Hoofdstuk 13 (Doctor's New Plan)

318 17 6
                                    

Niall's P.O.V.

Ondanks de houding van Jonathan kan ik het niet aan om maar gewoon weg te gaan. Ongeduldig wacht ik tot hij weg gaat en dan loop ik naar de receptionist toe. "Hey. Weet jij waar Ceanna Moon ligt?" vraag ik snel.

"Heeft mijn collega je niet meegenomen naar haar toe?" vraagt ze verbaasd. Ik schud mijn hoofd.

"Ik was net naar de wc. Waarschijnlijk ben ik haar misgelopen," lieg ik snel. De receptioniste knikt en kijkt snel in de computer.

"Ze ligt in kamer 217. Met de lift of trap naar boven naar de tweede etage, naar links en weer naar links en dan vind je het van zelf," glimlacht ze.

"Dankjewel," zeg ik.

"Geen dank." Ik loop snel weg en ren de trap op. Ik had ook wel de lift kunnen nemen, maar dan moet ik op de lift wachten en ik hou niet heel erg veel van liften. Ik word er altijd claustrofobisch van. Als het moet doe ik het wel, maar als het niet persé hoeft is de trap beter.

Ik volg de instructies van de receptioniste op en al snel sta ik voor kamer 217. Ik klop zachtjes op de deur en loop dan naar binnen. Het is een saaie ziekenhuiskamer voor één persoon. Ceanna zit in een wit bed. De rugleuning heeft ze een stuk omhoog gezet, maar niet heel erg veel. Ze heeft een slangetje die zich bij haar neus in tweeën opsplitst en allebei haar neusgaten in gaat, je weet wel zo eentje die ze gebruiken om iemand extra zuurstof te geven, en een infuus in haar hand waar een doorzichtige vloeistof door heen gaat. Ze draagt zo'n ziekenhuis hemd die ze geven als je geopereerd wordt.

"Niall?" zegt ze verbaasd. Haar stem klinkt niet meer als die van haar. Al het zangerige is eruit gehaald en het heeft een schorre, zwakke stem overgelaten die een beetje kraakt. Ik loop snel op haar af. Ze is bleek en kijkt licht stoned uit haar ogen. Het geeft me het vermoeden dat de doorzichtige vloeistof een soort pijnstiller is. Ik ga naast haar bed zitten en pak met één hand voorzichtig haar hand waar het infuus in zit vast.

"Hey," fluister ik.

"W-wat doe je hier?" vraagt ze. Ik voel mijn hart in stukjes breken. Ze wil me hier niet hebben..

"I-ik heb hier uren gewacht om te kijken hoe het met je gaat. Lyam had me gebeld," zeg ik onzeker.

"Dat is apart. Jonathan zei dat je niet kon komen," zegt ze. Oké, ik weet dat Jonathan haar neef is en dat ze waarschijnlijk close met hem is, maar ik begin hem echt te haten. Waarom doet hij er nou alles aan om ons uit elkaar te krijgen? Ik snap dat het dat hij mij de schuld geeft van wat er met Ceanna is gebeurd, dat doe ik zelf ook, maar in de media heb ik echt al honderd keer gehoord dat Jonathan zo aardig zou zijn. Ze hebben hem zelfs een paar jaar geleden uitgeroepen tot 'aardigste beroemdheid'. Ik snap niet hoe iemand die volgens elk verhaal absurd aardig hoort te zijn, zo gemeen kan doen.

"Hij ging daar waarschijnlijk gewoon van uit, omdat hij me niet had gezien," lieg ik. "Ik zat in een beetje een afgelegen wachtruimte." Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om haar te vertellen waarom hij dat heeft gezegd. Het is wel duidelijk dat het niet helemaal goed gaat nu en om haar dan ook nog in te lichten over de houding van haar neef. Een leugentje om best wil mag toch wel zo nu en dan?

"Dat is jammer. Jonathan is geweldig. Je had hem vast aardig gevonden," glimlacht ze zwak.

"Ja, vast en zeker," lieg ik weer. Ik geef haar de nepste glimlach die ik ooit in mijn leven heb gemaakt. Ik bedank stilletjes de wereld dat ze aan de pijnstillers zit en dus alsnog, ondanks dat hij super nep is, niet doorheeft dat ik lieg. "Hoe ben je hier eigenlijk beland?" vraag ik na een korte stilte.

"Ik ben uit mijn bed gevallen en kreeg toen geen lucht meer," antwoordt ze. Ze klinkt alsof het helemaal niks raars is. Alsof het doodnormaal is om uit je bed te vallen en dan in het ziekenhuis terecht te komen. Ik denk dat het door de pijnstillers komt, maar ergens zit zo'n irritant stemmetje die me wijs probeert te maken dat het normaal voor haar is, omdat ze zo veel tijd in het ziekenhuis heeft doorgebracht.

"Hebben ze het kunnen oplossen?" vraag ik. Mijn hart bonkt in mijn keel en ik heb een 'ja' nodig. Ik kan het niet aan als ze 'nee' zegt.

"Ja, op de een of andere manier is dit een goed iets," zegt ze met een kleine glimlach.

"Hoe kan dit een goed ding zijn?" vraag ik versteld. Ik breek mijn hoofd over wat voor iets goeds je kan halen uit in het ziekenhuis belanden. Ik voel mijn hoofd gewoon bijna kraken door het harde nadenken, maar ik kom echt op niks. Ik zie er niks goeds aan.

"De reden waarom ik niet meer adem kon halen was doordat de val mijn longen nog erger had beschadigd." Ceanna stopt heel even. Ze sluit even haar ogen en haalt diep en zwaar adem. Ik voel paniek mijn lichaam overnemen, maar voordat ik iets kan doen praat ze alweer verder en zijn haar ogen weer open. "De reden waarom ze mijn longen niet konden genezen was, omdat ze de beschadigingen niet goed genoeg konden zien om te bedenken wat ze eraan konden doen. Nu de beschadigingen groter zijn kunnen ze dat wel." Ze stopt weer even en doet hetzelfde als net. Nu raak ik alleen niet in paniek. Waarschijnlijk doet ze het om adem te hebben voor de volgende paar zinnen. Dit blijft ze dus waarschijnlijk ook gewoon om de paar zinnen doen.

"Het probleem waar ze niet goed achter konden komen was blijkbaar dat er wat zenuwen in mijn longen zijn beschadigd, waardoor ze pijn gaan doen als ik normaal adem haal en in combinatie met dat ik zo lang lucht toegevoerd kreeg zijn mijn longen zeer verzwakt en daardoor was het zo moeilijk om deze reden te zien. Wat ze dus nu willen doen is dat ze de beschadigde zenuwen verwijderen. Ik heb dan niet echt gevoel meer in mijn longen, maar dan zou ik in combinatie met therapie gewoon weer adem kunnen halen na een tijdje." Ik begin te stralen.

"Ceanna dat is geweldig!" roep ik enthousiast. Natuurlijk roep ik niet heel hard ofzo. Dit is een ziekenhuis, maar wel hard genoeg om haar te laten weten hoe blij ik ben met dit nieuws. Het voelt alsof ik al jaren met een zwaar gewicht op mijn schouders liep en die er nu af gehaald is. Mijn emoties lopen door elkaar heen. Ik voel me enthousiast en blij, maar vooral opgelucht. Heel erg opgelucht.

"I know. Volgens de dokter zou ik met een beetje geluk zelfs weer kunnen dansen." Ik zie de hoop in haar ogen en ik hoop met al mijn hart dat dit ook echt gaat gebeuren. Ik ben bang dat als ze weer gaat dansen dat ik haar minder te zien krijg, maar dat zou het waard zijn. Ceanna IS dans. Het zou zo veel voor haar betekenen als ze het weer zou kunnen. Ik zou er zonder meer het er voor over hebben dat ik haar dan wat minder kan zien. Ik wil alleen maar dat ze gelukkig is.

"Ik hoop het zo erg voor je," zeg ik.

"Ik ook." Daarna praten we nog een beetje. Totdat Ceanna in slaap valt.

------------------------------------
Graag gedaan mensen. Opeens is dat ze is opgenomen in het ziekenhuis niet meer zulk heel erg erg. :)
Denk aan de wedstrijd in het vorige hoofdstuk! Er heeft pas 1 iemand gereageerd. Dezelfde persoon btw die je kan bedanken voor dit hoofdstuk. Ik was eigenlijk pas van plan om er later wat op te zetten, maar ik had door al haar comments heel erg veel inspiratie en motivatie. Bedankt @renskejulia
Xxx Me

Dancing LegWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu