die ligt volgens mij nog op bed. Ik weet niet wat hij vandaag gaat doen, hij weet in ieder geval dat ik er niet ben vandaag."

Get closer to the limit «Dutch»Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu