26.

13 6 2
                                    

Mijn reflectie staart me aan vanuit de gebroken spiegel. Alles lijkt hier wel in scherven: van de glazen tot Phil's ogen als hij denkt dat ik niet kijk. We zullen altijd gebroken mensen blijven, maar samen worden we weer een geheel, als verloren stukken van een puzzel.

Ik schud mijn hoofd. Vanavond is er geen plaats voor donkere gedachten. Vanavond gaan we op date. Ik heb mijn rood-blauwe jasje aangetrokken, want uiteindelijk is dat de reden dat mensen mijn naam kennen. Een donkere jeans, simpel T-shirt en een paar rode sneakers. Phil heeft me vandaag weten te overtuigen om mijn haar rood-blauw te kleuren. Hij zegt dat het me zal onderscheiden, me speciaal zal maken. Minder gewoon, meer gestoord. Ik vind het wel leuk. Phil heeft me gezegd dat we een ritje gaan maken en wat lol trappen in de stad. Ik wist niet eens dat hij een auto had. Hij vertelde me dat ik alleen een pistool mee moest nemen, voor het geval dat. Want de stad betekent politie, de stad betekent Batman. Man, wat haat ik vleermuizen. Maar naar buiten gaan betekent ook provoceren, tonen dat we er zijn en dat we klaarstaan om de stad terug te nemen. Naar buiten gaan is laten zien wie de kroon draagt in Gotham: wij. Phil noemde me 'zijn prins' vandaag. Ik grijns nog steeds als ik er aan terugdenk.

Klaargestoomd verlaat ik de badkamer en loop de trap af, waar Phil al op me staat te wachten in een auberginekleurig hemd en een loshangende strik rond zijn nek. Zijn ogen glinsteren als hij me ziet, zijn lippen in een ondeugend lachje geplooid. Wat hou ik van mijn Joker, met zijn littekens en zijn gestoorde lach. "Klaar?" vraagt hij. Ik knik. "Altijd." Hij grijnst even en neemt mijn hand, leidt me naar een deur die me nog niet eerder was opgevallen. "Ik stel je voor", zegt hij terwijl hij de deur openzwaait, "aan mijn auto." Het licht flikkert aan en ik zie een grote, opvallende felpaarse sportwagen staan, met groene koplampen die oplichten als Phil op een knopje op de autosleutel drukt. "Wow", zucht ik. Dit is een auto die bij hem past. Ik vraag me af hoe snel hij gaat. "Kom je?" vraagt Phil. Hij houdt het portier van de passagierskant al geopend. "Dit is pas een date." Ik loop bijna op de auto af, opgewonden als een kind dat een nieuw speeltje krijgt. De zetels zijn gemaakt van een comfortabel groen leder en in de ruimte tussen de twee stoelen staat een koelbak met een fles champagne in. Kan het nog beter? Phil laat de kurk de auto uit knallen voor hij de deuren sluit en neemt dan eerst zelf een flinke slok vooraleer de fles aan mij te geven. "Zou je niet nuchter moeten zijn als je rijdt?" vraag ik plagend. "Eigenlijk wel, maar maakt dat alles niet net een beetje spannender?" Ik zet de fles aan mijn lippen, neem een lange slok van het bubbelende goedje en grijns dan naar Phil. "Rijden maar, puddin'." Hij lacht even, en ik zie dat de poort zich langzaam opent. "Hou je vast!" roept hij uit boven het grommende geluid van de startende motor. Dan drukt hij het gaspedaal in en scheuren we de garage uit, de nacht in. De banden gieren over de straat, gebouwen flitsen aan ons voorbij, Phils lach echoot overal doorheen en ik lach met hem mee, we zigzaggen tussen de auto's door, besteden geen aandacht aan rode lichten of verkeersborden. De champagne en de snelle auto maakt ons roekeloos, Phil scheurt door bochten en ik gil van plezier. We rijden rond andere auto's, laten straatlantaarns versmelten tot één lange streep licht die we uitlachen met onze snelheid. Ik weet niet hoelang we zo doorgaan, tien minuten of een uur, maar het kan me niet schelen.

Ik heb nog nooit zo veel plezier gehad.

SmileWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu