1. Dromen

262 9 0
                                    

Chelsea's POV

Rennen, rennen, rennen, dat is het enige wat ik nog kan, eindeloos lang rennen door een gang waar geen einde aan kwam. Waarvoor ik wegren vraag je je af, nou voor mijn moeder. Ze ligt daar achter me op de grond, dood. We zijn helemaal alleen, niemand die me hoort. Ik huil, gil en schreeuw maar het heeft geen nut, niemand merkt iets. En als ik probeer weg te rennen kom ik nog geen millimeter vooruit. Alles wat ik wil is hier weg zijn, en hier nooit meer terug komen. Ik wil niet meer in die donkere benauwde gang zijn. Ik wil naar huis. Ineens schijnt er aan de andere kant van de gang een klein lichtje wat al snel feller word. Uiteindelijk word ik helemaal verblind, ik val op de grond en krop me op tot een klein bolletje. Ik sla mijn armen over mijn hoofd en knijp mijn ogen stijf dicht tegen het licht.

Ik beweeg mijn hoofd heen en weer en doe mijn ogen open, waar ben ik? O, ja in mijn hemelbed in mijn kamer. Ik kom steunend op mijn armen een stukje overeind, en ga op de rand van mijn bed zitten. Dat deed ik iets te snel dus werd ik gelijk duizelig. Na een paar minuten sta ik op en loop ik de trap af naar de keuken. Terwijl ik bezig ben mijn ontbijt te maken denk ik terug aan de dag waarop het gebeurde, het ongeluk van mijn moeder. De dag waarop ze overleed. Nooit zal ik haar weer zien, zonder dat ik het merk lopen er een paar tranen over mijn wangen. Nadat ik mijn ontbijt op heb loop ik weer naar boven en duik mijn inloopkast in. Snel grits ik wat van de plank en loop de badkamer in. Na twintig minuten ben ik klaar en pak ik mijn tas. Ik sprint naar buiten en daar staat Julian al te wachten met zijn fiets aan zijn hand. Ik lach, loop naar hem toe en geef hem een wurg-knuffel. "Chel... sea, geen... lucht." Steund Julian tussen een paar ademstoten door. Julian is één van mijn beste vrienden en hij is ook de enige die weet hoe ik me voel. Lachend laat ik hem los. "Kom op, pak je fiets." Zegt hij. Snel spring ik op mijn fiets en sprint weg. Na een paar minuten heeft Julian me pas weer ingehaald, hij komt naast me fietsen. "Waarom woon je eigenlijk helemaal alleen in dat grote huis?" Vraagt Julian ineens. Die vraag verwachtte ik al een paar maanden en nu pas kwam hij. Vlak na het ongeluk van mijn moeder woonde ik een paar maanden bij Julian thuis, natuurlijk kon ik daar niet blijven en probeerde Jeugdzorg me in een ander gezin te stoppen. Hier was ik het niet mee eens. Nu woon ik dus in het huis waar ik ben opgegroeid. "Omdat ik niemand anders heb om mee te leven, en dit was het ouderlijke huis van mijn moeder. Ze heeft het mij nagelaten..." Zeg ik stilletjes als antwoord. Ik voel dat hij me aankijkt en er loopt een traan langs mijn wang. Julian ziet het maar vraagt niet verder. Hij weet hoe moeilijk ik het heb, en weet dat ik er niet graag over praat. "Heb je trouwens wel goed geslapen, je hebt wallen onder je ogen." Julian is altijd heel bezorgt om me, hij is een soort grote broer voor me. "Ach, je weet wel. De gewoonlijke nachtmerries." Zeg ik. "Zal ik anders vanavond bij jou logeren?" Stelt Julian ineens voor. Ik lach en stem ermee in.

Tijdens de lessen ben ik erg stil. Ik denk na over wat er allemaal gebeurd is de laatste paar jaren. Ik zit vaak naast Jara en Feline, ik ben niet echt vriendinnen met ze maar ze zijn in ieder geval wel de enige die me met rust laten als ik niet wil praten. Na school doe ik in een waas mijn kluisje open, pak mijn jas en boeken en doe hem weer dicht. Nog steeds diep in gedachten loop ik de school uit en hoor niet dat Julian me roept of ik wil wachten. Als ik bijna bij mijn fiets ben haalt hij me in en houd me tegen, als hij merkt dat ik voor me uit sta te staren schud hij me zachtjes door elkaar. "Chelsea, hoor je me? Gaat het?" Zegt hij met een bezorgde stem. Als ik zijn stem hoor, schud ik mijn hoofd lichtjes door elkaar en kijk hem aan. "Ja sorry, ik was even in gedachten denk ik." Zeg ik snel. Julian glimlacht lief naar me en trekt me mee naar de fietsen. "Kom op slome." Zegt hij lachend. "We moeten mijn spullen nog halen!" "Waar heb je het over?" Vraag ik verbaasd. "Ik zou bij jou slapen, weet je nog." Zegt hij terwijl hij bestraffend met een nep boze uitdrukking op zijn gezicht met zijn vinger naar mij zwaait. "O, ja." Zeg ik lachend. We stappen op onze fietsen en rijden naar Julians huis. Terwijl Julian een tas aan het pakken is ga ik op zijn bed zitten en kijk rond in zijn kamer. Deze kamer is zo vertrouwd geworden in de afgelopen paar jaren. Als hij klaar is sta ik op en we lopen samen weer naar buiten, richting onze fietsen.

Julians POV

Als we op de fiets zitten is het stil. Ik voel dat ze diep in gedachten zit, en ik wil haar daarin niet storen. Zelf laat ik ook mijn gedachten de vrije loop, over de laatste paar jaren, over Chelsea's moeder en over Chelsea zelf. Ik betrap mezelf erop dat ik te vaak naar haar kijk. Ze is als een soort zusje voor me, ik heb de hele tijd het gevoel dat ik voor haar moet zorgen, dat ik haar moet beschermen. De laatste tijd is dat gevoel meer geworden, als ik haar zie met een paar jongens uit haar klas krijg ik een raar gevoel, alsof ik jaloers ben. Maar als Chelsea bij mij is voelt het gewoon zo goed, alsof we voor elkaar gemaakt zijn. We weten alles over elkaar. Niks is geheim bij ons, behalve mijn gevoelens. Als een zusje zie ik haar nu niet meer, maar hoe ik haar nu wel zie weet ik zelf niet eens. Terwijl ik dit denk merk ineens dat ik weer naar haar aan het kijken ben, 'ze is echt knap' denk ik in mezelf. Nu ik dat denk realiseer ik me wat ik voor Chelsea voel, ik ben verliefd...

Friends or Lovers and Fake or RealWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu