Hoofdstuk 5
“Sneller, Spitfire! Sneller! Je kunt het!” yes, de laatste sprong, hopelijk is het gelukt.
“Helaas, Daniël. Niet je record. Je zult nog langer moeten trainen.” Zegt de vriend van Daniël. “waarom heb je dit flutpaard gekocht? Dit paard kan helemaal niks. Echt zonde dat je Fury hebt verkocht” zegt zijn vriend.
“Ik vind Spitfire een mooi en bijzonder paard, dus jij moet je je er niet mee bemoeien. Begrepen? Joris?” zegt Daniël geërgerd. “Zorg er maar voor dat Spitfire veilig en droog en gezond in de stal word geplaatst.” Gaat hij verder.
Even rusten, denk ik. Daarna hoop ik dat ik in de weide word geplaatst.
Ik ben nu bijna 7 jaar. Als ik goed train samen met Daniël, dan kan ik volgend jaar of over twee jaar met Daniël meedoen aan een grote wedstrijd. Ik woon nu in een rijk gezin. Ik heb een grote stal, maar er zijn hier niet veel paarden. Er wonen hier twee veulens, twee merries en een hengst. En ik ook natuurlijk, twee hengsten dus. Ik ben vader geworden van een merrieveulen. Haar moeder heet Martina, het merrieveulentje heet Rasta.
“Zo, jij staat eindelijk in de stal.” zegt Joris.
“Hey, Spitty!” hoor ik een paard naast me zeggen.
“Hey, Spotty!” zeg ik terug. Naast mij staat de andere hengst, hij heet Spot.
“Hoe ging de training?” vraagt Spot.
“Niet zo best. Ik moet beter mijn best doen, maar ik kan niet sneller. Als ik mee wil doen aan die wedstrijd moet ik beter mijn best doen.” Antwoord ik.
“Oke. Ik hoop voor je dat het je lukt.”
Joris komt eraan, hij komt Spot en mij ophalen. “zo, jullie gaan lekker naar de wei.” Yes, toch nog naar de wei.
Ik kom bij de wei aan en zie dat Martina en Rasta ook in de wei staan. Rasta komt meteen naar me toe gegaloppeerd. “hey, Rasta. Hoe gaat het?” vraag ik.
“Goed hoor, papa” antwoord ze. “wanneer ben ik zo mooi en groot als jij?”
“Dat duurt nog wel een tijdje, maar dat maakt niks uit voor jou. Hoe kleiner je bent, hoe flexibeler, je bent.”
“Ja, dat is waar. Ik ga nu naar mama toe. Doei!”
En ze galoppeerd weer naar Martina toe, en drinkt wat.
“Hey, Spitty! Kom je? We gaan een wedstrijd doen, en mijn dochter wil ook meedoen.” Dan fluistert hij iets in mijn oor. “wel wat langzamer, het moet lijken dat zij wint.”
We gaan alle drie in een rij staan.
“Klaar voor de start?!” roept Spot. “AF!”
Ik ren expres niet zo hard, zodat zijn dochter, genaamd Lara, sneller is dan mij. “Oh, nee. Lara, wat ben je snel!” roep ik.
Spot rent een klein stukje acher haar en haalt haar op het laatste moment in, alleen stopt opeens. Natuurlijk om haar te laten winnen. Denk ik.
“jippie! Gewonnen. Ik ben lekker de snelste.” Roept ze van vreugde.
“Ehm, Lara, Spit… WEGWEZEN!” roept Spot in paniek.
“Wat is er?” vraag ik snel.
“Kijk daar! Een tornado!” antwoord hij angstig terug.
Ik galoppeer zo snel ik kan naar Martina en Rasta, om ze te waarschuwen. En met zijn allen, ook de familie van Spot, hinniken we wat we kunnen, om de baas te waarschuwen. Daniël rent naar buiten om ons op te halen, maar Joris houdt hem tegen. Hij zegt iets tegen Daniël. Waarop ze allebei naar binnen gaan.
Een luid gekraak. Een boom valt om, recht op Rasta! “Rasta! Rennen! Snel” maar ze hoort me niet door de wind. Ik storm op haar af en duw haar weg…
BAM!!!
![](https://img.wattpad.com/cover/11066596-288-k615251.jpg)