Hoofdstuk 15

316 39 6
                                    

Even gebeurt er helemaal niets. Geen enkel geluid galmt over het plein. Iedereen kijkt ons verbaast aan, ze kunnen er maar niet bij dat onze leider ons een kans geeft. 

''Maar meneer, dit soort mensen vormen al eeuwen een bedreiging. We kunnen ze niet laten gaan,'' probeert de man voor me nog. Zijn geweer nog altijd op mijn voorhoofd gericht. 

''Zoals mijn zoon al zegt, als ze niets voor ons kunnen betekenen, worden ze gedood door de Beloviërs,'' antwoord Caleb's vader beleefd, maar met een zeer strenge toon in zijn stem. De man voor me schrikt er al niet meer van. Over het hele plein klinkt langzaam maar zeker protest. De ene groep schreeuwt naar de man voor me om te schieten, de anderen gillen dat ze ons moeten laten gaan. Ik kan niet horen wie er met de meerderheid zijn. 

Caleb keert zich met de rug naar de man toe, probeerd mijn handen los te maken. Angstig kijk ik naar de boze man voor me. Zijn geweer is ietwat gezakt, maar is nog zeker niet uit het plaatje. ''Jacob,'' zegt Caleb koel terwijl hij mijn handen los weet te krijgen. Hij pakt mijn hand en gaat voor me staan.

''Je hebt mijn vader gehoord, laat dat geweer zakken,'' zegt hij dreigend. Ik kijk langs Caleb's hoofd naar de man, die blijkbaar Jacob heet. Zijn gezicht verbergt zijn gedachten niet, het is overduidelijk dat hij niet weet wat hij moet doen. Godzijdank neemt Caleb de beslissing voor hem; hij sleurt me mee het podium af, terug naar de andere cellen, om alle anderen te bevrijden. 

******************

''Mama!'' roep ik hard. Mijn moeder draait zich om, ziet me staan en rent onmiddelijk mijn kant op. Ik spring in haar armen, net als een klein kind, omdat ik zo verschrikkelijk blij ben om haar weer te zien. Zeker nu ik wist dat ik haar misschien nooit meer zou zien. 

''Liefje, laat me nooit meer zo hard schrikken. Vertel me wat je van plan bent,'' zegt ze zachtjes in mijn oor. Ik knik en trek haar dichter tegen me aan. Ze lacht een beetje. 

Uiteindelijk laat ik haar los. ''Ik ben zo blij dat je daar niet doodgeschoten bent. Jullie hadden gelijk, jullie kregen alleen de kans niet,'' zegt mama met een opgeluchte zucht. Ik grinnik en kijk stiekem een beetje om me heen. Maar zijn arm is eerder.

''Hee,'' zeg ik, terwijl ik me diep in zijn armen nestel. Caleb lacht en drukt me bijna plat. Mijn moeder kijkt er met dromerige ogen naar, wat me ietwat ongemakkelijk maakt. 

''Ik heb mijn vader moeten beloven om een planning te maken. Daarnaast mag ik mijn huis niet meer in,'' zegt Caleb met een zucht. Hij had het al eerder vermeld, hij lijkt het ter herrinnering te vertellen. Zijn vader vind het nog steeds niet fijn om een Houder in huis te hebben, dus is Caleb's huis verboden terrein. Caleb komt dus voor een tijdje bij mij terecht. 

''Laten we dat vanavond dan gelijk maken, dan kunnen we ook snel aan de slag,'' stel ik voor. Caleb knikt en legt zijn hoofd op de mijne. 

************

''God, wat een rotklus,'' zucht ik wanneer ik me op het bed laat vallen. Caleb gooit zichzelf al snel naast me neer. En ook hij zucht. 

Een planning maken klinkt zo makkelijk. Wij Fronters hebben er wel vaker mee geoefend, sinds Formatoren graag van structuur in het werk houden. Maar dat is al-tijd voor alleen mijzelf geweest. Nu moeten we met veertien mensen rekening houden, die ieder een apart schema hebben, die ieder nog een haat voelen naar elkaar. Het is lastig. 

Uiteindelijk zijn Caleb en ik een uur of drie bezig geweest met plannen. Toen we er eenmaal achter kwamen dat we eindelijk klaar waren, was de vreugde vrij hoog in onze vermoeide lichamen. 

Caleb kruipt dicht tegen me aan. Mijn moeder is naar de moeder van Jeath gelopen. Over Jeath gesproken, hij heeft me compleet genegeerd. Al snap ik dat wel, ik ben immers een Houder, maar ik ben mijn beste vriend kwijt door mijn DNA. 

Maar goed, mijn moeder is daar naartoe gegaan om Caleb en mij wat privacy te geven. ''Ik ben zo blij dat we nog leven,'' fluister ik terwijl ik naar het plafond staar. Caleb grinnikt en geeft me een kus op mijn wang. Mijn wang kleurt meteen rood. 

''Ach, liefje toch, niet zo verlegen,'' lacht Caleb. Hij pakt mijn wang en knijpt erin, alsof hij mijn oma is. Eventjes twijfel ik, maar uiteindelijk pak ik zijn gezicht tussen mijn handen en druk mijn lippen op de zijne. 

Er ontstaat een gevoel in mijn maag dat ik nog nooit eerder heb gevoeld. Een soort opborrelende draak, die zijn vuur met mate naar buiten laat spuwen. Hoe meer vuur er in mijn maag komt, hoe lastiger het wordt om mijn lippen van de zijne af te wijken. Dat is waarschijnlijk de voornamelijkste reden dat het totaal niet gebeurd. 

Caleb draait zich om, zodat ik bovenop hem lig. Hij verplaatst zijn handen van mijn rug naar mijn haar en speelt ermee terwijl we nog steeds zoenen. Mijn glimlach wordt steeds breder. Uiteindelijk gaat Caleb zitten, zodat ik bij hem op schoot zit. 

Ik kan er niets aan doen, maar ik denk meteen aan het boek dat ik eerder las. Dit is precies hetzelfde als wat ik altijd in mijn hoofd afspeelde. En eindelijk, ein-de-lijk gaat mijn film in première.

HoudersWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu