VIII

3K 164 2
                                    

VIII

Mijn handen verfrommelden het papier. Ik had moeite om het niet in kleine stukjes te scheuren. Mijn gedachten maakten mijn boosheid ook niet minder groot. Ze bleven enkele belangrijke woorden herhalen. Dat hij van mij en Logan afwist. Dat hij terugkwam. Mijn lichaam begon te schudden. Van wat wist ik niet precies. Ik voelde me een heleboel op dit moment. Boosheid, omdat hij het lef had om een brief te sturen. Nerveus, omdat het moment waar ik al die jaren op gewacht had nu echt wel dichterbij kwam. Angst, omdat ik niet wist wat er zou gebeuren. Ging hij Logan hierbij betrekken? Ik had hem dan wel niet geaccepteerd als mate, maar toch wou ik niet dat hem iets zou overkomen. Dat was ook de reden geweest waarom ik hem had vrijgelaten. Zo kon hij aan een leven beginnen, zonder mij. 

Ik ademde diep in en uit, terwijl ik mijn ogen gesloten hield. Ik mocht Luca niet de baas laten worden over mijn lichaam. Ik moest mezelf in de hand houden. Dat zou wel moeilijk worden als ik hem terug zou zien, maar het was wel hetgeen ik moest doen om hem niet te laten winnen. Ik mocht hem niet tonen dat hij me kon controleren. Ik was niet zijn speeltje. En dat zou ik ook niet worden. Al moest ik daarvoor zelf een einde maken aan mijn leven. Als ik daarmee zou winnen, dan zou ik dat doen.


~ Logan ~ 

Ik rekte me uit. Na het vele lopen hadden mijn spieren het opgegeven. Ze deden verschrikkelijk veel pijn en ze wouden het liefst van al gewoon stoppen met werken. Daarom zat ik al een tijdje op dezelfde plaats. Om ze de rust te geven die ze verdiend hadden. Ze hadden me al die tijd recht gehouden. En dan had ik het niet alleen over onze vlucht, ook over die tijd in de kerkers. 

Uiteindelijk waren we naar één van Luca's onderduikadressen gegaan. Zelf wist ik niet waar Luca allemaal heen ging, maar hij had me wel een aantal adressen gegeven waar ik naartoe kon als ik hulp nodig had. En dat had ik wel nodig op dit moment. We waren terecht gekomen in een roedel rogues. Heel even hadden we ons afgevraagd of we wel op de juiste plaats waren, maar ik herkende het teken. Luca gebruikte verschrikkelijk veel tekens. Ik kende ze zelf niet allemaal. Ik kende enkel die, die hij belangrijk genoeg vond om me te leren. Iemand anders zou ze niet vinden, ik wel. 

De rogues hadden ons meteen nieuwe kleren, eten en een huisje gegeven waar we op krachten konden komen. De adrenaline gierde wel nog door mijn lichaam, dus veel slapen kon ik nu nog niet doen. Het leek alsof mijn gedachten nu pas geregistreerd hadden wat er allemaal gebeurd was. Waarvoor we gevlucht waren. Waardoor we op de vlucht konden gaan. 

Al een aantal maanden was het stil in mijn hoofd. Mijn wolf kwam alleen maar naar voren als het echt belangrijk was. Zo had ik hem gehoord toen ik ontdekte dat Axelle mijn mate was. Nu leek hij helemaal terug. Hij pepte me de hele tijd op. Dat ik sterk was. Dat ik de groep goed geleid had naar deze plaats. Elke aanmoediging van hem maakte me sterker en liet me sneller lopen.

De anderen waren het tegenovergestelde van mij. Ze konden wel slapen. Jack en Grace lagen samen in een klein eenpersoonsbed, dicht tegen elkaar aan. Oliver lag dan weer in de andere hoek van de kamer, met het deken strak om hem heen. Enkel bij mij bleven mijn gedachten overuren te maken. Net op het moment dat ik heel even mijn ogen had dichtgedaan, in de hoop toch een klein dutje te doen, werd er op de deur van het huisje geklopt.

Aangezien ik de anderen niet wou wakker maken, ging ik naar de deur toe en opende die op een kiertje. De leider van deze groep rouges keek met een neutraal gezicht aan. Ik kon er niet meteen uit afleiden waarom hij hier opeens voor mijn neus stond. " Kan je even meekomen? Het is dringend " Heel even dacht ik eraan om te vragen wat er zo belangrijk was, maar aangezien hij al een stap achteruit zette, om me de ruimte te geven om naar buiten te komen, vroeg ik niks. Zijn lichaamshouding zei al genoeg. Kom mee en dan weet je waarom.

Ik volgde hem naar het hoofdgebouw, een aantal meter verderop. Voor de deur bleef hij staan. " Het is een privaat gesprek. Zelfs ik mag er niet bij aanwezig zijn. " Hij knikte nog eens kort, als beleefdheidsvorm, en liet me daarna alleen achter bij het hoofdgebouw. Mijn lichaam was nieuwsgierig naar wat ik binnen zou vinden. Mijn hand nam bijna meteen de klink vast en ik ging naar binnen. 

Zodra ik een stap naar binnen had gezegd, herkende ik een stem die zei: " Dag broertje. Herken je me nog? " Ik stond oog in oog met mijn broer, die ik het liefst van al nooit meer had gezien.

 Herken je me nog? " Ik stond oog in oog met mijn broer, die ik het liefst van al nooit meer had gezien

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

A/N: Cliffhanger :O

Vote/Comment/Follow

The LunaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu