Hoofdstuk 4

658 49 5
                                    

''Laat me eens kijken,'' zegt mijn moeder dwingend. Ik kijk haar met mijn goede oog boos aan. ''Mam, er is niets aan de hand. Het geneest vanzelf en ik ben heus niet de enige die er nu zo rond loopt. Het valt haast niet meer op rond Fronter,'' sis ik naar haar. Ze grijpt mijn arm en trekt er hard aan. Met veel moeite houd ik mijn hand voor mijn linkeroog. ''Cinth, het is nu niet de tijd om de dappere uit te hangen. Haal die hand weg!'' roept mijn moeder geïrriteerd. ''Nee!'' roep ik terug. Ze begint harder te trekken totdat mijn arm langs mijn lichaam glijd. Haar mond zakt open. ''Ik zei het toch,'' mompel ik. 

Ik zit pas een week op deze school en ben nu al één van de Fronters met een blauw oog. Ik dacht eerst dat wij Fronters de Formatoren per ongeluk aankeken. Maar vandaag bewees wel wat anders. Ze gebruiken het vak Gym om ons te kunnen bewerken. 

We hadden vandaag honkbal. Formatoren en Fronters gemixt, met z'n allen in een kleine ruimte en een honkbalknuppel. Je snapt dat dat compleet verkeerd gaat. 

Fronters worden bij dat spel vaak vooraan gezet, dichtbij degene met een knuppel. Soms iets te dicht om veilig te blijven. Dat is alleen maar de bedoeling, niets leuker dat een Fronter op de grond zien vallen met zijn of haar handen voor het oog gedrukt. Zelfs leraren vinden het komisch. 

Vandaag was ik aan de beurt. Ik werd veels te ver naar gevoren gezet door het team. Doordat we de Formatoren niet aan mogen kijken, is het erg lastig zien waar de bal naartoe gaat. Niemand die op mijn plaats staat komt van dit veld af zonder een aantal keer geraakt te zijn. 

De eerste keer was recht in mijn maag. Tranen sprongen in mijn ogen terwijl ik paniekerig mijn evenwicht probeerde te houden. Ik boog voorover om met mjn knieën in het zachte gras te belanden. Om de tranen te bedwingen, kneep ik mijn ogen stijf dicht. na tien seconden stond ik weer op, klaar om weer door te gaan met het spel. Ik zou alleennog iets langer moeten wachten; de Formatoren waren nog lang niet klaar met lachen. 

De rondes na de bal in mijn maag verliepen goed. De ballen kwamen hoog, er werd werkelijk een spel gespeeld. Totdat Legan voor me ging staan. 

Legan is niet moeilijk te herkennen. Hij is blijven zitten, waardoor hij de leeftijd heeft om tatoeages op zijn armen te laten tatoëren. Hij laat ze graag zien aan wie dan ook door korte shirts te dragen. Hij is lang en breed, al komt dat laatste vooral door de hoeveelheid spieren. Werkelijk, het zal me niet verbazen als hij volgend jaar in het leger staat. 

Angstig keek ik naar mijn voeten, hopend dat hij te veel in het spel zat om ook naar een seconde te denken om naar mij te richten. Ik telde in mijn hoofd de seconden voordat ik de angstaanjagende knal van het ijzer van de honkbalknuppel tegen een harde bal. Dat waren er exact vijftig. ''Cinth!'' riep Jeath nog over het veld heen. Daarna duurde het maar een seconde voordat het mijn oog raakte. 

Ik vloog achterover van de inmens harde klap. Iedereen om me heen ging lachend verder met het spel, want de ronde stopt pas als de bal terug is bij de brander. Ik probeerde te zitten zonder een hand van mijn oog af te houden. daar hielp Jeath me grotendeels mee. Hij haalde mijn hand weg en voelde zachtjes tegen de omranding van mijn oog. Elke aanraking veroorzaakte een stekend gevoel, zo sterk dat ik bijna flauw viel.

Omdat het de laatste ronde was, liep iedereen het veld af. Jeath hielp me omhoog en ondersteunde me terwijl we van het veld af liepen. In de kleedkamers wachtten we beiden totdat iedereen weg was voordat we zelf weg gingen. Hij nam me mee naar de arts op school. Mijn moeder werd gehaald door een andere klasgenoot. Ze kwam zo snel mogelijk en kwam de kamer binnen stormen. 

En daar zitten we dan. Jeath, mijn moeder en ik, wachtend op het oordeel van de arts. De hele school is stil, wat ergens best akelig is. Ik heb vele leraren zien vertrekken. Sommige kwamen zelfs even om de hoek kijken hoe ik eruit zag. Volgens mij zag ik er een aantal lachen. Tja, zo werkt het helaas hier. 

Uiteindelijk komt de arts weer de ruimte binnen en hurkt hij voor ons neer. ''Ik moet eerlijk bekennen dat het erg lastig was om te zien wat je had, Cinth. Ik weet niet hoe het komt, maar soms maakt ons apparaat foto's met een witte waas over de botten heen. Daardoor duurde het ook wat langer. Ik moet helaas melden dat het bot onder je oog een haarlijnbreuk heeft. Ik zal het met de hand van pleisters strak trekken zodat het bot kan genezen. Ik raad je aan om elke dag even terug te komen om te kijken hoe dat verloopt. Vaak duren deze breuken niet lang,'' zegt hij. 

Die witte waas is makkelijk te verklaren. Deze mensen zijn alleen te dom om er aan te denken. Iedere Houder heeft genen die anders zijn. Onze genen zitten niet alleen anders in elkaar, ze zijn beter zichtbaar en dikker. Die witte waas zijn mijn genen. Ergens is het maar goed dat deze mensen alles schuiven op de technologie, anders hadden ze het perfecte opsporingsmechanisme. 

Maar goed, ik heb dus een haarlijnbreuk, tijd om die breuk te genezen. Ik word apart genomen in een hele krappe ruimte. Ik zit op een hoge stoel terwijl de arts om me heen blijft draaien om alles goed vast te zetten. Ik kijk naar de geconcentreerde blik in zijn ogen. Kleine zweetdruppeltjes vormen zijn boven zijn wenkbrauwen. Het is hier ook behoorlijk warm. 

''Zo, blijft hier van af voor de komende dagen. Ik zal het zelf los halen als het eraf mag, oké?'' zegt hij wanneer hij weer van me afbuigt. Ik knik braaf en spring van de stoel. Ik word weer teruggebracht naar de ruimte waar mijn moeder en Jeath geduldig wachten. Mijn moeder springt op wanneer ik de ruimte binnen loop. ''Het ziet er niet uit, he?'' vraag ik. Mijn moeder kijkt me twijfelend aan, maar Jeath schudt zijn hoofd. Kijk, dat is iemand die tenminste eerlijk is. 

''Kom, laten we naar huis gaan, dan kunnen jullie genieten van de twee dagen vrij,'' zegt mijn moeder na een tijdje. Ze pakt me bij de arm en trekt me de ruimte uit, de school uit, totdat we buiten staan. ''Je bent welkom om met ons mee te gaan, Jeath,'' zegt mijn moeder glimlachend. Jeath trekt zijn cape weer over zijn hoofd, waardoor zijn haar nog warriger is dan normaal. ''Graag, zolang Cinth daar vrede mee heeft,'' zegt hij. Lachend knik ik. Met z'n drieën lopen we terug naar huis. 

''Doet het nog steeds pijn?'' vraagt Jeath wanneer we op de bank ploffen. Ik knik. ''Meestal is zoiets niet binnen vijf minuten weg,'' zeg ik zuchtend. Jeath kijkt me medelijdend aan. Daarna schieten we beiden in de lach. 

Drie zachtje klopjes klinken tegen de deur. Zo klopt haast niemand die wij kennen. Nieuwsgierig sta ik op en open ik de deur.

HoudersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu