Hoofdstuk 10

16 5 0
                                    

Voor in de kerk zie ik 2 mensen staan. Het zijn Johnny en June. June heeft een baby blauwe jurk aan, en Johnny een zwart pak met een wit overhemd en een strikje.

‘You can now read your vows.’ zegt een andere man op het podium, zo te zien de pastoor. De pastoor kijkt Johnny aan.

Hij schraapt z’n keel, en begint;

‘Dear June, you are a beautiful woman I absolutely want to share the rest of my life with. You’ve got a way with words and a way with me as well. We met July the seventh, 1956, at the Grand Ole Opry. I’ll never forget that day, the day I met you, this beautiful woman. Since that moment, we fell in love madly. Once, at the Grand Ole Opry I got on my knees, and said I was going to marry you someday. Today, my dear, is that day.’

Het was zo mooi, dat ik een beetje ontroerd was. June zelf had ook de tranen in haar ogen. Ze ademt even diep in en begint aan haar gelofte;

‘Dear John. I’ll never forget the day we first met. I’ve loved you since. I’m so incredibly proud of you, and even more to call myself your wife. I want to live my life with you, until death separates us. You are the love of my life, and I’ll always be on your side.’

‘Today, March the first, we are gathered here to marry this beautiful couple.’

‘John R. Cash, do you take Valerie June Carter as your wife, and do you promise to love, and take care of her in times of prosperity and adversity, till death separates you, what is your answer?’

‘Yes.’

‘Valerie June Carter, do you take John R. Cash as your husband, and do you promise to love, and take care of him in times of prosperity and adversity, till death separates you, what is your answer?’

‘Yes.’

‘Then I declare you now, as mister John R. Cash and mistress June Carter Cash.’

‘You may now kiss each other.’

Nu volgt natuurlijk de eerste kus, als nu, getrouwde geliefden.

Het was een absoluut magisch moment om deze bruiloft mee te mogen maken. Johnny en June lopen het podium af en gaan zitten. Johnny was aan het stralen, en June was aan het huilen van geluk. Het is zo mooi om te zien.

Dan loopt er een lange man, ongeveer 1 meter 90 het podium op. Hij heeft zwart haar, en een zwart pak aan, hij heeft een briefje in z’n hand. Hij gaat achter de microfoon staan en begint te praten.

‘First of all, I wanna congratulate you, John, and your beautiful wife, June Carter Cash. It is an absolute honour to be your best man, and I wanna thank you for that. John, we know each other for a very long time, and that’s amazing. Marshall and I met you in the summer of 1954. Roy introduced you to Marshall, and Marshall introduced you to me. You asked me: 'I’ve heard you play the guitar.’ Well, that was the start of our friendship, and our career as artists began. And John, so far this journey has been amazing. You mean a lot to me, and I wish you and June all the luck and the love there is in this world.’

Johnny staat op uit een kerkbank, loopt naar de man toe en omhelst hem.

‘Thank you so much Luther.’ zegt hij.

Johnny straalt echt.

Dan vervaagt alles. Luther. Luther Perkins. Opeens zit ik weer in een lege kerk.

Een brandende hoofdpijn steekt op en ik glijd van de kerkbank af.

‘Joe, dit is niet het moment om het op te geven.’ zegt Kristi terwijl ze naast me neer knielt.

‘Het was een hallucinatie hè?’ zegt Dan.

‘Ja.’ kreun ik.

‘Hun bruiloft?’ vraagt Dominic voorzichtig.

‘Ja.’ reageer ik. ‘Het was prachtig.’ Ik ga voorzichtig weer rechtop zitten. Kristi komt naast me zitten. Een sterke pijn giert door m’n hele lichaam, en de hoofdpijn wordt er ook niet beter op. Ik zucht en stop m’n gezicht tussen m’n handen. Tranen vullen mijn ogen. Alles doet pijn. Waarom moet dit zo gaan? Waarom kan ik dit mysterie niet gewoon oplossen zonder problemen? Ik haal m’n handen weg en adem diep in. Een aantal tranen rollen over m’n wangen. Ik zucht, uit alle ellende en pijn heb ik er gewoon geen zin meer in.

‘Joe...ru-’ Kristi wilt iets zeggen maar ik sta op loop naar buiten. Fel zonlicht schijnt me toe. Ik ben zo ontzettend boos, maar alles doet pijn en niks zit me mee. Dominic komt naar me toe gelopen.

‘Alles doet pijn...waarom juist nu?’ mompel ik.

‘Het komt goed Joe...we gaan dit samen doen.’ zegt Dominic. Ik knik, en wrijf in m’n gezicht.

Even later komt ook de rest naar buiten.

‘Ik zag hun bruiloft.’ zeg ik. ‘Het was daadwerkelijk prachtig.’

‘En weet je ook waar we nu naartoe moeten?’ vraagt Rose voorzichtig.

‘Nee...nog niet.’

‘Was er een hint?’ vraagt Dan. Ondertussen lopen we richting een parkje.

‘Niet precies…’ zeg ik. ‘Er was wel een toespraak van een vriend van Johnny.’

‘Naam?’ vraagt Kristi.

‘Luther.’ zeg ik. ‘Ik denk Luther Perkins.’

‘En wie mag dat zijn?’ vraagt Rose. Ik denk na. Ik weet niks over ‘m…

‘Een vriend van Johnny…’ zeg ik bedenkelijk.

‘Luther Monroe Perkins was een Amerikaanse country-gitarist, en een lid van de Tennessee Three, de backup-band van de zanger Johnny Cash.’ dreunt Dan opeens op. Ik ben verbaasd.

‘Maar hoe…’ zeg ik, en ik kijk naar Dan.

‘Oh…’ voeg ik snel toe als ik zie dat hij z’n telefoon in z’n hand heeft.

‘Geboren in Como, Mississippi, 8 januari 1928.’ zeg ik zonder een kik te geven.

‘Dus we moeten naar Como?’ vraagt Kristi. Ik denk na.

‘Weet ik niet.’ zeg ik twijfelend. ‘Hij is daar wel geboren..maar of dat ook de goede plek is..’

Opeens schiet er een gedachte door m’n hoofd.

‘Johnny ontmoette Luther Perkins en Marshall Grant in 1954, in een autofabriek waar z’n broer Roy werkte. Roy stelde Johnny voor aan Marshall en Luther.’

‘En hoe weet je dat?’ vraagt Dominic.

‘Vertelde Luther.’ zeg ik kort.

‘Op naar Memphis dan.’ zegt Kristi. Dan knikt.

‘Hoe weten we zeker dat het iets met Luther is?’ vraagt Dominic.

‘Weet ik niet…’ zeg ik. Ik twijfel. ‘Wacht… Johnny zei in een andere hallucinatie dat hij iemand was kwijtgeraakt in ‘68.’

Dan is meteen weer aan het googlen.

‘Luther Perkins overleed 5 augustus 1968…’ zegt hij. ‘Aan een brand in z’n woning-’ Ik onderbreek hem.

‘Doordat hij in slaap viel met een brandende sigaret in z’n mond.’ voeg ik toe.

‘Oké, dus we moeten naar Memphis.’ zegt Kristi. Ik knik.

‘Gaan we dat halen met ons budget?’ vraagt Rose. Ik haal m’n portemonnee uit m’n tas en kijk hoeveel geld ik nog heb.

‘Ik heb nog 340 dollar, exclusief geld voor vliegtickets.’ zeg ik.

‘Ik ook zoiets.’ zegt Dominic. ‘En ik kan nog pinnen.’

‘Dan zouden we het kunnen redden qua geld om uiteindelijk op de plek te komen waar we moeten uitkomen.’ zegt Rose.

Kristi knikt.

‘En anders kunnen we nog wel aan geld komen op de een of andere manier.’ zeg ik.

‘Maar nu eerst naar Memphis!’ zegt Dominic, en hij begint weer richting het station te lopen.

Bewijs mijn Onschuld | ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu