#10

3.1K 188 7
                                    

POV Emma
Om middernacht stond ik in het midden van de open plek. Uit het duister van het bos kwam Neil en Cealin. Neil had Yvela vast en Cealin mijn ouders.
'Goed dat je bent gekomen. Je weet denk ik wel waarom,' zei Cealin.
'Alsof ik dat kan vergeten. Laat ze gaan. Ik ga al met jullie mee.' Neil sneed de touwen waarmee iedereen vast zat los. Ik gaf ze een knuffel en liep zonder iets te zeggen door naar Neil en Cealin.
'Emma, wat is dit,' vroeg Yvela.
'Ooit leg ik jullie alles uit. Maar pas als ik daar klaar voor ben,' zei ik. Verward liet ik ze achter op de open plek. Neil en Cealin grijnsden en ging achter me lopen. Een van hen pakte mijn schouder en draaide me om. 'Zo jong en kwetsbaar. Oh het is bijna zonde om jou te kwetsen. Maar jij Viertje, jou wacht een heel ander lot.' Cealin ging met zijn hand door mijn haar en veegde het achter mijn oor. Neil bond in de tussentijd mijn handen vast. 'In de rugzak zitten alleen kleren en een foto,' zei hij tegen Cealin. Ze dirigeerde me naar een zwart busje. 'Draag je nou nog steeds doe handschoenen,' zei Cealin onderweg.
'Waarom denk je dat ik ze draag?'
'Ik kan je nog altijd helpen. Je moet er alleen wat meer voor opgeven.'
'Doe ik niet. Dat heb ik de vorige keer al gezegd.'
'Weet ik. Maar van die woorden ga je spijt krijgen.'
'Hoe bedoel je?'
'Ik heb mijn gave volledig in de hand. Ik kan anderen hypnotiseren. En dat doe ik bij jou thuis met iedereen. Jij zal toe kijken en daarna vuile klusjes mogen opknappen. Bovendien wil Neil ook iets. Toch Neil?'
'Oh ja. Ik wil jou gaves. Maar omdat ik niet weet hoe ze af te pakken, ga jij ze namens mij gebruiken.' Ik liet mijn hoofd hangen. De een nog gekker dan de ander. Dit wordt nog wat. Ik staar naar buiten en vang glimpen van de omgeving op. Altijd handig. Als we aankomen en ik zei waar we zijn, schrik ik. Mijn huis. Hebben zij het gekocht.'
'Thuis,' mompelde ik beduusd.
'Voor jou een gevangenis. Voor ons een thuis. Kom mee.' Het huis ligt afgelegen en heeft geen buren. Perfect voor hen dus. Neil duwde me naar mijn eigen kamer. Mijn oude kamer. Alles stond er nog. Alleen het raam was dichtgemetselt. Neik haalde het touw van mijn armen af en bond twee kleinere touwen om de handschoenen.
'Ga eens weg. Wen maar vast aan het donker. Er is weinig kans dat jij nog daglicht ziet. Tot morgen sweatheart,' zei Cealin. Hij trok de deur dicht en draaide hem op slot. Ik knipte mijn bureaulamp aan en keek mijn kamer eens rond. De kamer die vroeger zo vertrouwd was, leek nu een nachtmerrie. Met een zucht ging ik op bed zitten. Uit de rugtas pakte ik mijn foto met mijn familie. Ik ben iedereen een uitleg verschuldigd. Daarnaast moet ik nog trouwen en dan word ik gekroond. Binnen twee maanden. Want dan is Jonathan jarig. En na dat heb ik en maand. Als die voorbij is moet ik sterven. Niet te geloven. Nu is het nog maar de vraag of ik ooit van Cealin en Neil af kom. Ze zullen hun zin willen krijgen. Waarom maak ik dit soort stomme fouten?
'Oh maar je maakt geen fouten.' Voor mij verschenen vier personen. De eerste Vier van Nederland.
'Door je aanwezigheid in de bossen en op alle andere plekken groeit en bloeit de natuur. En je hielp die wolven,' zei de eerste lucht.
'Ja en? Ik lieg tegen iedereen.'
'Je bent onzeker. Dat kan. Heb gewoon wat meer vertrouwen en probeer ze het deel voor deel uit te leggen.'
'Dan ben ik meteen al mijn vertrouern en geloofwaardigheid kwijt.'
'Maar dan lucht je ook je hart,' zei vuur.
'En word ik met nog meer verantwoordelijkheden opgescheept. Dan kan ik nooit meer voor mezelf naar buiten.'
'Zit nou niet zo met de bakken neer. Kop op. Het komt wel goed. Echt waar,' zei water. Aarde had nog niets gezegd.
'Ik moet nog zo veel doen. Waarom kozen jullie mij?'
'Wij kozen niemand. De gaves kozen,' zei aarde.
'Waarom kozen ze mij? Ik ben...'
'Jij bent anders. En daardoor uniek. Jij hebt nog nooit opzettelijk iemand verwond. Jij bent uniek.'
'Daar vreesde ik dus voor.' Ik ging liggen op bed en viel in slaap.

POV Jonathan
Yvela en de ouders van Emma komen aan in het paleis. Er heerst een deprimerende sfeer.
'Jonathan, kon je haar niet stoppen,' vroeg Yvela.
'Nee. Ik kon het niet. Ze wilde jullie niet daar laten. Waren jullie lang daar?'
'Drie nachten. Nee dus.' Ik liet mijn hoofd hangen en ging naar het bos. Dat zou Emma doen. Waarom is ze zo ontoegankelijk? Wat zit haar dwars? Wie is ze echt? Allemaal vragen maar geen antwoorden. Kan zij ze zelf wel beantwoorden? Ze vertrouwt zichzelf niet. Hoe kun je jezelf niet vertrouwen. In de verte zie ik een plek zonder bomen. Zou Emma daar hren zijn geweest? Ik ga er naar toe, maar kom er niet, want wolven versperren me de weg. Een vam hen gromt dreigend naar me. Snel draai ik me om en ren ik naar huis. Emma, kom alsjeblieft snel terug.

The New Special PrincessWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu