Hoofdstuk 2

253 22 16
                                    

De volgende ochtend werd Rubi meteen herinnerd aan de avond daarvoor bij het zien van het bloed op de jurk die ze gisteren aan had gehad. Terwijl ze zichzelf in een schone onderjurk hees en haar schoenen vastmaakte speelde ze de gebeurtenissen van gisteravond nog eens af in haar hoofd. Volledig in gedachten greep ze de jurk die op de grond lag en legde die in de woonkamer op een stoel. Ze liep naar de achterkant van de kamer en haalde daar een teil vandaan. De teil nam ze onder haar arm en ze liep ermee naar het grote plein, waar een waterpomp stond. Het water zorgde voor een oorverdovend geluid toen het in de lege metalen teil kletterde. Even hield Rubi haar hand onder de straal, het water was koud en zorgde ervoor dat ze haar hand snel terugtrok. Toen de teil vol was tilde Rubi deze op om met moeite terug te lopen naar haar huis. Ze liet de teil voor het huis staan en trok de jurk in de kamer van de stoel. Deze nam ze mee naar buiten, samen met een blokje dat haar moeder en zij vaak gebruikten voor de was. Rubi gooide eerst wat water in haar gezicht en haalde het overtollige water van haar gezicht in een snelle beweging met haar onderjurk. Daarna gooide ze haar vieze jurk in het water en begon over de bloedvlek heen te wrijven met het blokje. Haar werk was niet voor niets want de vlek op de jurk vervaagde en was na een tijdje helemaal niet meer te zien. Het water had een vage rode gloed gekregen en Rubi gooide de teil om, voor de goot die voor alle huizen langs lag. Ze keek toe hoe het water zich een weg door de goot baande, langs alle obstakels die een poging deden om het tegen te houden. Onbewust droomde ze weg in een gedachte, een droom die ze al zo lang had. Haar gedachten werden echter ruw onderbroken toen iemand tegen haar aanliep waardoor zij in onbalans raakte en op de grond belandde. Geïrriteerd keek ze om naar de gestalte die gewoon verder rende. Zijn kleding was vies en zat vol met gaten. Hij had een bruin pakketje in zijn handen en keek nog eens vluchtig achterom. Een moment later hoorde meerdere rennende voetstappen aankomen en ze draaide haar blik naar de bron van het geluid.
"Daar is hij!" riep een van de mannen die aan kwam rennen. De mannen waren gehuld in een zwart uniform en hadden een ster op hun uniform geborduurd. De rest van het uniform was versierd met beige en witte details. Dat was alleen niet hetgeen dat aandacht trok, het zwaard dat aan hun zij bungelde trok alle aandacht naar zich toe. Dit waren de handhavers van de orde, in deze stad. De laagste rang van hen hield zich bezig met de straatdieven, zoals de jongen die net voorbij kwam rennen. Een van de mannen stopte terwijl de anderen doorrenden. Hij wierp een blik op zijn collega's, maar die leken niet te merken dat hij niet meer achter hen liep. Het was een lange en niet al te brede man. Hij had een kleine snor en een stoppeltjesbaard. Zijn ogen waren helderblauw en haakten zich vast in die van Rubi. Het duurde dan ook even voordat ze doorhad dat hij zijn hand uitgestoken had. Rubi's bloed steeg naar haar hoofd en snel nam ze zijn hand aan. Ze werd soepel omhoog getrokken en kwam daardoor iets te dichtbij het gezicht van de man, die haar ondertussen niet onopvallend bestudeerde. Snel deed Rubi een stap achteruit en stotterde ze een bedankje. Een grijns verscheen op het gezicht van de man die haar hand nog steeds vast had. Hij ging door zijn knieën en gaf Rubi een snelle kus op de rug van haar hand.
"Graag gedaan vrouwe," zei hij daarna, terwijl hij Rubi's blik weer gevangenhield met zijn ogen. Daarna liep hij terug in de richting waar hij vandaan was gekomen. Hij wendde zijn blik pas af toen hij de hoek om ging en liet Rubi verbijsterd achter.

Toen Rubi weer in staat was om te bewegen kneep ze het overtollige water zo goed mogelijk uit de jurk en hing deze op aan de waslijn die binnen hing. Haar gedachten waren echter nog steeds ergens anders. May verstoorde Rubi's gedachten echter ruw door de deur van het huis met een klap open te gooien. Triomfantelijk kwam ze binnen stappen met een brede lach op haar gezicht.
"We kunnen zwemmen vandaag, het strand is vrij," riep ze toen ze Rubi's vragende blik zag. Toen verscheen er ook op Rubi's gezicht een brede glimlach. Aan de rand van de stad was een kleine open plek aan de zee die vol lag met zwarte rotsen. Hier kon je echter heerlijk zwemmen en duiken. Het was dan ook een van de favoriete plaatsen van de vriendengroep. May hield de deur open en greep de teil met haar andere hand. Ze zwiepte hem blindelings achteruit. Met een luide knal kwam hij daarna tegen de muur terecht, waar hij een grote kras op achterliet.
"Rubi, wat doe je?" werd er vanuit de kamer van Rubi's moeder geroepen. Rubi en May hoefden elkaar maar aan te kijken en haastten zich daarna uit het huis. Ze renden de straat uit en barstten in lachen uit toen ze de hoek om waren, wat een aantal geërgerde blikken van voorbijgangers opleverde. Rubi en May maakten zich snel uit de voeten en gingen richting het strand. Onderweg pikten ze ook Shay op, die behoorlijk chagrijnig was door de kater van gisteravond. Veel werd er ook niet gezegd onderweg, aangezien Shay toch overal sarcastisch op zou reageren. De gezellige sfeer van net was dan ook ver te zoeken. Een blik tussen Rubi en May was genoeg om te zien dat ze er beide hetzelfde over dachten. Rubi en May begonnen een liedje te zingen en sprongen al snel mee op het ritme. Shay's gezicht werd met de minuut chagrijniger maar de vriendinnen trokken zich er niets van aan. Tot Shay op een gegeven moment iets onverstaanbaars naar hen toe schreeuwde. Rubi gaf May een blik en May knikte naar haar. De pretlichtjes waren zichtbaar in Rubi's en May's ogen. May liep recht op Shay af, gaf hem een knuffel en woelde door zijn haren.
"Niet zo chagrijnig Shaytje." Dat was de druppel voor Shay, hij schreeuwde het uit en May maakte zich uit de voeten. Rubi bleef even staan maar toen Shay op haar afgestormd kwam maakte zij ook dat ze wegkwam. Een kleinbeetje zand op de klinkers in de weg verraadde dat ze bijna op het strand waren. Rubi hoorde de voetstappen van Shay achter haar en ze sloeg de hoek om in de hoop hem voor te blijven. Ze voelde echter al snel een paar sterke armen om haar middel en even later vloog ze in de lucht, met haar rug tegen Shay's borst aan geduwd.
"Shay, laat me los!" riep ze terwijl ze hevig tegenstribbelde. Een schamper lachje verliet Shay's mond.
"Echt niet, had je dat maar niet moeten plannen." Terwijl hij dat zei zwaaide hij Rubi door de lucht en even later maakte ze een vrije val. Een gil verliet Rubi's mond, die werd echter gesmoord door de grote hoeveelheid water die ze binnenkreeg toen ze kopje onder ging. Hoestend kwam ze weer boven en even later landde May naast haar. Ook zij had niet aan Shay kunnen ontsnappen. Beide keken ze omhoog, langs de rots waar Shay op stond alsof hij een of andere koning was. Rubi schudde haar hoofd en een kleine glimlach was te zien om haar gezicht. Even later zwom ze weg, naar de kust. De golven zorgden ervoor dat ze minder moeite had om naar het strand te komen. Ze klom op een grote rots en trok daar haar onderjurk uit zodat ze alleen nog haar ondergoed aan had. De jurk legde ze zo neer dat hij in de zon lag zodat de jurk kon drogen. Ze keek omhoog en sloot even genietend haar ogen, de zon verwelkomend op haar gezicht.

Een minachtende opmerking werd haar kant op geslingerd. Verstoord opende Rubi haar ogen en draaide ze zich om. Ze keek recht in het gezicht van Peggy en haar groepje volgers van wie ze de namen niet kende. Peggy liep verder en duwde met haar schouder tegen die van Rubi. Rubi had dit alleen al aan zien komen en gaf niet mee. Peggy's ogen spuwden vuur toen ze doorliep zonder iets te zeggen. Haar groepje volgers liep met haar mee. Rubi keek ze nog even na en zag May ook in de richting van de kust zwemmen. Shay zwom een eindje achter haar maar kwam snel dichterbij. Rubi wachtte geduldig tot ze ook op de wal stonden. Haar ogen speurden ondertussen de horizon af en ze droomde weg bij het zien van de schepen. May klom aan wal en Shay stond niet veel later naast haar. Ook May trok haar kleding uit zodat die kon drogen en legde het naast die van Rubi terwijl ze een blik wierp op Peggy's groepje dat aan het pootjebaden was.
"We kunnen wel blijven, zij gaan toch niet verder dan dat," zei May toen ze Rubi zag kijken. Rubi knikte afwezig en Shay keek haar even onderzoekend aan. May draaide zich om om terug te lopen naar het water maar Shay bleef even staan wachten op Rubi.
"Ga maar, ik ga even wat anders doen," mompelde Rubi terwijl ze haar jurk van de rots griste en deze weer aantrok. Shay knikte langzaam maar liep daarna toch terug naar May. Rubi schonk hem nog een flauwe glimlach voordat ze wegliep. Rubi voelde zich schuldig over het achterlaten van haar vrienden maar liep toch stevig door. Ze schoot door een aantal steegjes totdat ze bij haar huis aankwam. Ze stapte voorzichtig naar binnen en trok onderweg naar haar kamer haar natte onderjurk uit. Die ze achterliet op de stoel in haar kamer zodat hij kon drogen. Daarna trok ze een nettere jurk aan, ze koos voor haar afgetrapte platte schoenen en liep weer naar buiten. Haar moeder was waarschijnlijk op de markt aan het werk. Rubi liep echter niet in de richting van de markt maar in de richting van de haven.

Toen Rubi in de haven aankwam was het erg druk. Mannen liepen met zware kratten naar de markt en kwamen met lege weer terug. Een aantal van hen ontblootte hun verotte tanden toen ze Rubi voorbij liepen. Ze probeerde geen angst te tonen en deed haar best om de mannen te negeren, voor zo lang dat ging. Ze liep voorzichtig op een smal gebouwde man af. Hij leek niet erg oud en had een vriendelijke uitdrukking op zijn gezicht. Toen Rubi bijna naast hem stond schraapte ze voorzichtig haar keel. Verbaasd keek de man op.
"Kan ik u helpen?" vroeg de man toen hij Rubi zag. Rubi knikte langzaam en haar blik ging zenuwachtig heen en weer.
"Werkt u op het schip dat daar ligt?" De man knikte en keek even achterom naar de Amarelia. Rubi bleef even stil.
"Zou je mij het schip eens willen laten zien?" vroeg ze terwijl ze haar ogen niet van de Amarelia af kon houden. Toen ze haar blik had weten af te wenden was de man naast haar weg.
"Kom je nog?" hoorde Rubi even later. De man was een eindje vooruit gelopen en stond nu op haar te wachten. Rubi's hart bonkte in haar keel en spanning bouwde zich op in haar buik. Toch liep ze achter de man aan over de loopplank.

________

Dankjewel voor het lezen! Een stem of comment vind ik altijd leuk!

RevelationWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu