16.Calum

44 7 1
                                    

'Jongens keer heel huis terug.' 'Komt goed man.' 'Let goed op schatje.' 'Komt goed ik ben sterk.' Ik geef Mylou een knuffel en wil haar niet loslaten. 'Calum laat haar los.' Ik schud mijn hoofd. Ash zucht en trekt me van haar af. 'Wij gaan. Let goed op de kinderen en op het dorp.' 'Komt goed Ash.' Ik en Michael knikken. 'Succes!' Roepen we zodra ze als wolf de poort uit rennen. Ik zucht en sluit de poort. Ik draai me om en zie kinderen me aankijken. 'Jullie zijn toch die gekke wolven? Die niet kunnen veranderen.' Ik kijk naar Klara de oudste vrouw van de roedel. Ze vecht niet meer mee want het kan zo opeens haar laatste gevecht zijn. Kan bij hun allemaal natuurlijk maar ze kan niet meer vechten. Ze is haar kracht kwijtgeraakt om ook nog te kunnen veranderen. Ze zal nooit meer haar wolven vorm aannemen. Ik hoop dat iedereen heel huids terug komt. Klara neemt de kinderen mee naar het kinderdagverblijf. Nou zo noemen ze het hier. Ik vind het een martelplaats. Ze leren er al vechten maar dan tegen zachte knuffels. En hoe ouder hoe hardere knuffels en hardere trainingen. Dat geld ook voor de hele roedel. Maar dan gaat het om de rank. Hoe honger de rank hoe zwaarder de training. Wij zijn , eigelijk hebben geen idee wat wij zijn. Kan dat we omega's zijn maar kan ook dat we gewoon leden zijn. Vechters of wachters zowieso niet daar voor moet je wolf zijn. 'Jongens komen jullie ook?' Klara praat heel zacht en liefdevol tegen iedereen. Ook tegen ons praat ze vol liefde. Ik weet wel zeker dat de roedel haar als een moeder ziet. Als haar tijd gedaan is zal de hele roedel in rouw zijn. We volgen Klara naar het verblijf. Opeens staat ze stil en draai zich om. 'Ik heb slecht nieuws. De Bèta i is dood.' 'Mylou?!' 'Nee niet Mylou zij is de gemma. Maar Bèta Lisa. Ze is vermoord door de Bèta van de andere roedel.' Ik haal opgelucht adem. Mijn schatje leeft nog. Maar nu de bèta dood is moet er een nieuwe komen. Ik ben benieuwd wie. Maar goed. We lopen het huis in en zien de kinderen rond rennen. Als wolf mag je pas meedoen als je 16 bent dus na je eerst shift. Als je 18 bent kun je je mate vinden. Sommige kinderen moeten nog 1 of 2 jaar wachten. Andere moeten langer dan 10 jaar wachten. Allemaal in een ruimte. De oudere kinderen vechten tegen zwaardere dingen dan die kleintjes. Michael, Luke en ik trainen ook. Maar alleen voor als wij aangevallen worden. We mogen niet mee naar een gevecht. Het is te gevaarlijk volgens Ash en Hope. En tegen deze roedel al helemaal. Die roedel stopt pas als iedereen dood is. Of hun alfa of luna moet al dood gaan. Voor Ashton is dit een moeilijk gevecht. Hij moet zijn ouders vermorden en misschien ook zijn broertje en zusje. Hij zegt dat het hem niks boeit dat hij alleen maar blij zou zijn met hun dood. Maar hij weet ook wel dat het pijn doet. Hij voelt de pijn en is niet blij met de dood. Want er gaan wolven dood waar hij om geeft. Als het geen familie is, is het wel zijn roedel. Van binnen is hij al dood. Maar hij laat niks blijken. Luke, Michael en ik zitten op een bank naar de kinderen te kijken. Opeens klingt een huil van een wolf. 'Wat is dat?' 'We worden aangevallen!' 'Wat. Maar niemand is er behalve wij.' Klara zucht. 'Ik ben bang dat dit ons afscheid is.' De boys en ik kijken Klara bang aan. 'Zoek ze! Ze moeten hier zijn! We gaan niet weg zonder doden!' Ik slik en help de andere de kinderen verstoppen. 'Ga in dat huis kijken!' Voetstappen komen dichter bij. 'Wat doen jullie op mijn grond gebied!' Ashton? 'Alfa Ashton? Nooit gedacht dat dit van jou zou worden.' 'Luno Ashton. En dit is van mij en mijn mate. Dus weg!' Ik hoor mensen lachen. 'Heel grappig luno Ashton maar nee. Waar is je mate dan hè?' 'Hier!' 'A alfa Hope?' 'Mam! Pap! Wat doen jullie hier?' 'We zijn gestuurd.' 'Door wie?' 'Het alfa koppel van de BlackBloods.' 'VERRADERS!' 'Wat bedoel je?' 'DIE ROEDEL MOET DOOD! Of beter gezegt is dood!' Grommen vullen mijn oren. 'Hoe weten jullie dat ze dood zijn?' Ashton en Hope kennende hebben nu een gemene grijns op hun gezicht. Ik hoor dat er iets aan komt rennen. Waarschijnlijk de roedel. 'Mylou zoek de jongens,Klara en de kinderen.' 'Ja alfa.' Al snel gaat een deur open. De kinderen kruipen meer naar achter. 'Is hier iemand?' 'Mylou!' Ik ren op haar af en trek haar in een knuffel. Ze drukt haar lippen op de mijne. Zo staan we even tot we gekuch horen. Ashton en Hope staan voor ons. Ik laat Mylou los en spring Ashton om de nek. 'Calum gek laat me los.' Mij maakt mijn handen los en ik val op de grond. Ik kijk beledigt naar hem maar schiet dan in de lach. 'Ik ben zo blij dat jullie terug zijn.' De jongens knikken instemmend. Ook Klara en de kinderen waren aan het juichen. 'Het gevecht was nog wel te doen. We zijn leden kwijtgeraakt en vooral de bèta.' Hope laat haar hoofd hangen. Ashton trekt haar in een knuffel en Hope laat haar tranen lopen. Alle wolven huilen. Na een paar minuten is Hope weer rustig. 'Maar zie het goede er van in. We hebben geen last van verraders.' Iedereen knikt instemmend. 'Oké allemaal ga maar naar huis. Voor iedereen die zijn of haar mate of een ouder of kind is verloren. We leven met jullie mee en jullie zijn welkom in het packhuis.' Iedereen klapt en keert terug naar huis. Ook Mylou en ik keren naar ons huis. Als we net binnen zijn duwt ze me tegen de muur. Ze buigt naar voor en fluister: Mankeer me. Ik slik en druk mijn lippen op die van haar. We lopen de trap op en lopen onze kamer in. Even later liggen we uitgeput naast elkaar.

Duizenden maal sorry van het hele lange wachten. Mijn laptop was kapot en kon dus niks uplouden. Hopelijk vonden jullie dit wel een leuk deel. Tot hoofdstuk 17.

He is my mate? (dutch)(5sos) #watties2017Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu