Katniss en ik worden met een auto naar het station gebracht. Dit is de eerste keer dat ik in een auto zit, en een van de weinige keren dat ik er een gezien heb. Alleen de burgemeester heeft er een, en hij word bijna nooit gebruikt. Alleen voor speciale gelegenheden, zoals als er iemand wint. En dat heb ik nog nooit meegemaakt. Effie zit tussen ons in, en kwebbelt door zonder er ook maar aandacht aan te besteden of wij wel luisteren. Katniss zit naar buiten te kijken, en zonder dat ik het wil stromen er tranen over mijn wangen. Mijn leven stelt zo weinig voor, en toch vind ik het zo fijn. Toch vind ik het fijn genoeg om ermee door te gaan. Wat heb ik gedaan? Wat heb ik zo slecht gedaan dat ik dit verdien? Dat ik het op deze leeftijd al verdien om te sterven? Die vraag is het enige waar ik over na kan denken. Misschien kom ik ooit op een dag erachter wat ik fout heb gedaan, en dan kan ik het leren te begrijpen.
Zodra we aankomen bij het station, zie ik de trein al klaarstaan. Ik kan vanaf hier al zien dat hij uit het Capitool komt. Hij is groter, en netter dan de treinen uit District 12. Hier hebben we alleen kooltreinen, die naar District 6 worden vervoerd, en daar worden ze verpakt en klaargemaakt om naar het Capitool te gaan. Deze treinen zijn er alleen voor de reis van District 12 naar het Capitool. Ik heb er nog nooit een gezien, en ik weet bijna zeker dat deze trein dit jaar ook niet meer terug zal komen naar District 12 om een tribuut terug te brengen. Mij in ieder geval niet. Dit zal mijn eerste keer zijn in een trein, en ook mijn laatste keer. We stappen in de trein, en gelijk voel ik me arm, ook al heb ik de mooiste kleren aan die ik heb, en heb ik mijn haar zo strak mogelijk naar achter gekamd. Alles glimt, en op tafels staat eten zoals taarten die we ook in de bakkerij maken, alleen dan veel mooier, en glazen drinken. De geur van voedsel dringt mijn neus binnen, maar door de zenuwen heb ik geen honger. Mijn ogen glijden door de ruimte. Vier zacht fluwelen stoelen staan tegenover elkaar, en verder staat er een mahoniehouten tafel, en andere kleine ronde tafeltjes waar drank op staat. Na een tijdje slaat Effie haar handen ineen.
"Dus, ik laat jullie even alleen, terwijl ik op zoek ga naar Haymitch." ik ken Haymitch natuurlijk niet persoonlijk, maar ik ben bevooroordeeld, en ik ben bang dat we vrij weinig aan hem zullen hebben. De stilte tussen mij en Katniss is ongemakkelijk, maar we gaan allebei naast elkaar zitten in de blauw fluwelen stoelen. Ik hoop dat ze iets tegen me zegt, maar zwijgend kijkt ze naar buiten. De trein begint te rijden, en ik volg haar blik als ze naar de voorbij schietende landschapen kijkt. Haar blik is emotieloos, maar toch vol pijn, en hulpeloosheid.
"Heb je hem ooit ontmoet?" en zodra de woorden over mijn lippen rollen, kan ik mezelf wel voor mijn kop slaan. Natuurlijk niet, idioot, hij is een winnaar, en zij is een meisje uit de Laag. Hoe kan ze hem ooit ontmoet hebben? Ze lijkt mijn vraag niet gehoord te hebben. Omdat ik niets anders weet om te zeggen, maar ik wel een gesprek met haar aan wil knopen, omdat ik vind dat de stilte nu lang genoeg heeft geduurd, vraag ik dezelfde domme vraag opnieuw.
"Heb je hem ooit ontmoet?" vraag ik nog een keer. Het lijkt langzaam tot haar door te dringen dat ik praat, en dat ik praat tegen haar, maar ze antwoord niet. Langzaam draait haar hoofd naar me toe, en ze kijkt me aan alsof ik gek ben. Ik houd mijn hoofd schuin, in de hoop dat ze iets tegen me zegt.
"Haymitch?" vraag ik om duidelijk te maken wie ik bedoel. "Onze mentor." de blik waarmee ze me aanstaart veranderd niet, en er gaat een steek door me heen. Wat heb ik verkeerd gedaan waarom ze niet met me wil praten? Ik heb haar al eerder geholpen, wie zegt dat ik dat niet nog een keer kan? Ze lijkt dwars door me heen te kijken. Een vreemd soort woede borrelt in me op.
"Oké, ik begrijp het als je het nog te vroeg vind om te praten, maar ik denk dat er niets mis is met een beetje hulp." haar ogen worden ijskoud, en direct wil ik terug nemen wat ik heb gezegd. Dan gaat de schuifdeur open. Zijn haren hangen vet langs zijn gezicht, en hij schommelt een beetje. De trein gaat over een hobbeltje, en hij wankelt, en houd zich vast aan de muur om niet om te vallen. Ik volg Haymitch met mijn ogen terwijl ik toekijk hoe hij een glas drinken inschenkt, en ik aangezien de vloeistof zurig ruikt, denk ik dat het alcohol is. Dan richt hij vaag zijn blik op ons. Hij is hier, maar toch niet helemaal. Hij heft zijn glas.
"Gefeliciteerd!" zegt hij schor. Wankelend loopt hij naar de stoel tegenover de mijne. Hij ploft neer, en kijkt mij en Katniss aan. "Gefeliciteerd." zegt hij weer. "Jullie moeten je zeker vereerd voelen?" ik hoop dat Katniss iets antwoord, maar ze zegt niets. Ik kan niets beters verzinnen, dus ik vraag het hem gelijk:
"Dus, wat is de beste manier om de spelen te winnen?" hij barst uit in een bulderend gelach, en neemt een slok van zijn drankje.
"Ho, ho, niet zo snel jij, waarom denk je dat ik daar antwoord op zou geven?" vraagt hij spottend. Mijn wenkbrauwen schieten omhoog.
"Omdat je onze mentor bent." zeg ik. "Jij bent degene die ons tips zou moeten geven omdat jij degene bent met-"
"Wil je tips?" vraagt hij. Hij laat me niet eens uitpraten, en wacht niet op een antwoord. "Nou, ik heb hier een supergoeie tip voor je; blijf leven." ik ben te verbaasd om te antwoorden. Hij richt zijn ogen op zijn drankje. "Nu, als jullie me even excuseren, ik ga dit afmaken in mijn kamer." schommelend loopt hij weg. Ik schiet overeind.
"Ik ga met hem praten." zeg ik.
"Peeta . . ." mompelt Katniss, en ik verstijf even. Ze praatte tegen me, voor het eerst. En het enige wat ze zei, was mijn naam. En dat was genoeg.
JE LEEST
De Hongerspelen - Peeta Mellark
FanfictionWinnen betekent eeuwige roem, en rijkdom. Verliezen betekent een zekere dood. Peeta Mellark woont met zijn ouders en broers in District 12. Het armste District van Panem, waar mensen sterven door virussen, en honger. Hij is opgegroeid met de Honger...