#23

2.1K 146 3
                                    

POV Emma
Ik werd vroeg wakker. Vannacht is het zo ver. Dan gaat het gebeuren. Ik moet vragen of iedereen naar hier komt. Nu eerst ontbijt. Op dat moment ging de wekker en schoot Jonathan omhoog van de schrik. Hij zakte terug toen hij bestefte dat het de wekker was. Ik lachte en stapte uit bed.
'Goedemorgen bijna jarige,' zei hij.
'Goedemorgen bangerik. Wakker schrikken van een wekker. Kan het nig erger,' lachte ik. Hij lachte en klom ook uit bed. Na het ontbijt gingen we werken. Voor de verandering was het een keer rustig. Vlak voor de lunch was ik klaar. Tijdens de lunch was het redelijk stil aan tafel. Ik greep mijn kans en schraapte mijn keel.
'Ehm, ik moet jullie wat vertellen,' begon ik.
'Wat,' vroeg Yvela.
'Nou, morgen is het mijn verjaardag, maar er is iets wat jullie niet weten. Daarom zou ik graag willen dat jullie om kwart voor twaalf in onze kamer staan. Het klinkt misschien heel vaag, maar pas dan kan ik jullie alles uitleggen. En zelfs dan niet alles. En alsjeblieft stel nu geen vragen, of om vier uur, maar stel ze vannacht. Dan zal mijn op een na laatste geheim bekend worden gemaakt.' Ik ging weer zitten en at verder.
'Waarom vannacht,' vroeg Jonathan.
'Jonathan, wat zei ik nou. Vannacht. Niet nu. Pas vannacht ben ik er klaar voor.' Ik nam de laatste hap van mijn broodje en ging naar de keuken om ook Jadelin in te lichten. Ze was ook verrast.
'Maar waarom...' Ik stak mijn vinger op als teken dat ze de zin niet moest afmaken.
'Zeg tegen Jonathan dat ik in het bos ben rijden. Alsjeblieft?'
'Doe ik.'
'Dank je.' Ik liep naar de stallen en zadelde Noir snel. In galop stuurde ik haar het bos in.
'Gaan we naar de wolven,' zei ze.
'Nee. Hija.' Ik liet haar harder lopen en reed met een boog langs de roedel af. Verder in het bos was de bron van de rivier. Die mondde uit in het meer als waterval. Zodra het bos wilder werd en begroeider, liet ik Noir overgaan in stappas. Voorzichtig stuurde ik haar door de wilde natuur. In de verte zag ik een klein hutje. Ik was er ooit eerder geweest. Het is voor de Vier. Ik steeg af en liet Noir rusten op het kleine veldje dat voor de hut lag. Binnen was het van alles voorzien. Een keuken, een slaapkamer, zelfs elektra. Maar ik gebruik het niet. Sinds de laatste vergadering weet ik dat deze plek bekend is. Ik kan hier maar beter niet te lang blijven. Ik liep naar de kelder. Daar vond je iets speciaals. Een steen. En als hij oplicht ben je een Vier. Hoe feller, hoe mooier je van binnen bent. Jonathan gaat er binnenkort heen. Ik wens de volgende Vier geluk. Of ik moet herrijzen, maar dat wil ik niet. Ik kan eindelijk af zijn van alle druk en stress. Dan hoef ik me nergens meer deuk om te maken. Ondanks dat ik dan niet meer bij alle andere ben. Rust in mijn hoofd is dat waard. Met een zucht ging ik terug naar buiten. Noir lag in het gras te wachten.
'Kom we gaan terug. In stappas. En haast je vooral niet.' Ik was redelijk terneergeslagen. Alles achterlaten. Dat is niet niets. Maar ik kon het eerder. Dus nu ook weer. En nu is het wachten tot vannacht. Ik ging langs de roedel om afscheid te nemen. Alpha drukte ik op het hart alles goed in de gaten te houden. Tegen het vallen van de schemer kwamen we terug. Ik nam ook afscheid van Noir. Vannacht de rest nog.

The New Special PrincessWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu