Hoofdstuk 5

134 18 6
                                    

Rubi wist haar weg prima te vinden in het donker. Dit stukje van de stad had ze vaak genoeg gelopen om elke oneffenheid in de straat te kunnen ontwijken. Dit deel van de stad was vaak erg rustig als het donker was. Rubi hield haar ogen strak op de grond gericht en was dan ook verbaasd toen ze opeens tegen iemand aan liep. Langzaam tuimelde ze achterover waardoor ze in een zittende positie op de klinkers van de straat terechtkwam. Beduusd keek ze omhoog, naar degene waar ze tegenaan was gelopen. Veel kon ze niet onderscheiden, het figuur was breed, wat duidde op een man. Rubi kon het glinsteren van zijn ogen nog net onderscheiden, maar meer dan dat kon ze echt niet zien.
"Wat..." hoorde ze een vaag bekende stem zeggen. Toen Rubi zich realiseerde bij wie die stem hoorde werden haar ogen groot en krabbelde ze snel weer overeind.

"Verdomme." Het was er eerder uit dan Rubi doorhad en verschrikt keek ze op, recht in de ogen van Shay. Even versteende ze, maar al snel had ze zich omgedraaid en was ze in een hoog tempo aan het rennen. Ze schoot het stelsel van steegjes in, in de hoop Shay af te schudden. Maar het leek erop dat Shay vastbesloten was om haar niet te laten ontsnappen, zijn voetstappen bleven haar achterna galmen in de verlaten steegjes. Rubi's ademhaling werd korter, raspender. Terwijl ze zichzelf dwong om te blijven rennen hoorde ze Shay's rennende voetstappen dichterbij komen. Rubi hoorde nu ook zijn versnelde ademhaling achter haar. Dit zette haar aan om het laatste beetje energie dat ze nog had te gebruiken om hem voor te blijven. Ze schoot een smal zijsteegje in en maakte zich klaar om een grote sprong te maken, zodat ze over de muur heen kon komen die de weg blokkeerde. Shay was echter sneller en Rubi klapte met grote vaart tegen de muur aan, waarna ze op de grond zakte. Ze greep naar haar hoofd en probeerde niet verder om te vallen omdat alles draaide. Ze voelde iets langs haar hoofd lopen en veegde het weg met haar hand, zich niet realiserend dat het haar eigen bloed was.
"Waarvoor was dat nodig?" Shay's stem kwam harder binnen dan Rubi had verwacht en ze kreunde even. Voorzichtig ging ze rechtop zitten, met haar rug tegen de muur. Haar hand had ze tegen haar slaap gezet in de hoop dat het de pijn een beetje onderdrukte.
"Ik vraag het nog één keer, waarvoor was dat nodig?" zei Shay terwijl hij zijn stem verhief en zich breed maakte.
"Laat me met rust Shay." mompelde Rubi als antwoord.
"Ik ga je niet met rust laten tot je me verteld wat je daar deed, en waarom je voor me wegrende." Rubi's ogen spuwden vuur toen ze opkeek, terwijl ze langzaam opstond verloor ze het oogcontact met Shay niet. Shay leek echter niet onder de indruk en had zijn handen op zijn heupen gezet, terwijl hij wachtte op een antwoord.
"Dat gaat je niets aan, laat me met rust." zei Rubi ijzig kalm terwijl ze steun zocht aan de muur. Shay stapte naar voren en keek Rubi in haar ogen terwijl hij haar bij haar bovenarmen pakte. Rubi kon merken dat Shay boos aan het worden was, zijn handen knepen hard in haar bovenarmen, maar Rubi liet niet merken dat het haar pijn deed.
"Rubi, waar ben je in hemelsnaam mee bezig?" riep Shay bijna schreeuwend.
"Dat gaat je niets aan." Siste ze terug, Rubi rukte zich los van Shay's greep en snel glipte ze langs hem heen. Ze voelde Shay verstenen maar liep toch door, Shay achterlatend in het stelsel van steegjes.

Een traan liep over Rubi's wang. Die ene traan werden er meerdere en voor ze het wist schokten haar schouders en begon ze ongecontroleerd te huilen. Haar zicht werd vertroebeld door de tranen die maar bleven komen, dat dwong Rubi om te stoppen met lopen. Voorzichtig zakte ze langs de muur op de grond en verborg haar gezicht in haar handen. Toen ze zich helemaal leeg voelde van het huilen kwam ze langzaam weer overeind. Haar spieren voelden stram van de koude grond en haar ogen voelden opgezwollen van het huilen. Voorzichtig zette ze een paar stappen vooruit, de tas die ze bij zich had liet ze van haar schouder zakken en losjes in haar hand bungelen. Rubi had geen idee hoelang ze op die plek had gezeten maar ze wist dat ze nu door moest lopen als ze haar plan uit wilde voeren. Ze begon te lopen, het enige beetje licht dat ze had was het licht van de maan op de klinkers van de straat.

Toen de reflectie van de maan op het water in Rubi's gezichtsveld kwam nam haar tempo af. Ze zuchtte eens diep en genoot van het rustige geklots van het water tegen de waterkant. Even stond ze stil en genoot ze van het uitzicht en de bries in haar gezicht. Dit zorgde ervoor dat Rubi zelf ook meer ontspande. Daarna liep ze voorzichtig naar de opslagplaats van de haven, die een eindje verderop lag. Ze ging op zoek naar een plek die uit het zicht lag. Dat plekje had ze al snel gevonden, ze kroop tussen twee grote kisten en zette de tas op haar schoot. Ze legde haar hoofd tegen de kist die achter haar stond en sloot haar ogen nadat ze nogmaals gekeken had of ze hier niet zichtbaar was voor iemand die langsliep. Haar gedachten dwaalden af, naar de tijd die ze met May had gehad, en met al de andere mensen uit haar vriendengroep. Ze voelde zich schuldig tegenover Shay, maar ook tegenover May omdat Rubi haar niets had verteld. Rubi hoopte maar dat ze dat nog weer goed kon maken als ze terug kwam. Met die gedachte slaakte ze een diepe zucht en sloot haar ogen, om weg te zakken in een diepe, droomloze slaap.

De volgende ochtend werd Rubi al vroeg gewekt door de drukte in de haven. Haar ogen gingen maar moeilijk open en waren nog steeds een beetje opgezwollen. Rubi kreunde zachtjes toen ze voorzichtig op haar knieën ging zitten om over de kist heen te kijken. Al snel dook ze weer weg en niet veel later hoorde ze een paar zware voetstappen voorbij komen. Toen Rubi weer had gekeken of de kust veilig was kroop ze snel tussen de kisten vandaan. Ze keek nogmaals om zich heen om er zeker van te zijn dat er niemand was die haar kon zien en trok een sprintje naar de waterkant. Ze liep naar de Amarelia en stapte op de loopplank. Ze draaide zich nog een keer om en wierp een laatste blik op de plek waar ze opgegroeid was. Een verdrietige glimlach verscheen op haar gezicht. Daarna draaide ze zich om en liep het schip op. Ze wist dankzij de rondleiding precies waar ze moest zijn, waardoor het niet lang duurde voordat ze benedendeks was. Rubi ging verder op de tast, er viel hier geen licht naar binnen en het was volgeladen met kisten en ander handelswaar. Ze vervloekte zichzelf omdat ze geen kaars meegenomen had zodat ze wat kon zien. Doordat ze nu niets kon zien struikelde Rubi een aantal keer en stootte ze haar hoofd. De hoofdpijn van gisteren kwam weer opzetten, maar ze liet zich er niet door stoppen. Ze ging door totdat ze bijna achterin de ruimte was. Daar kroop ze tussen de lading, tegen de wand van het schip aan. Rubi hoopte maar dat ze hier niet gevonden zou worden en sloot haar ogen, wachtend op het vertrek van het schip.

RevelationWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu