8 Myra
Ik ben denk ik iets van 3 dagen hier? Ik weet het niet, want ik ben echt totaal het gevoel van tijd verloren. Ik denk dat ik hier ben vanwege de draak, want dat was waarschijnlijk een heel groot geheim, maar ik zou het echt niet aan de stad vertellen hoor, zou ik kunnen zeggen, maar dat werkt waarschijnlijk toch niet. Het eten in de cel, of eigenlijk meer een grot, is niet slecht, maar ik wil hier gewoon weg. Wat kan ik doen om hier uit te komen? Ik weet het niet. Ik hoop dat mensen een keer bij de ruïne gaan kijken en mij dan redden, want ik heb namelijk geen zin om hier te blijven totdat er iets stoms met Och'o gebeurt, en trouwens, dan ben ik wel vrij, maar straks is Och'o dan helemaal weg en kan ik dus helemaal nergens meer heen!
Als ik er volgens mij een weekje zit, hoor ik weer geluiden. Vast weer het eten. Ik kijk naar boven, maar deze man heb ik nog nooit eerder gezien, en hij heeft ook geen eten bij zich. Zou dit mijn redder zijn? "Hallo?" Roep ik naar boven. "Leuk daar beneden?" Roept hij. "Ik hoop het voor je, en ik heb ook een vriendinnetje voor je, ze was aan het spelen, en toen ging ze de ruïne in, maar dat mag toch echt niet!" De man duwt een meisje van hoogstens 2 naar beneden. Het meisje valt met haar hoofd op de stenen en is op slag dood. "Je hebt net gewoon een meisje van 2 vermoord!" Roep ik, erg boos. "Ja, en? Ze heeft de ijsdraak gezien!" "Waarom ben je zo wreed? Ik zou het bijvoorbeeld wel geheim houden als jullie het vroegen, en niemand gelooft het meisje denk ik, nu is er opeens een meisje van 1 of 2 dood, dat wordt echt wel opgemerkt hoor." "Er zijn wel meer redenen voor, ik ben namelijk een trouwe dienaar van Uluoril, de koningin van de duisternis!" "Heb je die naam zelf verzonnen? Dat vind ik wel iets voor een dom persoon als jou!" "Zit je me uit te dagen?" "Ja, voor een 1 op 1 gevecht, kom je?" Als de man zou komen zou hij ook vastzitten en dan haalden ze ons er misschien wel uit! "Oké, jij gebruikt je handen en ik mijn speer, zullen we?" "Ja!" De man springt naar beneden. Ik pak snel mijn mes en spring op zijn speer af. Ik sla hem uit zijn hand. Snel hak ik de speerpunt ervan af. "Hé, dat is valsspelen, jij zou je handen gebruiken!" Zegt hij. "Het leven is niet altijd eerlijk." Zeg ik. "Maar nou heb ik geen wapen meer!" "En je kan ook niet weg, en als je dat kon, ik heb een wapen, en jij niet." "Ze komen me echt wel redden!" "En als ze dat doen, halen ze mij er ook meteen uit, want jij bent nu mijn gevangene!" "Dan kan je niet maken!" Hij haalde naar me uit maar ik ontweek en stak met mijn mes in zijn schouder. De man schreeuwde, en dat had effect. De 2 vrouwen die me eten gaven kwamen tevoorschijn. "Laat me eruit of deze man gaat eraan!" Riep ik. De vrouwen renden snel weg. Ze kwamen met de draak terug, dit was niet goed. "Hé, ik hoor bij jullie!" Riep de man! Maar de draak begon ijskoude wind te spuwen en het begon ijskoud te worden. Net toen ik dacht dat mijn laatste uur had geslagen vloog er een brandende pijl door de ijsdraak heen. De ijsdraak viel neer, precies boven op de man. Beiden waren ze volgens mij dood. De vrouwen werden ook allebei geraakt door een pijl. Er was eindelijk een redder gekomen! Maar, de boogschutter kwam niet tevoorschijn.
Ik ben denk ik alweer ongeveer 1 dag hier. Ik kijk nog eens rond en krijg een idee. De draak had hele scherpe tanden. Ik breek er 2 af en kijk waar gesteente een beetje begint af te brokkelen. Ik hak een soort van weg naar boven en probeer omhoog te komen, maar ik val de hele tijd, en soms op de stenen, maar gelukkig kwam ik niet zo hoog. Dit gaat niet werken. Ik heb een ander idee. "Krijg ik ooit nog een keer wat te eten?" Roep ik naar de boogschutter, die er volgens mij nog was, want ik hoorde namelijk wel voetstappen. Ik hoor voetstappen richting de grot komen. De boogschutter was in het groen gekleed. "Misschien." Zegt een zware stem en de boogschutter loopt weer weg.
Iets van een half uur later, het had ook 5 minuten kunnen zijn, komt de man terug. "Myra, ik moet je iets vertellen." Zegt de zware stem van de boogschutter. Hoe kende hij mijn naam? "Hoe ken je mijn naam?" Vraag ik. "Omdat ik je oom ben." "Mijn oom?" "Ja, ik ben je oom. Ook ben ik de broer van de koning van Stilre. Eigenlijk is je vader namelijk al die tijd al koning, alleen is hij in de wereld onder de onze, de wereld van de donkere wezens." "Maar dat betekent dat ik prinses ben." "Ja, maar ik vertel het nu, want ik leef namelijk nog maar een week, zei de genezer. Hier, kom eruit." De boogschutter gooit een ladder naar beneden. Ik klim naar boven. "Bedankt, maar waarom hield je me eerst gevangen?" Vraag ik. "Omdat het allemaal maar een val is, als ik je aanraak, kan ik je namelijk hypnotiseren, en zo voor Uluoril kan laten werken!" De man zei het erg boos en ik spring snel weg. De handen van de man worden helemaal paars en hij loopt op me af. Voordat hij me kan aanraken steek ik hem in de borst en duw ik hem naar beneden. De man reageert niet, hij is of dood, of bewusteloos, maar dat maakt niet zoveel uit. Ik pak zijn boog en schiet de laatste pijl door zijn hals. Eigenlijk mikte ik op zijn hart, maar dit was ook goed. Ik kijk om me heen. De ruïne is niet meer geblokkeerd, dat is goed. Ik loop naar de uitgang maar dan komt er opeens een jongen met een boog tevoorschijn. Nog een boog? Ze horen natuurlijk bij elkaar! De ruïne stort weer in, fijn. "Wie ben jij!" Zeg ik boos tegen de jongen. "Ik ben Graniolio, uit Krakoudi." Zegt de jongen. "Hoor je bij die man daar?" Ik wijs naar de man die ik net heb vermoord. "Nog nooit eerder gezien." "Fijn, maar waarom ben je hier?" "Ik werd achternagezeten door een vijandige stam. De stam had ons aangevallen." "Zit jij ook in een stam dan?" "Ja." "Maar stammen zijn toch altijd wreed, ze vermoorden iedereen die ze kunnen vermoorden heb ik gehoord." "Dat is ook vaak zo, maar ik ben nou niet echt in een gevecht." "Maar wij kunnen wel vechten." "Maar ik heb alleen maar een boog, en die kan niet goed dichtbij." "Oké, dan niet." Ik hoor stemmen richting de ruïne komen. De stemmen klinken bekend. De stemmen komen steeds dichterbij, en dan heb ik het ineens door. Het zijn mijn vader en mijn moeder! "Wacht even." Zeg ik tegen de jongen die zichzelf Graniolio noemt, het is vast niet een echte naam, ik heb nog nooit zo'n neppe naam gehoord. "Hallo? Mama en papa? Ik zit vast in de ruïne!" Roep ik naar mijn vader en mijn moeder. "Ja, en dat is ook precies het plan! Deze koning en koningin gaan namelijk ook naar hun cel! Als je nou die ijsdraak niet had gezien, had je bij hun kunnen blijven, maar dat is dus je eigen schuld." Zegt een derde stem. Waren mijn vader en moeder door hem gevangen genomen? En nu wist Graniolio ook dat ik een prinses ben, wat ik zelf nog maar net weet! "Het komt echt wel goed, lieverd!" Hoor ik mijn moeder naar me roepen. Ze wil me natuurlijk troosten, maar ik ben al 17, en kan mezelf ook wel troosten. Als ik nu niet in de penarie had gezeten had ik dat geroepen. Ik hoor een klap en mijn moeder schreeuwt het uit. Mijn vader en moeder mogen waarschijnlijk niet praten. "Ik ga je vader en moeder naar Uluoril brengen hoor!" De stad werkt echt aangevallen door slechteriken. Als ze weg zijn hoor ik dat Graniolio begint te praten. "Dus jij bent een prinses?" "Ja." "Dat had je wel kunnen vertellen aan me, uwe domheid." "Ik ben hier de persoon met het wapen hoor!" "Was je mijn boog vergeten?" Graniolio richt de boog op me. Dan horen we dat de stenen worden weggehaald. Er komen 3 mannen naar binnen. "Oh oh..." Zegt Graniolio. "Zijn dat vijanden van je?" Vraag ik. "Dat zijn de Vierkanthoofden." "Vierkanthoofden?" "De stam die ons had aangevallen, we moeten wegwezen, voordat ze ons vermoorden!" Graniolio schiet een van de mannen in het been en ik val maar de rechter aan. Na een gevecht zijn de mannen uitgeschakeld. We gaan snel uit de ruïne en vluchten richting het noorden want de stad is namelijk overgenomen door de Vierkanthoofden.
JE LEEST
Geen Vakantie (OnzinPower)
FantasyIn dit boek zijn 4 kinderen uit de 4 landen van de wereld genoemd in een profetie, alleen weten ze dat nog niet. Ze reizen af naar een andere dimensie naar het rijk Duiria. Daar leven 2 wrede leiders. Lukt het onze 4 helden om de 2 wrede leiders te...