17. De eerste aanwijzing

96 10 2
                                    

Chelsea's POV

Aanwijzingen?! Ik moet dus gaan zoeken... En ik weet niet eens waar ik naar moet zoeken. Verward kijk ik Aiden aan, die op precies dezelfde manier terugkijkt. Ik pak de brief uit zijn handen en lees hem keer op keer opnieuw, hopend dat er een duidelijke aanwijzing zou verschijnen. Maar hoe vaker ik de brief lees, hoe meer het tot me door dringt; dit is het. De tekst zal niet veranderen of ineens duidelijker worden. Ik zucht, gefrustreerd laat ik me achterover vallen. Ik staar naar het plafond en zie de zinnen uit de brieven over het hout zweven. Aiden. Je vind de ware nog wel. Hoe gaat het met Julian. Dat laatste zinnetje blijft steeds terugkomen, alsof het niet weg wil. 

Een warmte beweegt zich naast me, als ik naar links kijk zie ik Aiden liggen. Hij ligt op zijn rug en heeft de brief boven zich in zijn handen. Bij het zien van zijn gezicht hoor ik bijna zijn hersens kraken, zo diep denkt hij na. Mijn hoofd draait weer naar het plafond. Ik laat hem denken, net zoals ik mijn eigen gedachten zijn gang laat gaan. Schetsen vanuit mijn gedachten verschijnen op het plafond. Met mijn vinger volg ik de denkbeeldige lijnen van de tekening. Vele schetsen zie ik boven me verschijnen en weer vervagen. Geen enkele blijft lang, telkens komt er een nieuwe. Alsof mijn gedachten me een kans geeft de schets in mijn hoofd perfect te maken.

Langzaam dringt muziek door in mijn oren, de klanken zijn warm en zacht. Als ik mijn ogen open zie ik over het bed waar ik op lig, de deur openstaan. Op mijn handen duw ik mezelf overeind waarna ik van het bed stap. Ik kijk om me heen in de ruimte, maar zie dat ik alleen ben. De muziek speelt nog steeds verder en onbewust neurie ik mee. Ik loop door de deur de dans zaal in. Gelijk zie ik dat ook daar niemand is. Als ik voor de muziek installatie sta zet ik de muziek uit. De stilte die daarop volgt is oorverdovend, het is te stil. Alsof het huis nog slaapt, en ik de enige ben die wakker is. Als ik de trap afloop is het nog steeds doodstil, het enige wat ik hoor is het kraken van de houten trap onder mijn voeten. Één voor één doorzoek ik alle kamers. Eerst mijn eigen kamer, ik heb geen idee waarom. Het enige wat ik vind is de eerste brief van mijn moeder, liggend op mijn bed. Vervolgens kom ik uit bij de kamer waar Julian altijd slaapt. Op het bed vind ik Aiden, met alleen zijn haren die boven het dekbed uitsteken. Af en toe komt er een zacht gesnurk vanuit het bed. Onbewust kijk ik de kamer rond, waarna mijn blik valt op twee tassen bij de deur die naar de badkamer leid. Terwijl ik erop let dat Aiden niet wakker word, rits ik voorzichtig één van de twee tassen open. Wat er in de tas zit verbaasd me; de spullen van Julian. Snel trek ik de rits weer dicht, loop de kamer door en trek de deur zo zachtjes mogelijk achter me dicht. Ik adem mijn ingehouden adem met een zucht uit en laat me langzaam via de deur naar beneden glijden. Met mijn handen in mijn haar staar ik naar de muur voor me.

Met een zucht duw ik mezelf omhoog. Ik loop de gang door, de trap af en richting de keuken. Halverwege stop ik en draai ik verbaasd naar de glazen schuifdeur, die ik zie door de deuropening die naar de woonkamer leid. Op het gras, in de tuin, zit een jongen. Met zijn rug zit hij naar me toe. Het idee om naar hem toe te gaan schud ik uit mijn hoofd. Ik loop naar de keuken en zie op de klok dat het nog maar 11:40 uur is. Uit één van de kasten boven het aanrecht pak ik een kom en een pak muesli. Samen met wat yoghurt gooi ik de muesli in de kom. Diep in gedachten, en zittend op het aanrecht, eet ik lepel na lepel mijn ontbijt op. 

''Goedemorgen.'' Ik schrik op uit mijn gedachten door Aiden die bij de koelkast staat. In zijn handen houd hij een pak melk. Ik staar hem minachtend aan terwijl hij een kom pakt en een pak chocopops. Iedere beweging die hij maakt volg ik. Met het pak melk nog in zijn hand, en zijn hand boven de kom met chocopops blijft hij hangen. Zijn gezicht draait naar mij en zijn ogen knijpen zich samen. Hij zet het pak neer en komt voor me staan. ''Chels, wat is er?'' Ik zucht en kijk weg. Gemompel komt uit mijn mond. ''Wat doet hij hier?'' Hij draait mijn hoofd weer naar hem toe, waardoor ik zijn gezicht zie, die schuldbewust staat.

''Heb je het over mij?'' Langzaam draai ik mijn hoofd naar hem toe. ''Nee.'' Ik hoor Aiden zuchten maar ik negeer hem. Ik spring van het aanrecht en loop langs hem, de gang in. ''Chelsea, wacht nou...'' Voordat hij verder kan praten onderbreek ik hem al. ''Nee, laat me met rust.'' Mijn stem is hard en bot, en het brand in mijn keel. ''Chels...'' Zijn stem klinkt wanhopig. ''Nee, sorry.'' Met elk woord dat ik zeg word mijn stem breekbaarder. Ik schud mijn hoofd en loop de trap op. 

Zonder dat ik het door heb loop ik de kamer van Julian in. Ik kijk om me heen en zie alles wat me aan ons herinnerd, de foto's van hem, mij en mijn moeder. Foto's van Aiden, foto's van het huis, foto's van alles. Ik ren de kamer uit een ren de trap naar de zolder op, de plek waar ik al jaren niet geweest ben. Halverwege de trap stort ik in.

Ik leun met mijn hoofd tegen de muur terwijl er een traan over mijn wang biggeld. ''Mama, ik wou dat je hier was.'' In mijn hoofd weergalmd de stem van mijn moeder. Altijd ben ik bij je, in de spullen om je heen, in je herinneringen en in je hart. In de spullen om je heen... In de spullen om je heen. Wacht wat? In de spullen om je heen? Opgewonden spring ik op. Natuurlijk, haar spullen!

Friends or Lovers and Fake or RealWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu