Hoofdstuk 6

11 1 1
                                    

6 Denyr

Ik ben al een weekje in mijn zelfgebouwde hut. Ik besluit nog maar een keer naar de Toren Der Verdoemenis om alle werelden te bekijken. Het is echt een mooie plek. Daar aangekomen kijk ik naar de koude ijswereld, de waterige eilandwereld en de warme woestijn. Ik ga eerst even staan in de ijswereld, het is opeens al veel kouder, grappig. Daarna ga ik in de woestijn staan. Nu is het opeens veel warmer. In de eilandwereld is het even warm. Na een tijdje te spelen door rond de toren te rennen ga ik weer terug naar de hut, maar er zijn struikrovers in de hut zie ik vanaf een afstandje. Ik gooi een steen naar de plek achter ze. Ze draaien zich om. Ik pak snel mijn speer en bijl en ik val ze aan. Als ze bewusteloos zijn pak ik wat lianen en ik bind ze vast. Zal ik nu wel in de grote stad mogen komen? Ik weet het niet, maar ik ga er wel heen. De wachters staan bij de ingang. "Alweer terug?" Zegt de dunne wachter. "Je mag hier niet komen!" Zegt de dikke. "Ik heb 4 struikrovers gevangen, kom mee." Zeg ik. De wachters vertrouwen het niet. "Het is vast een leugen om binnen te komen!" Zeggen ze tegelijk. "Laat dan een van jullie meekomen, het is echt niet nep hoor." De dunne loopt achter me aan naar mijn zelfgebouwde hut. De struikrovers zijn niet ontsnapt. De dunne wachter neemt ze mee en gooit ze in de cel. Maar, ik mag nog steeds niet mee naar binnen. Ik had gevraagd waarom, maar ik was nog steeds een zwerver. Aardig zeg.

De volgende ochtend besluit ik op verkenning te gaan. Ik zie een grot, misschien kan ik daar wel wat vinden zodat ik dan de wachters geld kan geven om in de stad te kunnen! Ik ga de grot in. Na een uur lopen ben ik wel zo'n beetje verdwaald. Goed gedaan Denyr, echt goed gedaan. Na nog zo'n 3 uur lopen zie ik iets, een vuurtje. Ik ga er snel heen. De mensen bij het vuur draaien zich om in mijn richting. Het zijn 5 mensen waarvan er 3 mensen zijn vastgebonden. Links zie ik een stevige houten deur. Wat zou daar zijn en wie zijn deze mensen? Van de 2 mensen die niet zijn vastgebonden is de een er een man en de ander een vrouw. Ze hebben allebei rare kleren aan, zwart met paars. Waren dat niet de kleuren van de donkere dimensie? Ik weet namelijk dat groen en bruin die van Tasna waren en oranje en geel van Stilre. Volgens mij waren paars en zwart inderdaad van de donkere dimensie, dat was niet goed. "Wie ben jij?" Zei de man. "Denyr uit Tasna." Zeg ik zachtjes. "Zo'n domme houthakker!" Zegt de vrouw, maar ze gaat nog meer zeggen. "Hebben we eindelijk een 4e slaaf, ben je sterk?" Vraagt de vrouw. Ik ren snel weg, want ik wil natuurlijk geen slaaf worden. De man en de vrouw achtervolgen me, maar op een gegeven moment ben ik ze kwijt. Ik heb totaal geen idee waar ik ben. Ik blijf zoeken totdat ik weer een houten deur vind. Het is niet dezelfde, want de andere was bij een open plek in de grot, deze is bij een smal gangetje. Ik doe de deur open en ga naar binnen. Ik ben in een houten kamer met een trap en 3 andere deuren. Een van de deuren gaat open en ik wil terug door de deur maar die is dichtgevallen en je kan ze alleen van buitenaf openen. Ik wil snel de trap oprennen, maar de man die ik zag staat bovenaan en de vrouw komt uit de deur beneden. Ik ben ingesloten.

Ik ben vastgebonden, maar ik probeer de hoop erin te houden. Ik ben in een kleine cel. In een van de hoeken staat wat te drinken en wat te eten. Ik val het brood aan, en toen zag ik opeens een verstopte sleutel. Wie zou mij willen helpen? Ik doe de sleutel in het slot en ik ben uit de cel. Dan zie ik een kaart, iemand wou me echt helpen. Op de kaart is een kroon getekend. Misschien was het de koning, en was hij hem wezen zoeken. Of misschien hadden ze hem gewoon laten gaan. Daar kwam Denyr later wel achter.

Denyr gebruikte de kaart om uit de grot te komen. Denyr liep naar zijn hut, maar die was een beetje kapot, er was een boom opgevallen. Denyr liep naar de Toren Der Verdoemenis en keek om zich heen. De wereld was groot.


Geen Vakantie (OnzinPower)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu