Hoofdstuk 1

727 47 6
                                    

"Cinth," klinkt er ergens in de verte. Ik kreun en draai me weer om. Iemand geeft me een tik tegen mijn buik aan.

"Cinth, het is belangrijk dat je vooral in dit jaar op tijd komt," zegt de stem weer. Wat? Op tijd voor wat? Ik open één oog.

Mijn moeder ligt naast me in bed. Haar ontschuldige, toch levenservaren ogen kijken me bijna smekend aan. Ik open allebei mijn ogen en kreun weer. Dit keer vult een volmaakte glimlach mijn moeder's gezicht. "Cinth, opstaan voordat ik je er zelf uit schop," zegt ze half serieus. Ik grinnikt en draai me van haar weg.

"Dat wil ik wel meemaken," lach ik. Ik zucht tevreden, blij met de warmte die de dekens om me heen geven terwijl mijn ogen langzaam weer dicht zakken. Mijn moeder zal me er vast niet uit schoppen. Hoogstens een paar duwtjes tegen mijn arm totdat ik zelf bepaal dat het lang genoeg is geweest. Nee, mij op bed schoppen is niets voor mijn moeder.

Verkeerd gedacht.

Binnen drie seconden voel ik uit het niets een hele hoop gewicht op mijn rug, gevolgd door een zacht gegiechel van mijn moeder. "Mam!" roep ik uit. Met veel moeite draai ik me lachend om en kietel haar. Ook zij schatert het uit van het lachen. Heerlijk om zo wakker te worden.

"Maar ik meen het, Cinth, je moet echt op tijd op school zijn," zegt mijn moeder uiteindelijk. Ik zucht en stap ons bed uit. Mijn moeder daarentegen kan blijven liggen, nu ze toch pas rond tien uur in de stad moet zijn om boeketten te maken. Waarom begint school niet zo laat?

Ik stap het bad in dat mijn moeder al voor me heeft aangezet. Het water is heerlijk warm, bijna dezelfde temperatuur als mijn bed. Ik leg mijn handen ontspannend in het water. Ik sluit mijn ogen en geniet van het warme water, totdat het bad opeens leegloopt in plaats van vol. Verbaast open ik mijn ogen.

Het water zit als een bescherming rond mijn handen. Dit heb ik nog nooit meegemaakt. Ik til mijn hand op en inderdaad, het water blijft mijn hand omhelzen. Mijn ogen worden groter. Ik dacht dat mijn Gaven uitgegroeid waren, dat ze misschien met de tijd krachtiger zouden worden...

Ik sla mezelf mentaal voor mijn gezicht. Dit is een evaluatie van mijn Gave. Het is veranderd in een wapen. Ik weet niet goed wat ik nou met mijn hand moet doen. Ik probeer het eerst met mijn linkerhand. Ik schud het water er voorzichtig af. Het water raakt het vele water in bad met een enorme snelheid en kracht. Het water springt omhoog en komt zo ongeveer een meter omhoog.

Aarzelend staar ik naar mijn rechterhand. Ik wil weten wat ik kan verwachten, maar weet dat het ochtend is. Experimenteren zou eigenlijk moeten wachten. En toch heb ik de neiging om mijn arm uit te steken en te zien met hoeveel kracht het water de muur zal raken. "Mam!" schreeuw ik.

Mijn moeder stormt onze 'badkamer' binnen. Ik beweeg niet, bang dat elke beweging deze kracht tot werking kan zetten. "Liefje, ik wil dat je rustig blijft. Paniek zal het alleen maar erger maken," zegt ze wanneer ze naast het bad komt zitten. Ik sluit mijn ogen, adem diep in en uit, doe mijn uiterste best om rustig te blijven.

"Goed, bal je hand langzaam in een vuist," vervolgt ze. Ik kijk haar verward aan.

"Doe het nou maar," zegt ze gehaast. Ik sluit mijn ogen weer en wacht even na elke millimeter die ik met mijn vingers beweeg. Tot nu toe gebeurt er helemaal niets. Het wordt alleen steeds zwaarder voor mijn arm om te dragen.

"Mam, wat nu?" vraag ik zachtjes.

"Ik weet het niet, doe wat je instinct zegt," fluistert ze. Dat had ze misschien beter niet kunnen zeggen. Mijn instinct strekt mijn arm naar voren, waardoor het water met volle kracht tegen de muur aan spat. Grotendeels krijg ik weer over me heen, waardoor ik niet direct zie wat het voor impact heeft gehad.

Vanaf mijn perspectief zie ik geen verandering aan de tegels tegenover me. Pas wanneer ik dichterbij kom en mijn hand over de tegels laat glijden, voel ik wat de schade is. Het water heeft een deuk in de muur gemaakt. Bang trek ik mijn hand terug. Mijn ademhaling wordt sneller.

"Cinth, rustig. We weten nu wat we kunnen verwachten en waar we voor uit moeten kijken. De komende tijd gaan we gewoon kijken wat er tegen helpt," zegt mijn moeder terwijl ze me het bad uit tilt. Even heb ik de neiging om mijn armen om mijn borst te slaan, misschien een hand naar benden om alles te bedekken, maar dan bedenk ik dat ze me altijd wel naakt heeft gezien. Ze slaat een handdoek om mijn schouders, geef me een kneepje in mijn arm en loopt de kamer uit.

Ik sta voor de beslagen spiegel. Even staar ik naar mijn spiegelbeeld. Het meisjes voor me kijkt nu al vermoeid, wat totaal niet past bij de adrenaline die door mijn lichaam raast. Haar blonde lokken zijn weer droog, omhelzen haar lange gezicht. Haar wangen zijn lichtroze, wat haast niet opvalt tegen haar iet wat getinte huid. Het maakt haar gezond. Haar ogen, fel paars. Dit ben ik in nature.

Ik pak het kleine doosje van de plank en maak een dopje open. Daar ligt een vliesje met een groene omhulling in een plasje water. Ik pak het op, trek mijn oogleden wijd met mijn vingers en laat mijn originele paarse oogkleur veranderen in helder groen. Ik knipper een paar keer voordat ik hetzelfde met mijn tweede oog doe.

Weer kijk ik in de spiegel. Al is alleen haar oogkleur veranderd, toch is ze totaal veranderd. Haar vermoeidheid valt minder op, haar huid lijkt wat bleker. Haar gehele uitstraling is wat gezakt. Zo ziet iedereen me die me aan wilt kijken. Zo ziet bijna iedereen uit Het Front eruit.

Ik loop de badkamer uit, wil niet nog langer naar mijn spiegelbeeld kijken en mezelf niet kunnen zien. Mijn moeder staat al bij de deur met mijn tas in haar handen. Ze heeft het zelf gemaakt van mijn oude spijkerbroeken. Ze vond alles beter dan dat ik al mijn spullen in mijn armen moest dragen. Stiekem de luxe die ze van kinds af aan al mee heeft gekregen.

Ik pak de tas dankbaar aan en geef haar een knuffel. "Dankjewel, mam," fluister ik tegen haar schouder. Ik voel hoe haar mond zich vertrekt in een glimlach.

"Daar zijn wij moeders voor," zegt ze lachend. Ik glimlach en laat haar los. Ze geeft me mijn cape, die ik snel over mijn hoofd trek.

"Succes!" roept mijn moeder nog wanneer ik het huis uit loop, op weg naar school. Ik draai me om, zwaai nog even en loop dan stevig door, de wijk uit, richting De Lijn, de plek waar de wijken grenzen en de scholen zich bevinden.

HoudersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu