Hoofdstuk 13

1 0 0
                                    

13 Noutolu

Een grote stad. Gemaakt van zwarte stenen. Ziet er onheilspellend uit. Iets te onheilspellend. Maar wat boeit het? Het is de enige stad in kilometers. Tenminste, dat dacht ik. "Zullen we maar naar binnen lopen dan?" vroeg ik. "Ja, denk ik." We liepen naar binnen, maar zoals te verwachten viel werden we tegengehouden. Ik ergerde me een beetje dus toen de wachter vroeg: "Reden van uw bezoek?" zei ik: "We komen de koning vermoorden." "Pak dan hier uw speld en speld hem op. Veel plezier." We kregen een speld met een rode opdruk: De koning vermoorden. Gek genoeg zagen we het paleis direct, en wat nog gekker was, we mochten op audiëntie bij de Duistere Heer! "Gegroet, Noutolu en Denyr. Welkom in Drugaluinië. Jullie komen me vermoorden? Is goed, als jullie eerst wat voor mij doen. Die idiote boerin vermoorden en al haar gewassen stelen. VOLGENDE!" Waarna we werden afgevoerd door de wachters.

We gingen weer op weg naar de boerin, maar voordat we dat deden bekeken we de stadsplattegrond. Wat bleek? De stad was rond! En de vlakte waar we op landen was een beetje de binnenplaats!

Bij de boerderij: "Nu al terug?" "Nee, we zijn dood en komen als geesten hier," zei ik voor de lol. Maar wat ik niet wist, was dat er hier echt geesten waren, en die waren dodelijk. Zodra die een doelwit hadden, ging het dood. No matter what. De vrouw schrok zich rot. "Laat me met rust! Neem een ander doelwit!" Ik keek Denyr aan. "Snap jij dit?" fluisterde ik. "Nee," fluisterde hij terug. "Misschien zijn er hier echt geesten. Misschien zijn mensen hier doodsbang voor geesten." "Ik weet het niet." Maar op dat moment hoorden we de boerin gillen. We renden erheen, zonder ons te laten zien. Toen we de vrouw zagen, zagen we meteen iets anders. Een grote spin! Met poten van zeven meter. En ogen zo groot als autobanden. En die spin, kwam op ons af. "RENNEN!" Ik weet niet meer wie het zei. Ik rende hard weg. Maar Denyr bleef staan. Verstijfd van angst. Hij was doodsbang voor spinnen. Ik schreeuwde, gilde, deed wat ik kon, ik kreeg Denyr niet weg van waar hij stond. Ik vergrootte mijn zwaard, en viel aan. Het domste wat ik ooit had gedaan.

Maar zwaard raakte de spin, maar ketste weg op de huid. De spin echter, negeerde mij volledig. Hij viel Denyr aan. Ik kon niets doen, en mijn slag maakte de spin juist nog nijdiger. Denyr kreeg twee giftanden in zijn buik. Daarna rende de spin weg. "DENYR! NEE!" Ik kon niets doen. Ik had een dokter nodig. Eentje die ervaring had met giftanden. Ik nam Denyr mee naar de stad. Ik renden het eerste huis in dat ik zag. Ik had geluk, het was een dokterskliniek. Was dat niet een beetje te toevallig? Een van de dokters zag Denyr, en nam hem mee. Hij reinigde de wond, stelpte het bloeden, en verbond de wond. Hij vroeg me welk gif Denyr in zijn lichaam had. "Gif van een spin met poten van een meter of 7 en ogen als autobanden." "Oh nee! Dat is Slagirana. De grootste spin ter wereld! Haar gif is ongeneeslijk! Iedereen die is gebeten is nu dood. Als die spin echt Slagirana was, heeft Denyr nog een uur te leven. Min de tijd die het koste om hier te komen." "Dat was een half uur." "Ik kan 1 ding doen. Je moet die spin doden en me het gif laten zien. Schiet op!" Ik ging op zoek naar de spin, maar eigenlijk was ik niet op zoek naar de spin, maar de spin naar mij. Gek genoeg had ik geluk. Er viel wat gif uit de lucht, in een bekertje dat ik had meegenomen om het gif te pakken. Dat was te toevallig. Ik ging terug naar de kliniek.

"Je hebt het gif?! Ben jij gek?! Die spin heeft miljoenen mensen gedood!" "Eigenlijk viel er gif uit de lucht." "Ik analyseer het wel gewoon. Wegwezen."

Ik ging naar buiten. De dokter was bezig een tegengif te maken, en ik was bezig met mijn toeval uitbuiten. Ik liep een klein steegje in en zowaar. Er viel een rol met een bezwering uit de lucht. En ik kon toveren, nou ja, mijn zwaard verkleinen. Dit was te toevallig.

Ik ging op weg naar het paleis. En weer kreeg ik een audiëntie. De koning zat er weer. Maar hij was in een soort trance, of deed alsof. Hij herhaalde continu hetzelfde. Nog een profetie.

Twee helden kwamen samen,

Door deuren, kozijnen en wat ramen.

Het geluk was met de helden,

En in verhalen zie je dat zelden.

Het was te mooi om waar te zijn,

Zo dacht een van de twee vol venijn.

Degene die al dat geluk vertrouwd,

Vertrouwd de dood die zijn graf bouwt.

Vind diegene die dat geluk veroorzaakt,

Mijn enige tip, die persoon schaakt.

Er namelijk een limiet geluk,

Laat het niet overschrijden, anders tuk tuk.

Dat is mijn raad, voor vandaag,

Ik ben er nu, en help je graag!

Weer een raadsel. Ik word er gek van! De meeste raadsels kraken zichzelf namelijk.

Ik liep weer terug naar de kliniek. En wonder boven wonder, ik had te veel geluk. Denyr was genezen, dacht ik. Hij zat rechtop in bed, en zag een beetje bleekjes. Maar verder was het oké met Denyr. Ik betaalde de dokter een klein beetje geld, ik had niet veel, en toen gingen we die spin weer opzoeken, want die spin moest dood.

Toen we bij de boerderij kwamen begonnen we er een bunker van te maken. We gebruikten het hooi als muur, en we maakten die muur van stenen sterker. Ook lieten we schietgaten over. Niet dat we een schietwapen hadden maar, wat boeit het. De boerderij zelf braken we helemaal af. Van de bovenste dakpan tot de onderste steen.

Van al die stenen maakten we een bunker, en een schuilhut. Misschien een beetje overdreven voor een spin, maar ach. Nou hebben we een bunker.

Die spin kwam niet echt eerder dan verwacht. Het duurde weken, en we moesten die vieze groentes eten die overal groeiden, en water hadden we al bijna helemaal niet.

Toen de spin eindelijk kwam, bleek dat we voor niets heel veel werk hadden verzet. De spin beukte de barrière omver, al was die gemaakt van rollen toiletpapier. De hele barrière viel om. En de spin begon te zingen.

Jullie gaan dood,

Jullie gaan dood.

Jullie gaan helemaal dood.

Jullie gaan dood,

Jullie gaan dood.

Jullie gaan helemaal dood,

Want ik kom eraan.

Jullie gaan dood,

Jullie gaan dood.

Jullie gaan helemaal dood,

Want ik kom eraan,

Geen ontkomen aan.

En zo zong zij verder.

Na het lied viel ze aan. Maar voor ze dat deed schreeuwde ze lelijk. Denyr werd kwaadaardig en begon mij aan te vallen met zijn bijl, die niet meer 6000 keer zo sterk was.



Geen Vakantie (OnzinPower)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu