21.

197 7 0
                                    

(Vanuit Ilse)
Licht. Au. Nog een keer probeerde ik mijn ogen te openen. Weer licht. Nog meer pijn. Even hield ik mijn ogen dicht en ik probeerde ze te openen. Dit maal met succes. Ik zag een witte kamer. Helemaal wit was hij. Zo wit dat het pijn begon te doen. Ook had ik gigantische hoofdpijn. Ik probeerde dingen terug te halen, maar dat deed alleen maar meer pijn. Ik hoorde een deur open gaan en even later stond er een man aan mijn bed. Ik herkende hem niet, maar dat zou best kunnen dat ik dat vergeten was.
"Mevrouw de Lange, hoe gaat het met u?" Even dacht ik na.
"Hoofdpijn, heel veel hoofdpijn." Zei ik. Even probeerde ik alles te bewegen. "En last van mijn ribben."
"Dat kan kloppen, want u heeft een zware hersenschudding en gekneusde ribben." Ik zuchtte luid, had ik weer. "Weet u nog hoe u hier bent terechtgekomen?" Ik probeerde na te denken, maar schudde uiteindelijk maar mijn hoofd. Ik wist het niet. "U bent hier samen met iemand binnen gebracht met een nogal hoge dosering alcohol in uw bloed en u heeft samen met die persoon een auto-ongeluk gehad." Vertelde de man, waarvan ik inmiddels door had dat hij een arts was.
"Met wie dan?" Vroeg ik verbaasd, aangezien ik het echt niet meer wist.
"Meneer Vergoossen." Even dacht ik na, dat was Bart! Ik schoot recht overeind, waardoor ik meteen meer hoofdpijn kreeg.
"Bart, hoe gaat het met hem?" Vroeg ik meteen bezorgd.
"Mevrouw, rustig. Hij heeft een lichte hersenschudding en een gebroken enkel, maar hij slaapt nog. Wij verwachten dat hij ieder moment kan wakker worden." Rondde de arts zijn verhaal af. Ineens kon ik het mij weer herinneren. Bart en ik waren uit geweest en iets te veel gedronken, maar gingen toch met de auto rijden. Oh sukkels dag we ook waren. Meteen kreeg ik nog meer hoofdpijn en liet mij weer vallen in mijn kussen. De dokter wenste mij nog een goede slaaprust toe en ik sloot mijn ogen, waarna ik in een diepe slaap belandde.

Een paar uur laten mocht ik naar huis. Thuis mocht ik minstens een week niets doen en alleen maar op bed liggen. Echt leuk vond ik het niet, maar het moest maar. Bart had inmiddels blauw gips om zijn enkel heen en een paar krukken. Vrolijk hinkelde hij hier rond, aangezien hij met zijn lichte hersenschudding iets meer kon dan ik met mijn zware hersenschudding. Even later kwamen mijn schoonouders ons halen. Door mijn zware hersenschudding was ik niet in staat om auto te rijden en Bart door zijn enkel ook niet. Bart begon ongeduldig te worden. Stil staan deed hij niet meer. Hij hinkte van de ene plek naar de andere plek, om gek van te worden. Gelukkig voor mij kwamen mijn schoonouders en net aangelopen en konden Bart en ik bijna naar huis. Ik verlangde naar mijn bed. Niets meer, niets minder. Bart en ik tekenden nog even de ontslag papieren en daarna volgenden we mijn schoonouders richting hun auto. Op naar huis en slapen!

Someone (Ilse DeLange)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu