11.

15 6 2
                                    

Vandaag is de dag. Vandaag laat ik een bende gewapende gekken van de ergste soort los op de stad. Vanaf vandaag kleeft er bloed aan mijn handen. Ik ga al de hele dag door op louter adrenaline en donkere opwinding die door me heen raast, ervoor zorgt dat ik al de hele dag geen hap door mijn keel krijg. Mijn handen trillen. Mijn hart gaat veel te snel.

Ondertussen zit ik in mijn auto, een weekendtas vol wapens naast me. Er zat ook een mysterieus pakje bij, waar een briefje bij zat met de tekst: "Voor Dan." Ik heb niet eens tijd gehad om me af te vragen wat er in zit. Mijn vingers tikken rusteloos tegen het stuur, houden een ritme aan dat geen melodie heeft. Moet ik dit doen? Moet ik me echt in een onzeker leven vol dood en verderf storten, opgejaagd door de politie? Moet ik alles riskeren gewoon omdat ik verliefd ben geworden op Phil Lester? Op dit punt kan ik nog terug. Ik kan mijn auto omkeren, de wapens ergens dumpen waar niemand ze zou zoeken, ontslag aanvragen en vertrekken. Vergeten dat ik glimlachte toen ik één van de pistolen in mijn handen woog. Vergeten dat ik getraind ben voor ik mijn job in Arkham mocht beginnen. Vergeten dat elke kogel zich midden in de schietschijf boorde. Vergeten, vergeten, vergeten... De vlinders in mijn buik vermoorden en mijn gevoelens voor Phil wegstoppen tot ze me verteren.

Ik trap het gaspedaal dieper in. Ik doe dat alles niet vanwege één reden: Phil. Hij heeft me doen in zien dat mijn leven saai en voorspelbaar is, dat er zoveel meer is dan handelen volgens de regels. Hij heeft me doen beseffen dat elke onmogelijke fantasie werkelijkheid kan worden. Met zijn kus heeft hij me een voorproefje gegeven van wat we kunnen zijn. En het is vooral die laatste gedachte die me doet bezwijken. De wachttoren van Arkham doemt al voor me op, en ik klem mijn stuur vast alsof het een reddingsboei is. Ik zie de dikke muren van beton, de bewakers die overal rondlopen om alle misdadigers die ik straks vrij zal laten, binnen te houden. Hoe zal Phil dit in godsnaam voor elkaar krijgen? Alles wat ik weet is mijn rol. Mensen zullen sterven vandaag, en ik moet er gewoon voor zorgen dat ik daar niet bij hoor. Over Phil maak ik me geen zorgen. Ik ken alle verhalen, weet dat hij op het gebied van moorden onverslagen is. Hem zal niets overkomen.

Ik toon mijn pasje aan de bewaker bij de ingang en wordt doorgelaten. Alles gaat veel te makkelijk. De banden van mijn auto schuren zoals gewoonlijk als ik stil ga staan, maar ik krimp toch ineen. Focus, Dan. Laat niets merken. Dit is het moment, en ik kan het niet verpesten, mag het niet verpesten. Dus zwaai ik de tas over mijn schouder en probeer niet te letten op het gewicht van de levens die op het punt staan te eindigen. Mijn handen trillen als ik de deur openduw en de witte gang in stap. Volgens Phil moet ik eerst het toilet binnengaan en mezelf bewapenen, waarna ik de verhoorkamer binnen moet en hem zijn wapens geven. Alleen al dat deel van zijn plan zorgt ervoor dat ik inwendig ga schreeuwen. Het probleem is dat ik niet weet of dat van opwinding of angst is, of een combinatie van beide. Min voetstappen lijken veel te luid door de gang te klinken, weerkaatsend tegen de muren die op me af lijken te komen. Ja, het is absoluut angst. Ik voel het koude zweet langs mijn rug lopen, ben me pijnlijk bewust van alle camera's. Tot ik de deur van de toiletten zie. Een golf van opluchting raast door me heen als ik ze openduw en de tas op de grond zet. Alles is in orde. Ik open de rits en zie het pakje weer zitten, nog steeds met het briefje er op geplakt. Ik besluit het open te maken, mijn vingers scheuren het papier open. Een rood-blauw jasje en een broek in dezelfde kleuren komen tevoorschijn, met in gouddraad iets op de rug van het jasje geschreven. Er staat: Dan Quinn, property of the Joker. Ik grijns. Een kostuum, een kenmerk. Natuurlijk. Terwijl ik mezelf in de kleren hijs, bedenk ik dat dit alles officieel maakt. Dr. Daniel Quinzel is verleden tijd. Ik ben dan Quinn, eigendom van the Joker, op het punt Arkham Asylum te veranderen in een brandende puinhoop. Ik ben niet meer bang, want als ik in de spiegel kijk staat er een grijnzende gek met een pistool, en dat ben ik. Vanaf nu zal ik nooit meer bang zijn, want iedereen zal bang zijn van mij. Met die gedachte in mijn achterhoofd en een glimmend pistool in mijn hand neem ik een klein elektronisch apparaatje uit de tas en druk op het rode knopje. Een tijdelijk krachtveld schakelt de camera's in dit deel van het gebouw uit, tot wij klaar zijn. Vanaf nu moet alles snel gaan. Ik duw de deur open en loop richting de verhoorkamer waar Phil zit. De bewakers zullen snel genoeg komen, maar zoveel zullen het er niet zijn. De helft van hen heeft zich gisteren jammer genoeg ziek moeten melden na een voedselvergiftiging door het drinken van koffie uit mijn espressomachine. Toevallig was de hunne net kapot... Nog beter is het feit dat ik een klein sleuteltje heb weten bemachtigen van die agente die een oogje op me heeft, een sleuteltje om Phil te bevrijden van zijn boeien. Ik vraag me af of ze al doorheeft dat die weg is... Het einde van de gang komt al in zicht, met de toegang tot de verhoorkamer vlak voor me.

Het is tijd voor het begin van het einde.

SmileWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu