hoofdstuk 59: Vlinders

155 6 0
                                    



Ik zit achter in de politiewagen die me zo zal afzetten bij het internaat. Om mijn enkel draag ik al het zware stuk metaal dat om de paar seconde een rood lichtje geeft. Het zit strak om gebonden en het zal er het eerste jaar niet meer af mogen, maar ik mag niet klagen. Alles had veel erger kunnen zijn.

De wagen rijdt met zwaailichten het terrein van de school op. Voor de school stopt de auto en de agent stapt uit om mijn deur te openen. Met mijn handen nog in de boeien, loop ik door de mensenmassa die zich voor de deur heeft verzameld. Allemaal kijken ze met grote nieuwsgierig ogen naar mij, mijn enkelband, en de handboeien die strak om mijn polsen zijn gebonden. De agent houdt de handboeien vast en duwt me zo naar voren door de deur heen.

Binnen in de foyer staat mevrouw Durville me op te wachten. Ze kijkt wat moeilijk naar de agent en geeft hem dan een hand om zichzelf voor te stellen. "Ik wil haar wel naar haar kamer brengen. Zou ze dan hier al los mogen. Al deze aandacht heeft ze helemaal niet nodig." De agent knikt om antwoordt te geven op haar vraag en maakt de handboeien, zoals ze heeft gevraagd, los. Mevrouw Durville bedankt hem en legt dan haar hand op mijn rug. Ze lacht me vriendelijk tegemoet en loopt dan mee naar mijn kamer.

In mijn kamer zit James op mijn bed. Hij heeft zijn ellebogen op zijn knieën geleund en zijn handen in elkaar geslagen. Hij kijkt op wanneer hij door heeft dat ik binnen kom. "Hoi, ik wou even weten hoe het met je gaat."

"Prima, ik mag niet klagen eh" antwoord ik en ik ga naast hem op mijn bed zitten. Toch loopt er een traan over mijn wang en ik kan ze na die ene traan niet meer inhouden. James schuift dichter naar me toe en slaat zijn arm om mijn heen.

"Het komt allemaal goed. Nu zal het even zwaar zijn, maar alles wordt altijd met wat tijd beter." James stopt even met zijn zin om te slikken. Hij haalt diep adem om moed te verzamelen en vervolgt: "Ik hoop dat het tussen ons ook ooit weer beter wordt."

Ik kijk in zijn mooie ogen die me verlangend aan kijken. Ik wou dat ik hem kon geven wat hij zo verdiend, maar ik kan het niet. Ik voel niet hetzelfde voor hem als hij voor mij voelt en dat heb ik denk ik ook nooit gedaan.

"James, ik..." Ik begin te stotteren van het feit dat ik hem nou moet afwijzen. "Ik vind je echt geweldig en ik denk dat je op een dag een meisje ontzettend gelukkig kan maken. Ik denk alleen niet dat ik dat meisje kan zijn. Het spijt me zo erg!"

"Het is al goed. Ik wou alleen weten waar ik aan toe was" antwoordt James tevreden en hij staat op. "Ik hoop wel oprecht dat we vrienden kunnen blijven, want je niet meer als vriendin hebben doet pijn, maar je helemaal niet meer in mijn leven hebben kan ik niet aan." James leunt naar voor en drukt een kus op mijn wang.

Dan opent hij de deur en in de deuropening staat Joeri blijkbaar ons gesprek af te luisteren. Hij kijkt gesnapt naar de grond, maar James reageert niet eens op hem. Hij loopt langs hem heen de gangen op. Joeri komt de kamer in en sluit de deur achter hem.

"Sorry, dat ik dit moest horen, maar ik wilde jullie niet storen" verontschuldigd hij zich en hij ploft neer op de plek waar James een minuut geleden zat. "Hoe is het met je? Ik hoorde van Miranda dat de hele school voor de deur stond."

"Het gaat wel. Moet er denk ik aan gaan leren wennen."

"Je moet weten dat ik er altijd voor je ben, Mila. Dat wat die advocaat zei klopte niet. Ik verwachtte al dat je strafbaar zou woorden verklaard. Dus sprak ik met mijn advocaat of ik mijne niet kan intrekken zodat het voor jou minder werd, maar ik zou inderdaad een taakstraf krijgen en het zou alleen maar ongunstig voor jou zijn. Ik heb het niet gedaan omdat het voor jou ongunstig was. Niet om de taakstraf."

"Joeri, het is goed" val ik hem in de rede, "Ik neem het je helemaal niet kwalijk."

"Nee Mila, laat me alsjeblieft even uit praten" smeekt hij bijna. Ik knik en hij vervolgt. "Ik heb gesproken met mijn advocaat en die heeft met de rechter gesproken en we kunnen de taakstraf verdelen. Zo kunnen we het samen doen en maar 60 uur en..."

Ik laat hem niet meer uitspreken en gooi blij mijn armen om zijn nek. "Joeri, je bent echt geweldig." Hij lacht hard in mijn oor en zijn handen rusten op mijn rug. In zijn armen voel ik me veilig en met hem denk ik dat ik de hele wereld aan zou kunnen.

We laten elkaar los en onderbreken de omhelzing. Onze gezichten zijn nu heel dicht bij elkaar. We kijken in elkaars ogen en eindelijk zie ik weer de persoon voor me waar ik zo verliefd op werd.

"Mila, je moet weten dat ik nooit gestopt ben met van je houden." Zijn woorden komen direct mijn hart binnen en de slapende vlinders in mijn buik worden wakker. Ze fladderen heen en weer en er is eindelijk weer dat geweldige gevoel. Het gevoel dat je de gelukkigste persoon bent die op deze aarde rond loopt en het gevoel van bangheid om het te verliezen nu je het net hebt gevonden. Je wilt het koesteren en nooit meer loslaten.

En dat is de rede waarom ik doe wat ik nu ga doen. Ik leg mijn handen rond Joeri's gezicht en ik voel zijn stoppels prikken in mijn handpalmen. Hij glimlacht en de stoppels bewegen licht over mijn handpalmen. Hij legt zijn handen weer op mijn rug en duwt mij op zijn schoot. We zoenen en van het een komt het ander.

boarding schoolWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu