Charlie pov.
Ondertussen kende ik de jongens al vier weken en het werd steeds gezelliger. Ik had Liams vriendin Juliet ontmoet en ze was heel aardig, volgens mij werden wij nog goede vriendinnen.
‘‘Gooi die bal dan hierheen!’’gilde Harry door de woonkamer en twee seconden nadat hij het zei kreeg hij een stuiterbal tegen zijn hoofd aan.
Niall maakte een pijnlijk geluidje, maar Louis liep naar hem toe en gaf hem een kus op zijn kruin.
‘‘Sorry, Hazza, het was niet de bedoeling.’’
Nu trok Niall een moeilijk gezicht, terwijl hij me met een smekende blik aankeek. Ik pakte zijn hand en kneep er zachtjes in. Pijnlijk knikte Niall, als een soort bedankje. Om hem zien pijn te lijden deed ook mij pijn, hij was veel te lief om pijn te hebben en zijn grote liefde was vlakbij, maar nog steeds onbereikbaar op zijn eigen manier.
Spontaan trok ik Niall in een knuffel en knuffelde hem plat. Niall sloeg verbouwereerd zijn armen om me heen. ‘‘Het spijt me zo, Niall,’’fluisterde ik in zijn oor. ‘‘Het spijt me, het spijt me, het spijt me.’’
‘‘Het is niet jouw schuld, Lie, niemands schuld. Het doet alleen zo'n pijn...’’zijn stem klonk verstikt en mijn ogen begonnen te branden.
‘‘Ik weet het, het doet mij pijn je pijn te zien leiden, Niall. Ik wou dat ik iets voor je kon doen.’’
‘‘Je doet al genoeg voor me, meisje, echt waar, je helpt me zat. Je bent er voor me. Ik kan je niet zeggen hoe dankbaar ik je ben.’’
Een brok vormde zich in mijn keel en mijn ogen begonnen te tranen, langzaam begon ik te huilen en Niall trok me nog dichter tegen zich aan.
‘‘Het komt wel goed, Lietje, echt wel.’’
‘‘Dat weet ik,’’snikte ik,‘‘ik hoop heel snel.’’ Steeds harder begon ik te huilen en Niall hield me vast. Hij hield zich groot.
‘‘Ik wil je niet zien huilen,’’zei Niall terwijl hij over mijn hoofd aaide. Een lachje perste ik tussen mijn tranen door.
‘‘Sorry.’’
Louis, Liam, Zayn en Harry keken ons ondertussen al aan. ‘‘I-is alles wel goed?’’vroeg Harry na een lange stilte waarin je alleen mij hoorde snikken en Niall me hoorde sussen.
Harry was de laatste persoon waarvan ik het had verwacht dat te vragen, maar toch vroeg hij het.
Niall keek met rode ogen op. ‘‘Ja hoor,’’zei hij. Het klonk alsof hij dagen achterelkaar had liggen huilen en zijn stem bijna op was.
‘‘Dat is het niet, Niall, dat is het niet,’’fluisterde ik hard genoeg zodat iedereen het kon horen.
‘‘Dat is het niet.’’