Hoofdstuk 2

46 8 5
                                    

Ik schrik wakker van het geknetter van vuur. Ik schiet meteen rechtop in bed en rits mijn tent open. In eerste instantie denk ik dat ons kampvuur niet helemaal uit is, maar dan bedenk ik me dat we helemaal geen kampvuur gemaakt hadden. Als ik uitgerekt naast de tent sta, zie ik op het veld naast het bos ineens een huis staan.

'Dat stond er nog niet.' mompel ik zacht tegen mezelf. Ik loop erheen. Wat apart dat dat hier ineens staat. Ergens vertrouw ik het niet.

Dichterbij gekomen zie ik grote rookpluimen en vlammen die uit de ramen komen. Ik versnel mijn pas omdat ik misschien nog mensen kan redden.

Als ik bijna bij het huis ben, staat er ineens een man voor mijn neus. Ik rem snel af, maar durf niks tegen hem te zeggen.

De man is iets langer dan ik, draagt een wit overhemd en lijkt door de vetkuif in zijn zwarte haar nog langer. Hij heeft een sigaret in zijn hand, en kijkt me strak aan.

'Hello boy, I'm Johnny Cash.'

Ik schrik. Is dit echt?

'Good evening mister Cash.'

De man lacht niet, en neemt een trek van zijn sigaret.

'You know, once I got arrested.'

Van pure angst durf ik niks te antwoorden.

'And I was completely innocent.'

Ik blijf hem net zo strak aankijken als dat hij mij aankijkt. Zijn oogwit is bloeddoorlopen, en volgens mij betekent dat, dat hij high is.

'But you know, everyone hated me for that.'

Ik knik. Meer kan ik niet doen.

'You have to prove I'm innocent.'

Ik schrik van deze opdracht.

'But why? And how?'

'Because I think you are the right person. You are one I've chosen to carry my secret.'

'But why me?'

'Because you are a special person I trust to know my secret. Go, and prove I'm innocent.'

'Where should I go?'

'Go to Nashville, my boy. Somewhere around there, there is a place I loved to be. Once you're there, you will find the way.'

Daarna verdwijnt hij. Alsof hij in rook opgaat. Het prachtige huis achter hem staat in brand. Langzaam verdwijnt het. Ademloos kijk ik toe. Daarna wordt het zwart voor mijn ogen en zak ik in elkaar.

Met een gigantische hoofdpijn word ik wakker van de zon die opkomt en zijn stralen in mijn gezicht gooit. Het huis is weg, de man is weg. Het veld ligt er weer zo bij als dat het er gisteravond voor ik ging slapen ook bij lag.

'Joe? Oh Joe, daar ben je!' Dominic loopt naar me toe. 'Aan het slaapwandelen geweest?'

'Nou..' begin ik mijn zin.

'Niks geen genou, we gaan ontbijten.' Dominic helpt me overeind. Ik ga de anderen zeker vertellen over vannacht, en ik moet in Nashville mijn ogen goed openhouden.

I'm going to prove his innocence.

Bewijs mijn Onschuld | ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu