11

703 31 1
                                    

Zodra ik zie dat ma gewoon thuis in de keuken de vaatwasser aan het uitpakken is ren ik naar haar toen en geef haar een stevige knuffel. Ze is even verbaast, maar knuffelt me dan terug.

"Wat is er nou aan de hand dan?"
"Ik had gedroomd.." zeg ik zacht.

Stevan staat een beet je ongemakkelijk in de deuropening. Ik laat mijn moeder los en ren de trap op naar Melissa's kamer. Ze ligt nog in bed. Ze legt haar telefoon op haar nachtkastje en kijkt me geïrriteerd aan.

"Jezus gozer, je zou aankloppen!" roept ze.
"Sorry zussie."

Ik loop naar haar toe en geef haar een stevige knuffel.

"Plus, je klopt ook niet aan bij mij."
"Gast, wat doe je?" is haar rectie.
"Ik geef je een knuffel." zeg ik lachend.
"Waarom? Is er iemand dood? Ben je ziek? Heb je koorts? Oh, oh, ben je van de trap gevallen en heb je nu een hersenschudding? Vandaar, GAP, WAAR BEN JE MEE BEZIG?"

Ze ratelt aan één stuk door.

"Nee, er is niemand dood, ik ben niet ziek en ik heb ook geen hersenschudding." onderbreek ik haar.
"Je bent dus van de trap gevallen."
"Je zult het niet geloven, maar zelfs dat niet."
"Oké, jij bent echt raar."

Ze duwt me bij mijn schouders der kamer uit en doet de deur achter me op slot. Lachend loop ik terug naar beneden.

"Zullen we gaan zwemmen?" zeg ik dan tegen Stevan.
"Nu? Het is 11 graden?"

Verbaast kijken 2 paar ogen me aan. Enthousiast knik ik.

"In het meertje?"
"Ja, duh!" zeg ik lachend. "Waar anders?"

Hij lacht mee en haalt dan zijn schouders op.

"Oké dan. Maar als ik morgen ziek ben is het jouw schuld en moet je heel veel chocolade als schadevergoeding betalen!"

Ik geef hem zacht een duw en ren dan weer te trap op.

"Trek maar een zwembroek van mij aan, ik heb er genoeg!" schreeuw ik naar hem.

Ik zoek een zwembroek uit en trek hem vast aan. Vervolgens trek ik een joggingsbroek en een dikke trui aan en wacht tot Stevan klaar is.

"I dare you." zegt hij als we bij het meertje aankomen.
"Hmm, ik weet niet of ik dat wel aandurf hoor."
"Please?"
"Oké, oké."

Lachend spring ik van mijn fiets en gooi hem in het gras. Ik trek mijn joggingsbroek en trui weer uit en leg ze op het bankje. Stevan volgt mijn voorbeeld. Twijfelend gaat hij naast me staan.

"Ik tel tot 3."

Zenuwachtig knikt hij.

"1... 2... 3!"

Gillend springen we het meer in. Lachend en proestend komen we weer boven water.

"Koud!" gilt Stevan.

Ik lach hard. Het is heerlijk.

"Je had een dare voor me, kom maar op."

Hij knikt en kijkt me dan gemeen aan.

"Durf jij hier je zwembroek uit te trekken?"

Lichtelijk geschrokken en verbaast kijk ik hem aan.

"Meen je deze?" vraag ik nerveus.
"Zeker!"
"En wat als ik het niet durf?"
"Dan krijg je de kietel dood!"
"Oh nee." zeg ik nu weer hard lachend. "Want dat is ook echt erger dan ik je nakie in een meer zwemmen mét je vriendje!"

Lachend zwemt hij naar me toe.

"Nee, heb genade!" gil ik.
"Trek die zwembroek uit dan!"

Met tegenzin doe ik wat hij zegt. Met een rood hoofd trek ik mijn broek uit. Als een witte vlag ten teken van overgave zwaai ik ermee boven mijn hoofd. Het is even stil maar dan begint Stevan weer te lachen.

Where it all started! (bxb)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu