Hoofdstuk 14

74 12 3
                                    


Rubi moest moeite doen om Ezio bij te houden. Hij stapte snel over het bijna lege plein. Rubi's mond vertrok in een streep terwijl ze hem volgde. Het feit dat Ezio geen informatie met haar deelde frustreerde haar nog meer. Ze kwamen uit in een donkere hoek van het plein. Rubi stootte bijna haar hoofd aan het bord dat uitstak en aangaf dat de kroeg ook slaapplaatsen verhuurde. Ze wist echter nog net op tijd te bukken. In de hoop dat niemand het gezien had stapte ze achter Ezio naar binnen. Het interieur van de kroeg was erg gedateerd en stoelen leken bijna uit elkaar te vallen. Er zaten gaten in de tafels en vlekken op de muur waar Rubi de herkomst niet van wilde weten. Het kleine aantal mensen dat in de kroeg zat stopten met wat ze aan het doen waren en staarden Rubi en Ezio aan. Ezio zigzagde ondertussen tussen de tafels door in de richting van de bar. Om maar niet vreemd aangestaard te worden besloot Rubi hetzelfde te doen.
"Deur, aparte kamers," was wat Rubi nog op wist te vangen van het gesprek tussen Ezio en de barman. Ezio liep zonder een woord tegen Rubi te zeggen naar een deur in de hoek van de kroeg. Rubi wierp nog een blik op de barman, die haar vreemd aankeek, voordat ze ook in de richting van de deur liep. Ze zuchtte opgelucht toen ze ontsnapt was aan de blikken van de gasten in de kroeg. Ze ging de trap, die achter de deur lag, op en kwam daar Ezio tegen. Hij hield een sleutel in zijn uitgestoken hand, die Rubi van zijn hand af pakte.
"Dat is jouw kamer," mompelde hij voor hij de deur van zijn eigen kamer achter zich dichtsloeg. Rubi schudde met haar hoofd en schuifelde naar haar eigen kamer. Ze opende de deur, en stapte de kamer in. De deur sloot ze achter haar. Een muffe lucht hing in de kamer. Rubi liep dan ook meteen naar een raam, dat ze openzette. De kamer was niet groot, maar zou prima voldoen als verblijf voor de nacht. Rubi schoot uit haar kleren en kroop onder de dekens. Het was flink afgekoeld buiten dus Rubi was blij met de dikke dekens die haar warmhielden. Ondanks dat ze met Ezio's gedrag in haar hoofd bleef zitten viel ze al snel in slaap, moe van alle nieuwe informatie en indrukken van de dag.

Rubi werd dan ook de volgende ochtend pas wakker, van de tjirpende vogels die over het stadje heen vlogen. Zonlicht viel naar binnen en zo te horen was het leven op het plein weer op gang gekomen. Luid gepraat en gelach klonk door het open raam. De kou van die nacht hing nog in Rubi's kamer ondanks de zonnestralen, wat ervoor zorgde dat Rubi nog even onder de dekens bleef liggen. Toen ze goed wakker was kwam de realiteit weer terug. Ezio praatte niet tegen haar en magie was nu een onderdeel van haar leven. Ze kreunde en kwam langzaam uit bed, kou sloeg als een deken om haar warme benen. De koele stof van haar broek raakte haar benen en zorgde voor kippenvel. Een koude rilling liep over haar rug heen, waardoor ze zich nog sneller aankleedde. Haar buideltje met geld hing ze weer om haar nek en ook het boek, dat ze gisteravond op de zijkant van het bed had neergelegd, pakte ze op. Daarna stapte ze door de deur die ze geopend had en die ze ook weer achter zich sloot. Ze draaide de deur met de sleutel op slot en liep naar beneden. Toen ze in het kroeg gedeelte kwam was het rustig, de barman stond verveeld te wachten. Toen Rubi de sleutel op de bar legde mompelde hij iets, waarna hij weer verveeld voor zich uit staarde. Rubi voelde zijn ogen echter in haar branden rug toen ze de kroeg uit liep. Terwijl ze naar buiten stapte snoof ze de frisse lucht op. Het plein was nu gevuld met mensen die kleding wasten, eten haalden of gewoon rondliepen voor wat frisse lucht. Rubi haalde wat geld uit haar buideltje en liep naar het eerste kraampje dat ze zag, daar kocht ze haar ontbijt. Veel om uit te kiezen was er niet, maar Rubi was blij dat ze iets kon eten. Ze ging op een steen aan de rand van het plein zitten en peuzelde daar rustig het brood op dat ze gekocht had. De zonnestralen verwarmden haar gezicht en genietend kneep ze haar ogen dicht. Ze werd echter snel verstoord door een schaduw die over haar heen viel, iets dat ze merkte doordat het licht achter haar ogen ineens weg was. Ze opende haar ogen en keek recht in het gezicht van Ezio. Zijn ogen waren rood en opgezwollen en donkere kringen zaten onder zijn ogen. Het leek alsof hij de hele nacht niet geslapen had.
"Wat zie jij er beroerd uit," was het eerste dat Rubi uit wist te brengen. Ze ging wat meer rechtop zitten zodat ze Ezio beter aan kon kijken. Hij opende zijn mond maar wist geen geluid uit te brengen. Hij sloot zijn mond dan ook weer snel en zuchtte.
"Sorry van gisteren," wist hij uiteindelijk uit te brengen terwijl hij zijn hand door zijn haren haalde. Hij ging naast haar op de steen ging zitten, waardoor Rubi gedwongen werd om op te schuiven. Ze draaide haar hoofd opzij om Ezio aan te kijken. Een glimlach verscheen op haar gezicht.
"Alles vergeven," zei ze. Het leek alsof er een last van Ezio's schouders viel door de zucht die hij liet horen. Er brak ook een kleine glimlach door op zijn gezicht. Ze bood Ezio haar laatste stukje brood aan, dat hij maar al te graag aannam.
"Zullen we dan maar weer op pad gaan?" zei Ezio toen hij het brood op had. Rubi knikte als antwoord en stond op. Ezio volgde en samen liepen ze het plein over, naar de stallen waar ze de paarden hadden achtergelaten. Daar was dezelfde jongen aan het werk als de avond ervoor. Toen hij Rubi zag verscheen er een grote glimlach op zijn gezicht.
"U wilt weer vertrekken?" vroeg hij Rubi, zonder Ezio een blik waardig te gunnen. Rubi knikte maar als antwoord, aangezien ze er vrij zeker van was dat ze in lachen uit zou barsten, door Ezio's blik, als ze haar mond zou openen. De jongen rende weg, om even later met twee gezadelde paarden terug te komen lopen. Hij liep met ze naar buiten terwijl Rubi en Ezio volgden. De jongen hielp hen op het paard en Rubi bedankte hem voordat ze vertrokken. De jongen keek hen na totdat ze uit het zicht waren.

Rubi en Ezio reden al snel weer door bebost gebied. Het zonlicht viel tussen de bladeren van de bomen door en zorgde voor een mooi schouwspel. Rubi genoot dan ook van het uitzicht en keek genietend rond. Ezio was opvallend stil, maar Rubi besloot er niets van te zeggen. De rit verliep rustig, ze waren nu op weg naar Tudrin, de plaats die Rubi had doorgekregen als laatst bekende verblijfplaats van de kapitein. Het was een klein plaatsje met een haven waar weinig gecontroleerd werd. Een ideale ligplaats voor iemand die niet gevonden wilde worden. Het was een lange reis, maar Rubi en Ezio gingen er vanuit dat ze konden overnachten in kleine stadjes en dorpjes die ze onderweg tegenkwamen.
"Zullen we even pauzeren?" vroeg Rubi aan Ezio zonder op antwoord te wachten. Ze had een zere kont en zere spieren van het rijden. Ze zuchtte opgelucht toen ze eenmaal met beide benen op de grond stond en een paar stappen zette, haar paard zette ze vast aan een boom. Ezio stopte zijn paard ook en maakte deze ook vast aan een boom. Hij plofte neer op een boomstronk en zuchtte. Toen Rubi een paar keer heen en weer gelopen was ging zij ook zitten.
"Heb je enig idee hoever we nu ongeveer zijn?" vroeg Rubi. Ezio schudde zijn hoofd.
"Ik kan alleen maar gokken," zei hij. Even bleef het stil.
"Ezio?" vroeg Rubi voorzichtig? Ezio draaide zijn hoofd bij als reactie.
"Wat doen we als we de kapitein niet vinden?" vroeg Rubi onzeker. Het had een hele tijd in haar achterhoofd gespeeld, maar ze had het steeds weer naar de achtergrond weten te duwen. Ezio haalde zijn schouders op.
"Dan vinden we een andere weg."
Rubi knikte langzaam en zette de gedachte weer van haar af. Om haar gedachten ergens anders te houden tekende ze figuurtjes in het zand. Terwijl ze dat deed hoorde ze water stromen. Als reactie schoot Rubi overeind en draaide ze in de richting van het water. Ze stapte voorzichtig het bos in.
"Wat ga je doen?" riep Ezio haar na. Rubi nam echter niet de moeite om te reageren en liep door het bos, dat steeds dichter werd. Takken striemden door haar gezicht en bleven hangen in haar kleding. Toen ze merkte dat er meer licht tussen de bomen door viel begon ze nog sneller te lopen. Het geluid van water werd steeds luider en niet veel later zag ze waardoor het geluid geproduceerd werd. Een klein beekje krabbelde over de stenen heen en eindigde in een meer. Zonder erbij na te denken trok Rubi haar kleding uit en gooide het over een tak. In haar ondergoed stapte ze voorzichtig het meer in. Het water had een aangename temperatuur en was zo helder dat Rubi de bodem kon zien. Kleine visjes schoten weg waar Rubi kwam en cirkels vormden in het water door Rubi's bewegingen. Toen ze zich omdraaide kreeg ze in de gaten dat Ezio op de kant naar haar stond te kijken. Ze zwaaide naar hem en liep zover terug dat hij haar kon horen.
"Kom erin!" riep ze hem toe. Dit liet Ezio zich geen twee keer zeggen en ook hij sprong het water in nadat hij zijn kleding over een tak gehangen had. Door zijn gespetter werd Rubi helemaal nat hierom spetterde ze wat water zijn kant op. Dat eindigde in een heus watergevecht waardoor ze niet veel later allebei drijfnat waren en de slappe lach hadden. Ze liepen samen naar de kant, waar ze neerploften in de zon om weer op te drogen. Rubi was blij dat ze weer schoon was, en zo te zien had het Ezio ook goed gedaan. Een lach stond weer op zijn gezicht en zijn ogen waren een stuk helderder. Rubi glimlachte nog eens naar Ezio voordat ze haar hoofd neerlegde en haar ogen sloot. Ze werd gewekt door Ezio die voorzichtig op haar schouder tikte.
"Het gaat zo schemeren, we moeten ergens een overnachtingsplek vinden," was wat hij tegen Rubi zei. Rubi knikte als antwoord en zag dat de zon inderdaad laag aan de horizon stond. Ze wreef in haar ogen, hopend de slaap weg te wrijven. Toen dit niet werkte stond ze op en rekte ze zich uit. Het dutje had haar goed gedaan, ze was wat stijf maar haar spieren waren een stuk minder pijnlijk dan eerder die dag. Ezio ging voorop, terug het bos in. Rubi probeerde takken uit haar haren en kleding te houden toen het bos dichter werd maar het mocht niet baten. Takjes braken af en bleven hangen in haar vochtige haren. Dat zorgde voor een grote lachbui van Ezio toen hij zich omdraaide toen ze terug bij de paarden waren. Rubi wierp Ezio een vuile blik toe, wat er alleen maar voor zorgde dat hij nog harder begon te lachen. Rubi haalde haar hand voorzichtig door haar haren maar bleef al snel hangen in de klitten waar de takjes in vast zaten.
"Mag ik wat hulp?" vroeg Rubi aan Ezio, terwijl ze aan een takje in haar haar stond te trekken. Toen Ezio weer op adem gekomen was hielp hij Rubi en klommen ze weer op de paarden. Ze volgden het pad verder naar het noorden en merkten dat het bos minder dicht werd. De zon was weer te zien aan de horizon en er lag een oranje gloed over het landschap. Ze lieten de paarden flink doorstappen in de hoop voor dat ze voor het donker een plaats vonden om te overnachten.

___

En nog een hoofdstukje, we gaan voorzichtig door dankzij de NANOWRIMO!

RevelationWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu