Hoofdstuk 19

1 0 0
                                    

19 Graniolio

Een leger. Een heel leger. Wat zijn ze aardig. Ze hadden ook een half leger kunnen sturen. Waarom een hele? Gelukkig was het een leger aan mannetjes met zwaarden, en ze hadden allemaal een zwaar harnas, dus rennen konden ze niet. Wat was die koningin dom. Nadat we een uurtje hadden hardgelopen, besloten we weer de stad in te gaan. Helaas het Myra eindelijk dat plakspul weten te verwijderen, dus kon ze weer praten. "Wat ben jij een irritant rotjoch!" "Ik had je ook echt kunnen laten ophangen." Jemig, wat was ik blij dat ze dat plakspul kwijt was, nou kon ik weer ruziën. "Waarom ben ik ooit met je mee gegaan naar deze plek?!" "Weet ik niet. Misschien was ik je grootste kans op overleven." Wat was Myra irritant. We liepen verder door de stad. Ik besloot Myra echt te verraden. "Misschien verwacht die koningin ons niet." "Misschien niet. Laten we gaan." We liepen naar het paleis. Binnen werden we opgewacht. Myra werd meteen vastgebonden. Mij lieten ze met rust. "Hallo Graniolio. Bedankt voor het verraden van Myra." Het was de koningin, die net binnen kwam lopen. "Jij! Jij verrader!" Myra leek boos. Ik trok me er niks van aan. "Je mag Myra hebben, als je haar niet dood." "Ik maak wel een slaaf van haar." Waarna Myra een beetje van dat paarse spul werd gegeven. Na een beetje te hebben ingenomen, werd ze losgelaten. "Wat kan ik voor u doen, meesteres?" "Dat lijkt er meer op. Haal je vader en moeder, denk eraan ze vast te binden voor je ze uit hun cel laat." "Ja meesteres." Ik keek op. "U gaat ze toch niet vermoorden?" "Natuurlijk niet! Ze gaan zichzelf vermoorden!" "Oh. Geen doden was mijn afspraak! Ik kan Myra terugnemen!" "Nee, nee, ze gaan niet dood. Niet in die betekenis, mijn zoon." "Zeg dat nooit meer tegen me! Je weet dat ik dat niet fijn vind." "Jaha," maar de koningin was al met andere zaken bezig dan met mij. Ik wist dat ik haar moest verraden. Maar om iemand te verraden, moest je vertrouwen winnen. En Myra mocht niet weten dat ik de koningin wou verraden. Even later kwam Myra terug met haar ouders. "Ben ik weer, hier zijn mijn ouders, meesteres." "Bedankt," zei ze, waarna ze Myra wegstuurde. Tegen mij zei ze: "Ik zal mijn nieuwste spreuk laten zien." Ze maakte een gebaar, zei een woord, en er gebeurde niks. Nog niet. "Elke gram eten die ze eten, zal ze een uur jonger maken. Op die manier worden ze baby's! Geweldig." Ik kon alleen maar met afgrijzen kijken. "En als ze onder nul komen?" "Komen ze niet, dan stopt de spreuk. Op die manier leven ze eeuwig om hun dochter te kunnen zien lijden!" "Jij bent wreed!" "En ik ben er trots op!" Ik ging weg, weg van mijn moeder.

Na een aantal dagen in het paleis, begon ik me dood te vervelen. Letterlijk, want de tijd verstreek, en hoe ouder je word, hoe eerder je dood gaat.

Na nog veel meer dagen, ging ik eens kijken in de kamers waar de koningin mensen liet martelen, eens kijken wie ik daar per ongeluk kon bevrijden. In de eerste kamer kon ik niets doen, er waren te veel mensen. In de tweede kamer kon ik wel iemand bevrijden. Iemand lag vastgebonden op een bank, nou ja, een bank van zand. Uit dat zand groeide bamboe. Ik maakte de kettingen los, en de man was vrij. Ik hielp hem naar buiten, naar een dokter.

In de derde kamer kon ik alleen iets als ik iemand onschadelijk maakte. Er was iemand, en iemand die die iemand martelde. Die laatste persoon kon ik bewusteloos slaan, die eerste bevrijden. Ook deze man bracht ik naar een dokter.

Ik wist dat ik uiteindelijk gelinkt zou worden aan de bevrijding van gevangenen, dus ging ik door de stad dwalen, een beetje boogschieten op doelwitten, gewoon dingen om de dag door te komen. Vlak nadat ik al mijn pijlen op een perenboom had geschoten, plukte ik een peer. Lekker. Normale vruchten. Echt, die peren waren verrukkelijk. Maar ze hadden een kleine bijwerking, ze dwongen je naar het paleis te gaan. Dus ik ging naar het paleis. "Hoi mam." "Hai zoon, weet jij iets van die ontsnapte gevangenen?" "Natuurlijk niet." "Ik geloof je niet." "Moet je een boterham pindakaas?" "Nee! Ik haat pindakaas, ik heb er zo ongeveer een fobie voor!" "Sorry hoor mama, ik heb je ik weet niet hoe lang niet gezien." "Oh ja, sorry." Ze leek afwezig.

Na nog een paar dagen in het paleis, verveelde ik me weer dood. En het was weer letterlijk. Zo irritant. Ik besloot Myra op te zoeken. Na een aantal uur vond ik haar. "Hai." "Verrader." "Kan er niet eens een hai vanaf?" "Nee. Argh. Ik moet je gehoorzamen! Waarom?!" "Omdat... omdat... Weet ik eigenlijk niet." "Het is gewoon raar." Dat is het helemaal niet, maar dat wist zij niet.


Geen Vakantie (OnzinPower)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu