-Annabel (~)

6.7K 215 5
                                    

Ik gaap en blader een beetje door mijn boek. Ik schrik als ik aangesproken word: "Als je na de les nog even wilt blijven zitten, Annabel, zou ik vooral doorgaan met niet opletten." Ik knik braaf en volg de laatste paar minuten nog een beetje de stof die uitgelegd word
Ik hoor de bel en ruim mijn boeken op. Samen met Julia loop ik naar beneden en gaan we aan een tafel zitten. Ik pak mijn portemonnee en zeg dat ik zo weer terug ben. Julia knikt en ik loop naar de automaat. Zodra het geld erin zit druk ik op 34 en vallen de stroopwafels naar beneden. Bukkend pak ik mijn wisselgeld en draai me om. Ik hap naar adem als ik tegen iemand op knal en kijk omhoog. "Liet ik je schrikken?" Hij grijnst en ik sla mijn armen over elkaar. "Nee, want je bent net zo eng als een klein meisje met twee staartjes in." Ik steek mijn tong uit en hij slingert met mijn sleutels. "Nou, nou, nou, iets aardiger tegen deze lieve jongen." "Welke?" Ik kijk langs hem heen. "Ik zie geen lieve hoor, alleen een gemene." Voor ik het weet pakt hij mijn stroopwafels en stopt hij die samen met mijn sleutels in zijn zak. Lachend rent hij weg. "Hey!" Ik ren hem achterna en leg onderweg mijn tas bij Julia. "Rowan!" Schreeuw ik. Nog altijd lachend rent hij richting de deur om naar buiten te gaan. "Nee Rowan het regent!" Hij gaat voor de deur staan en duwt hem open. "Rowan." Zeg ik. Hij zet een stap naar buiten en gaat onder het afdakje staan. Het tikken van de regen maakt het niet zo stil op het schoolplein en ik loop naar hem toe. De deur valt dicht en hij wilt verder lopen als ik zijn hand pak. "Je wordt nat gek." Hij kijkt even naar zijn hand en weer terug naar mij. "Jij ook."
Hij loopt de regen in en meteen voel ik de druppels op mijn gezicht. "Rowan!" Hij lacht en pakt mijn andere hand ook. Hij vlecht de zijne door de mijne en lacht. "Zo erg is het toch niet." Hij staat tegenover me en ik schud lachend mijn hoofd: "Idioot." Langzaam gaat het harde regenen over in wat zachtere regen en ik laat zijn handen los. Zijn handen vallen langs zijn lichaam en ik houd mijn hand op: "Mijn sleutels én mijn stroopwafels." Hij doet alsof hij nadenkt en zegt: "Wat krijg ik ervoor?" Ik lach weer en zeg: "Een stroopwafel?" Hij knikt en zegt: "En?" "En? Zeg het maar." Lach ik. Hij pakt weer mijn handen vast en ik kijk naar hem op.

The boy who changed my life (HERSCHRIJVEN)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu