Hoofdstuk 16

296 36 3
                                    

''Ben je er klaar voor?'' vraag ik zachtjes terwijl ik Caleb's hand pak. 

''We zullen wel moeten,'' zegt hij zachtjes terug. Ik knijp in zijn hand en geef hem een kus op zijn wang. 

De vijftien mensen van eerst zijn gegroeid naar een stuk of veertig. Mensen die eerst de ballen niet hadden om naar voren te komen, zijn uiteindelijk wel op komen dagen. Niet voor onze stad, nee, ze willen deze trainingen gebruiken als zelfverdedigingslessen. Hebben zij even pech, deze lessen zullen voornamelijk over het samenwerken gaan. 

''Dankjulliewel, dat jullie hier staan en dat jullie bereid zijn ons te helpen. Cinth en ik vinden wel dat jullie moeten weten waar jullie aan beginnen. Wij gaan jullie geen training geven om jezelf te kunnen beschermen, nee, dat doen we allemaal al heel erg lang. Onze vijand, de Beloviërs, zijn echter te sterk om alleen tegen te vechten. Samen zijn we wel sterk genoeg. Deze trainingen gaan dus over het bundelen van krachten, dezelfde of misschien wel verschillende. Wij vragen jullie volledige samenwerking, aandacht en begrip,'' zegt Caleb tegen de groep voor ons. 

Hoewel sommige mensen wat mopperen, reageren ze een stuk minder heftig dan ik verwacht had. Caleb pakt mijn hand en trekt me mee naar voren. ''Vandaag is het voonamelijk belangrijk een partner te zoeken die ongeveer dezelfde specialiteit hebt als jijzelf. Het begin is altijd moeilijk, daarom zal het je helpen om iemand te zoeken die hetzelfde doet als jijzelf. Denk je het beter te kunnen, mag je het gerust proberen met een partner die iets minder bij je past,'' vervolgt hij zijn speech. 

Mensen kijken op hun eigen plaats rond, maar lopen niet. Ze lijken te wachten op een sein. Daarom lopen Caleb en ik naar hun toe en zoeken zelf onze partners. Hoe graag ik ook met hem samen wil werken, zijn specialiteit liggen niet bij de elementen van deze aarde. Die van hem liggen bij de emoties. Hij kan dingen aanvoelen, hij kan zelfs mijn gedachten lezen. Wat behoorlijk eng kan zijn. 

Mijn ogen zoeken door de mensen naar de verlegen Houders. Ik heb van Heath geleerd dat verlegen Houders slecht zijn met emotionele dingen. Ze zijn verlegen, omdat ze niet weten hoe ze zich moeten gedragen; ze kunnen een perfect plaatje niet uit de gedachten van mensen lezen. Deze Houders beheersen vaak de elementen een stuk beter. 

Uiteindelijk vind ik het jonge meisje van eerder, het meisje die Caleb en ik gevolgd hebben. Ze staat wat afgezonderd van de rest en lijkt wat te kloten met haar handen. Wanneer ik dichterbij kom, zie ik dat ze een mini straaltje water alle kanten op laat bewegen. Ook zie ik dat het water gevormd is van haar tranen, die langzaam het straaltje dikker maken. 

''Hee,'' zeg ik zachtjes. Het meisje kijkt geschrokken op en laat haar handen langs zich vallen, waardoor het water op de grond valt. Ik grinnik en leg mijn hand in het poeltje. Het water vormt zich als een handschoen rond mijn hand en blijft daar. 

''Zou jij het erg vinden om mijn partner te worden?'' vraag ik met een glimlach. Ze legt haar hand op mijn water bedekte en neemt het water weer over. 

''Natuurlijk,'' zegt ze, met een brede glimlach. Ik mag haar nu al. 

Ik neem haar mee door het moderne gebouw. De vader van Caleb heeft ons dit gebouw geleend om te trainen, zodat niemand gevaar zou kunnen lopen. Elke kamer is anders ingedeeld met verschillende uitdagingen. Maar dat is niet waar wij moeten zijn, wij moeten in een kamer zijn met een meer. Of nou ja, een elektronisch meer. Het lijkt op water, reageert als water, maar voelt als lucht. Perfect om mee te oefenen zonder een muur kapot te maken. 

''Misschien moeten we beginnen met elkaar beter leren kennen voordat we beginnen aan het werkelijke samenwerken,'' stel ik voor. Het meisje knikt en gaat op de grond zitten. Ik ga tegenover haar in de kleermakerszit zitten. 

''Goed, wat is jouw naam,'' vraag ik. 

''Aimée, die van jou weet ik al, dus je hoeft het me niet te vertellen,'' antwoord Aimée grinnikend. 

''Oké, hoe oud ben je?'' ga ik verder. 

''Tien, jij?''

''Zeventien, bijna achttien.''

Aimée en ik vertellen elkaar nog kleine dingetjes voordat we tot het besluit komen om te gaan trainen. Ik steek mijn hand uit, die ze meteen aanpakt, en trek haar omhoog. Samen lopen we naar het elektronische meer. 

''Goed, hoe kunnen we met elkaar samenwerken als het om water gaat?'' vraag ik mezelf hardop vast. Zowel Aimée als ik denken er over na. En toch raak ik afgeleid door de blik op Aimée's gezicht. Ze is duidelijk geconcentreerd, de rimpels graven zich diep in haar voorhoofd. Uiteindelijk springt ze op met glinsterende ogen van opwinding. 

''Kan jij al water stollen?'' vraagt ze enthousiast. Ik kijk haar vragend aan. 

''Wat?''

''Je weet wel, van water naar ijs, kan je dat?'' herhaalt ze. 

''Ik weet het niet, maar ik kan het altijd proberen,'' mompel ik. Ik richt mijn hand op het water, dat meteen naar me toe komt kruipen. Ook al voel ik niets, ik zie het water rond mijn hand. Goed, de volgende stap. Van water naar ijs. Ik heb werkelijk geen idee hoe. Ik probeer te denken aan het veranderen van ijs, maar het lukt niet helemaal. 

Laat Aimée het water naar voren leiden terwijl jij haar lijn volgt. Denk aan het veranderen van ijs. Jouw warmte is de blokkade en je verliest de connectie zodra jij het zelf weg stoot.

Caleb.

Al die emotionele Houders weten elke theorie, zij kunnen het echter niet in de praktijk. Wij elementele Houders kunnen veel in de praktijk, maar hebben we niet de volledige theorie. We kunnen veel van elkaar leren, willen we alles kunnen doen. 

''Aimée, lijd jij eens een strook water door de ruimte, dan moet het wel lukken,'' zeg ik snel. Aimée knikt zonder vragen te stellen en laat een straal door de lucht zweven. Ik volg haar, denk hard aan het koude ijs. Mijn gedachten dwingen me naar het donkere hoekje van mijn herrinneringen. Naar mijn vader, die hier wel ergens tussen moet staan, sinds mijn moeder geen Houder is. Naar Jeath, die me het beste kende, maar denkt dat ik anders ben doordat ik een Houder ben. Naar de gehele groep egoïstische Formatoren die denken dat ze zoveel beter zijn dan wij Fronters. 

Mijn handen verliezen langzaamerhand de kleur, ik word koud van woede. Dit is precies wat je moet doen, wordt kwaad en gooi het er allemaal uit. Ik luister naar Caleb en stoot alles met een woeste grom uit mijn lichaam. En ja hoor.

Langzaam maar zeker zie ik het water veranderen in hard ijs. 

HoudersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu