Hoofdstuk 11

80 15 2
                                    


Al snel dwaalde Rubi rond in de smalle straatjes en steegjes die op de hoofdweg uitkwamen. Ze genoot van de rust die er hing. Die rust werd echter ruw verstoord door een schreeuw. Geschrokken draaide Rubi zich om, naar de bron van het geluid. Ze keek verbijsterd naar het schouwspel dat zich voor haar ogen afspeelde. Twee mannen stonden zij aan zij tegenover iemand, die ze ingesloten hadden tegen de muur. Het gezicht van die persoon zat onder het bloed en hij kreeg rake klappen te verduren. Rubi wilde zich weer omdraaien en maken dat ze wegkwam maar ze realiseerde zich net op tijd dat de persoon die aangevallen werd wel heel veel op Ezio leek. Voorichtig zette ze een paar stappen dichterbij.

"Rubi", kwam paniekerig uit zijn mond. Nu wist Rubi zeker dat het Ezio was, waana ze zonder na te denken op de twee aanvalllers afstevende. Ze gooide haar gewicht tegen de eerste aanvaller waardoor hij naar de grond ging, uit balans geraakt door het plotselinge gewicht dat tegen hem aan duwde. In een poging om zich overeind te houden greep hij de andere aanvaller, die daardoor ook zijn balans verloor en omviel. Dit gaf Rubi net genoeg tijd om Ezio bij hen weg te trekken. Ze greep hem bij zijn bovenarm en probeerde hem overeind te houden terwijl ze hem meetrok. Toen ze samen op de hoofdweg aankwamen wierp Rubi snel een blik achterom, voordat ze zouden opgaan in de drukte. De mannen die Ezio hadden aangevallen trokken zich terug in de donkere steegjes.
"Oke, het is veilig", zei Rubi tegen Ezio, die zich daarna met een diepe zucht op de grond liet zakken. Even dacht Rubi dat ze hem kwijt was maar al snel zag ze dat hij nog bewoog.
"Wat doe je hier ube...", Rubi bedacht zich en onderbrak zichzelf. "Laat ook maar, eerst je wonden behandelen", dacht ze hardop terwijl ze haar blik door de straat liet glijden. Ze sloeg Ezio's arm om haar heen en hielp hem overeind. Op die manier strompelden ze samen verder. Rubi bezweek bijna onder het gewicht van Ezio, maar forceerde zichzelf om door te lopen. Opeens zag ze een van Ezio's aanvallers in de menigte, hij leek naar iemand te zoeken. Paniek kwam op bij Rubi en ze zocht naar een uitweg. Tevergeefs, ze konden geen kant op. Ezio viel steeds verder weg en zou niet snel genoeg weg kunnen komen, daardoor was vluchten ook uitgesloten.
"Psst", hoorde Rubi naast haar. Schichtig keek Rubi in de richting waar het geluid vandaan kwam. Daar zag ze een vrouw, gekleed in een lange mantel. Ze had haar muts op en haar gezicht verdween in de schaduw ervan. De vrouw wenkte Rubi en hield de deur van een huis open. Even twijfelde Rubi, maar ze besloot al snel dat dit de betere optie was. Rubi trok Ezio mee en stapte door de deuropening terwijl ze de vrouw met een snelle blik bestudeerde. De felgroene ogen leken wel door haar heen te gaan, Rubi keek dan ook snel weer weg. De vrouw sloot de deur achter haar en nam de andere kant van Ezio vast. Zo droegen ze hem samen naar een bed.

Toen ze Ezio op het bed hadden gelegd deed de vrouw haar mantel af, die ze drapeerde op een stoel de naast het bed stond. Daarna duwde ze Rubi aan de kant om bij Ezio te kunnen komen. Ze trok zijn shirt voorzichtig omhoog en Rubi schrok van wat ze zag. Ezio's torso zat onder de bloeduitstortingen en open wonden. Een aantal van de wonden hadden rod eranden, wat duidde op een beginnende ontsteking. Deze wonden waren niet allemaal van vandaag. De uitdrukking op het gezicht van de vrouw ging er ook niet op vooruit, zij leek er alleen iets rustiger onder te blijven. De vrouw raakte voorzichtig de randen van de wonden aan, waardoor Ezio verschoot. De vrouw slaakte een zucht en draaide zich naar Rubi.
"Kan je wat water voor me koken?" vroeg ze vriendelijk. Rubi knikte en wierp nog een laatste blik op Ezio voordat ze de kamer uitliep. Rubi dwaalde evendoor het huis voordat ze vond wat ze nodig had. Het vuur stond laag en dreigde uit te gaan, waardoor Rubi eerst het vuur op moest stoken. Toen ze dat gedaan had zette ze de met water gevulde ketel op het vuur. Ze trok een stoel naar zich toe en plofte er met een zucht op neer. Ze keek toe hoe het vuur om de onderkant van de ketel danste en liet haar gedachten de vrije loop. Ze dacht terug aan de laatste keer dat ze Ezio had gesproken. Ze had hem achtergelaten bij het schip, na alles wat hij voor haar gedaan had. Een schuldgevoel bekroop haar. Als hij gewoon met haar mee was gegaan dan was dit niet gebeurd. Ze schrok op toen het water in de ketel begon te pruttelen. Met Ezio in gedachten greep ze het handvat van de ketel vast, maar dat liet ze al snel weer los. Ze vloekte inwendig en blies voorzichtig op de plek waar ze het hete handvat had vastgegrepen. Toen de pijn langzaam wegtrok ging ze op zoek naar een doek, die ze ergens in een hoek vond. Rubi griste nog een extra doek mee en liep weer terug naar de kamer waar Ezio in lag. Even wachtte ze voor de deur, voordat ze deze opende haalde ze diep adem. De deur kraakte toen ze hem langzaam opende. De vrouw draaide zich om naar Rubi en een kleine glimlach was op haar gezicht te zien toen ze Rubi's ogen naar Ezio zag gaan.
"Zet de ketel daar maar neer", zei de vrouw terwijl ze naar een lage kast wees. "Dankjewel voor de extra doek", vervolgde ze terwijl ze de doek van Rubi overnam. Ze toverde daarna een pot tevoorschijn uit de kast en goot er wat van het water uit de ketel in. Toen het lauw was geworden maakte ze de doek erin nat en begon ze met het schoonmaken van Ezio's wonden. Rubi hield Ezio's hand vast zodat hij er in kon knijpen. Hij zakte meerdere keren weg en veel kracht had hij niet meer. Rubi's hand bleef echter toch gevoelig nadat Ezio in slaap was gevallen.

Ze stapte samen met de vrouw de kamer uit. Het vuur zorgde ervoor dat de kamer een aangename temperatuur had gekregen.
"Heb je honger?" vroeg de vrouw. Rubi twijfelde even maar knikte daarna. Niet veel later kreeg ze een dampend bord voorgeschoteld. Haar maag begon te knorren door de heerlijke geur die haar neus binnendrong. Ze pakte de houten lepel die naast het bord lag op, bedankte de vrouw en begon te eten. Halverwege haar maaltijd bedacht ze zich dat ze zich nog helemaal niet had voorgesteld.
"Ik ben trouwens Rubi, en dat is Ezio" zei ze terwijl ze met een vinger naar de dichte deur wees waar Ezio achter lag.
"Ik ben Keelin" antwoordde de vrouw. Ze bestudeerde Rubi even voordat ze verder praatte.
"Je komt hier niet vandaan. Wat zorgt ervoor dat je hier bent..." even liet ze een stilte vallen, "... met een scheepshulp?" Nu was het Rubi's beurt om de vrouw te bestuderen. Ze opende haar mond om te antwoorden maar sloot hem daarna weer omdat ze niets uit kon brengen. Ze sloeg haar ogen neer en slaakte een diepe zucht. Rubi dacht even na en besloot dat ze het best eerlijk kon zijn naar degene die hen van de straat geplukt had en op die manier van wat ergers had gered.
"Ik kom uit Edora, mijn vader was kwartiermeester op een schip en hij kwam minimaal eens per jaar terug naar huis. Dit jaar kwam hij echter niet terug..." even liet Rubi het verhaal stilvallen, "... en ik weet gewoon dat er iets gebeurd moet zijn waardoor hij niet thuis kon komen. Nu ben ik dus op zoek naar de kapitein in de hoop dat hij mij meer kan vertellen, of me kan helpen met het vinden van mijn vader."
Even bleef het stil en was alleen het knetteren van het vuur te horen. Rubi plukte zenuwachtig aan haar nagels.
"Naar wie ben je op zoek, misschien kan ik helpen?" vroeg Keelin geïnteresseerd.
"Kapitein Edward."
Keelin schudde haar hoofd.
"Die man is op zoek naar sprookjes, hij gelooft in dingen die niet bestaan. Hij is je energie niet waard, hij zal altijd zijn eigen belang voor dat van een ander zetten. Ga terug naar huis, als je vader nog leeft zal hij vanzelf terug komen."
Rubi deed alsof ze het overwoog, maar was vastberaden de kapitein te vinden en Keelin wist dat, net zo goed als Rubi. Er werd de rest van de avond dan ook weinig gepraat. Rubi was nog een aantal keer bij Ezio gaan kijken maar hij was nog niet weer wakker geworden.

RevelationWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu