De Hovercraft stijgt op, en ik sluit mijn ogen. Clove zit naast me, en Cato zit tegenover me. Ik voel me aangekeken. Het is alsof de twee Beroeps praten over me zonder woorden te gebruiken. Ik schrik op door een daadwerkelijke stem.
"Arm." een vrouw met een lichtblauwe jas en een spuit in haar hand met een dikke naald eraan staat tegenover me. Ze gebaart met haar hand. "Arm." herhaalt ze ongeduldig. Ik geef haar mijn arm zonder te vragen waarom. Ze duwt de dikke naald in mijn onderarm, en ik pers mijn lippen op elkaar. Dit doet meer pijn dat het bloedprikken aan de tafel bij de Boete. Voor het eerst in mijn leven wil ik terug naar die Boete. Wat als het allemaal anders was gegaan? Dan had Effie een andere naam uit de bol gehaald, en dan had ik nu thuis in de bakkerij gestaan. Ik denk aan mijn ouders. Ze moeten nu harder werken omdat ik er niet meer ben. Ze verkopen nu waarschijnlijk nog steeds taarten aan blije families omdat hun kinderen niet naar de spelen moeten. Iedere keer als ze een taart verkopen, zien ze de decoratie die ik erop heb gedaan, en dan denken ze aan mij. Ik heb meer medelijden met hen dan met mezelf. Zij zijn degenen die straks naast de houten kist moeten staan die terug is gestuurd vanuit het Capitool. Niet ik.Na een tijdje gaan de ramen in de Hovercraft dicht, zodat we niet van tevoren kunnen zien wat voor een arena we hebben. Zodra de Hovercraft land, worden we allemaal door vredebewakers naar een aparte kamer gebracht. De kamer is vierkant, en in de hoek staat een grote glazen buis, met een platform erin. Ik weet dat het de bedoeling is dat ik zometeen op dat platform ga staan. Naast de buis hangt een klok, en hij tikt af totdat de lancering. Ik vraag me af wat ik de vijf minuten moet doen, als de deur open gaat. Portia komt binnen, en er hangt een donkergroene jas over haar arm. Ik dwing mezelf om mijn mondhoeken omhoog te duwen, omdat ze hier toch naartoe is gekomen voor mij.
"Portia." fluister ik. Ze loopt naar me toe, en duwt een pluk haar uit mijn gezicht.
"Het ga je goed, jongen." zegt ze met een zwakke glimlach. Ik ben blij dat ze niet tegen me zegt dat ik het wel kan, want ik weet dat ze dan zou liegen. Op dit moment wil ik mensen om me heen die eerlijk zijn. Ze helpt me met het aantrekken van de jas, als de stem van Claudius Templesmith door de ruimte galmt. Hij vraagt of alle tributen plaats willen nemen in de buizen. Ik kijk nog een keer naar Portia. Ze legt haar zachte hand tegen mijn wang.
"Het komt wel goed." zegt ze. "En het maakt niet uit op welke manier. Met jou komt het wel goed." ik krijg een brok in mijn keel. Het is fijn om bij iemand te zijn die zo aardig tegen me is. Het kan zijn dat ze de laatste persoon is met wie ik ooit nog zal praten. Ik loop naar de buis, en ik ga op het platform staan. Vrijwel gelijk sluit het platform zich om me heen. Nu kan ik niet meer ontsnappen. Nu gaat het beginnen. Portia slaat haar armen over elkaar, en wendt haar blik niet van me af. Ik voel hoe het ronde platform omhoog gaat. Het laatste wat ik zie voordat het zonlicht me verblind, is hoe ze haar duim naar me opsteekt.
JE LEEST
De Hongerspelen - Peeta Mellark
FanfictionWinnen betekent eeuwige roem, en rijkdom. Verliezen betekent een zekere dood. Peeta Mellark woont met zijn ouders en broers in District 12. Het armste District van Panem, waar mensen sterven door virussen, en honger. Hij is opgegroeid met de Honger...