Hoofdstuk 3

128 20 14
                                    


Rubi stond voor de Amarelia en had de man die haar had rondgeleid net bedankt. Hij had haar verteld dat ze geluk had en dat de kapitein op dit moment niet aan boord was, anders had ze niet op het schip gemogen. Aan de ene kant had Rubi dit jammer gevonden maar aan de andere kant was ze er ook wel blij mee geweest. De man die haar het schip had laten zien was weer terug aan het werk gegaan. De mannen die hadden gezien dat hij met Rubi het schip op was gegaan stonden dan ook al snel om hem heen. Rubi kon het niet laten om even te grinniken maar maakte zich daarna snel uit de voeten, voordat een van de mannen naar haar toe zou komen lopen. Ze voelde ogen in haar rug branden maar keek niet om. Toen ze de hoek om dook zuchtte ze diep. Als de man die haar het schip had laten zien er niet was geweest was haar hele plan voor niets geweest, maar nu wist ze het zeker. Ze ging haar vader achterna. Zelfverzekerd liep ze daarna met een omweg naar het grote plein, waar de markt was. Onderweg kwam ze een aantal bekenden tegen die haar vriendelijk toeknikten of een praatje maakten en daarna hun weg vervolgden. Hierdoor duurde het veel langer voordat Rubi op de markt aankwam, wat niet bevorderend was voor de zenuwen die door haar lijf raasden.

Zij en haar moeder waren niet de rijkste mensen, haar vader had iedere maand net genoeg naar hen toe gestuurd om eten van te kopen. Rubi ging niet over dat geld maar had wel gemerkt dat haar moeder veel stiller was dan eerst. Daarom had ze besloten haar moeder vandaag een plezier te doen. Het was echter iets waar Rubi voor gearresteerd zou worden als ze betrapt werd. Rubi had dan ook besloten om eerst andere kleding te kopen, kleding waar ze in kon rennen als het nodig zou zijn. Ze koos op de markt dan ook voor een donkere broek met een vaal wit shirt waarin ze niet op zou vallen. Rubi bedankte de verkoopster vriendelijk nadat ze haar betaald had en schoot daarna een donker steegje in, waarin ze zich omkleedde. Haar jurk propte ze in de dichtstbijzijnde spleet terwijl ze de steeg weer uit liep. Knipperend tegen het felle licht dat de zon op het marktplein liet neerstralen liep ze met de menigte mee. Rubi zorgde ervoor dat ze zo dicht mogelijk langs de kraampjes liep terwijl ze met haar ogen naar een uitweg zocht. Toen ze langs een stelling met broden liep griste ze er hier een van mee. Dit werd gelukkig niet opgemerkt en Rubi moffelde het brood weg in een zak die ze in haar andere hand had. Daarna richtte ze haar oog op een duur uitziend kraampje waar allerlei messen uitgestald waren. Zonder te kijken griste ze er een aantal mee.

"Hé!" hoorde ze achter zich, waarna Rubi begon te rennen. Ze glipte tussen de mensen door en maakte zich snel uit de voeten door een van de zijstraatjes die ze zo goed kende in te glippen. Even hoorde ze nog rennende voetstappen achter zich, die vervaagden echter snel toen ze dieper het stelsel van straatjes in ging.

Toen Rubi het stelsel van steegjes uit stapte kwam ze terecht in een verlaten straat. Zich verschuilend in de schaduwen van de huizen liep ze de straat uit, terug naar de weg die naar de haven leidde. Deze weg was een stuk drukker en hier viel ze een stuk minder op. Rubi liet dan ook een opgeluchte zucht ontsnappen toen ze zich tussen de mensen mengde. Toen pas voelde ze de zeurende pijn in haar hand. Toen ze naar beneden keek zag ze dat straaltjes rood bloed zich een weg over haar hand baanden, om vanaf haar vingertoppen op de grond te belanden. De opervlakkige snee in haar hand zag er op die manier veel erger uit dan het werkelijk was. Rubi vloekte binnensmonds en besloot om met een omweg naar haar huis te gaan, zodat ze haar hand kon verbinden. De zak leek alsmaar zwaarder te worden naarmate ze dichter bij haar huis kwam. Net als haar steeds groter wordende schuldgevoel. Haar benen leken wel van lood toen ze eenmaal voor de deur stond. Rubi hoopte maar dat haar moeder niet thuis was en stapte voorzichtig naar binnen. Er hing een aangename stilte in het huis en een kleine glimlach kroop op rond Rubi's mondhoeken. Ze legde de zak met het brood op tafel zodat haar moeder het kon zien als ze binnen kwam en draaide zich daarna naar een van de kastjes om een oude lap te pakken. Die wikkelde ze strak om haar hand zodat ze op die manier het bloeden kon stelpen. Dat onderdrukte de zeurende pijn van de wond ook een beetje.

RevelationWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu