hoofdstuk 50: gevangenisbezoek brengen

161 7 0
                                    


Een nacht slapen in mijn eigen bed heeft me zeker goed gedaan. Ik voel me weer fris en ben nog nooit zo vrolijk geweest in de ochtend. Normaal gesprokken hoor ik iedere ochtend: "Weer een ochtendhumeur" en vandaag voor de eerste keer hoorde ik: "Wat ben je blij deze morgen." Ik moet toegeven daar word je ook weer blijer van. Normaal gesprokken vonden mensen het altijd raar dat ik nog chagrijniger werd van hun rot opmerkingen en nu worden hun weer vrolijker van hoe ik reageer op hun opmerkingen. Dus eigenlijk is het de schuld van de andere dat ik ochtendhumeur heb. Zo simpel is het...

Het is dinsdag morgen en de rest van de school zit in de les. Ik daarentegen heb gekozen voor een vrije dag. Mevrouw Durville zou als ik het uitlegde toch wel begrijpen.

Ik loop door de herkenbare gangen van de gevangenis. Iedere muur en iedere bocht herken ik en ik weet nog hoe vreselijk ik ze vond toen ik hier binnen kwam. Ze zijn zo kil en ze maken de plek hier nog erger dan het al is. Stel je komt hier binnen met een leuk roze behangetje, dan ben je toch een stuk minder bang.

De killen gangen geleiden me naar de fouilleer kamer, die ik gister nog heb gezien toen ik weg mocht. Alles is nog precies hetzelfde en dezelfde vrouw werkt vandaag weer.

Toch is vandaag alles anders. Gisteren ging ik weg en nu kom ik. Natuurlijk kom ik nu alleen voor bezoek en zodra ik klaar ben, mag ik ook weer gaan. Ik heb deze ruimtes de afgelopen tijd genoeg gezien. Ik mis mijn kleine cel zeker niet. Het enige wat ik mis, is dat je hier niets weet van de buitenwereld. Je wereld is tussen die vier muren en daar houdt het mee op. Buiten die vier muren is alles lastiger en komen er weer problemen waar je op dat moment niet aan wilde denken.

Ik kom in een kamer die is gevuld met verschillende tafels en stoelen. Ik ga zitten aan de bezoekers kant en wacht tot Noa tegenover me komt zitten. Er zitten meerdere mensen die allemaal wachten op die ene vrouw die elk moment uit die deur kan komen lopen.

Als de deur open gaat, zie ik Noa gelijk. Zonder twijfel komt ze op me aflopen en gaat ze tegenover me zitten. Haar ogen zijn rood en het is duidelijk dat ze heeft gehuild. Op haar bovenarm is ook een donkere blauwe blek te zien en er zit een snee op haar wang. Ze ziet er slechter uit dan toen ik hier weg ging.

"Wat moet je van mij?" Ze praat snel en ze is niet duidelijk te verstaan. Ze kijkt wat wantrouwig om haar heen en ik zie verderop aan een tafeltje een vrouw zitten. Ze kijkt niet om naar haar bezoeker alleen maar Nina. Haar ogen rusten op haar en ik kan zien dat Noa er onrustig van wordt.

"Rustig, ze kan je hier niets doen." Ik leg mijn hand op de haren en ze draait haar gezicht razendsnel om. Ze kijkt me recht in mijn ogen aan en haar bruine ogen vullen zich met tranen. Eentje weet er te ontsnappen en rolt over haar wang naar beneden.

"Ik hou het hier niet meer. Kijk naar wat ze me hebben aangedaan." Ze trekt de mauw van haar shirt iets verder omhoog en op haar armen zijn nog meer sneeën en blauwe plekken te zien. Ze doet hetzelfde bij haar buiken en ook daar zijn er sneeën te zien.

"Waarom hebben ze dat gedaan?"

"Die oudere vrouw had je toch verteld dat ik geld probeerde te stelen van een vrouw. Dat is waar en blijkbaar is dat haar oma" Ze draait zich om naar de vrouw die haar al een poosje zit aan te staren. "Ze zegt dat ik er voor moet straffen en dat doet ze op deze manier"

"Ik kan je hier uit krijgen, maar dan moet je ook iets voor mij doen."

"Ik doe alles" zegt ze vlug en ik kan zien dat ze het meent. Haar gezicht krijgt weer wat meer kleur en ze lijkt een beetje op te klaren.

"Iemand heeft mijn borg betaald, maar ik heb dus geen idee wie dat is. Kan jij dat voor me uitzoeken?" vraag ik haar en ze knikt gretig. Ik heb het met haar te doen. Natuurlijk heeft ze ook een oudere vrouw beroofd, maar het lijkt er op dat ze nu wel echt spijt er van heeft.

Ik loop de gevangenis weer uit en het voelt fijn dat ik dat gewoon kan. Ik adem de frisse lucht in door mijn neus en het verlaat mijn lichaam uit mijn mond. De gevangenis leert je ook van meer dingen te laten genieten, bijvoorbeeld de frisse lucht.

"Mila, wat doe jij hier nog?" wordt er van achter me geroepen. Ik draai me om en Rafael staat voor me. Nu hij zo tegenover me staat, valt het me pas op hoe lang hij is. Ik kijk omhoog en zie hoe Rafael geniet van de moeite die ik doe om hem aan te kijken.

"Ik wil je even iets zeggen." Hij wiebelt wat nerveus op zijn lange benen en ik kan zien dat het belangrijk is wat hij me wil vertellen. "Als ik je borg kon betalen had ik het zeker gedaan. Het was nog te veel voor me. Ik werk maar als leraar en..."

"Het is goed. Ik begrijp het" onderbreek ik hem. Hij kijkt om zich heen of hij iemand ziet en buigt zich dan dichter naar me toe. Ik kan zijn warme adem voelen tegen de huid van mijn voorhoofd. Hij drukt zijn lippen tegen de huid en drukt een bescheiden kusje op mijn voorhoofd. Zo kort en toch zo lief.

"Tot morgen, op school" Hij zwaait even en ik zwaai enthousiast terug. Weer was ik even vergeten dat hij eigenlijk mijn leraar is. Hij is zo anders als de meeste leraren. Hij is natuurlijk een stuk jonger, maar ook een stuk gezelliger en enthousiaster. Het laat me steeds vergeten dat hij me leraar is en dat ik eigenlijk iets met James heb.

Eno.�T�2

boarding schoolWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu