12. Voetbalmatch

259 9 0
                                    

- 9 jaar geleden -

"Isabelle! Mijn ouders zijn zaterdag weer eens niet thuis, en ik heb gewoon een geweldig idee!" zei hij terwijl hij zonder te kloppen mijn kamer binnenkwam en zich meteen op mijn bed plaatste.

Nog steeds boos over wat er vorige week gebeurd was keek ik hem uitdrukkingsloos aan terwijl ik: "wat dan?" antwoordde.

"Morgennamiddag speel ik een match thuis, en ik zou het geweldig vinden mocht je willen komen!" zei hij enthousiast, zich er niet van bewust dat ik nog steeds kwaad op hem was voor zijn gedrag van een week geleden.

"Je weet dat ik niet kan Olivier, ik heb werk te doen, dus zou je mijn kamer kunnen verlaten zodat ik kan gaan slapen, want in tegenstelling tot jij moet ik wel vroeg opstaan het is niet voor iedereen weekend," zei ik terwijl ik al naar de deur liep om hem voor hem open te houden als teken dat hij de kamer moest verlaten.

"Please sister! Ik zal mee opstaan met je, en tegen de namiddag zijn we heus allebei klaar!" Het leek alsof hij echt meende wat hij zei.

Natuurlijk stemde ik hier mee in. Blij om eindelijk mijn beste vriend terug te hebben

Zo gezegd zo gedaan, we werkten beiden keihard door en tegen de namiddag vertrok hij om zich op te warmen. Ikzelf kwam een beetje later.

Toen ik aan de tribunes kwam, voelde ik me meteen al ongemakkelijk. Letterlijk iedereen van zijn ploeg stond me aan te staren, en niet veel later begonnen ze met drukke handgebaren dingen uit te leggen tegen elkaar.

Mij hier niets van aantrekkend ging ik tijdens de hele match volledig uit mijn dak telkens dat Olivier een doelpunt scoorde.

Toen het een moment pauze was, zag ik hem naar me toekomen bij de tribunes. Mij nog steeds van geen kwaad bewust wou ik hem rond de hals vliegen, maar hij hield me tegen. Verbaast staarde ik hem aan, en al snel werd de reden duidelijk.

Ik had hem volgens hem belachelijk gemaakt bij zijn vrienden. De mooiste kleren die ik bezat waren volgens hen kleren voor een zwerver en hoe meer ik hem toejuichte hoe meer mensen er oplette.

Met een teleurgestelde blik in mijn ogen nam ik mijn tas en keerde huiswaarts.

Beseffend dat ik gewoon niet meer bezat, en dat het niet mijn schuld, maar zijn ouders hun schuld was dat ik niet in deze soort sociale kringen paste

Het tweede dat ik me bedacht was de vraag: waarom nam hij me mee, als hij wist dat ik daar niet thuis hoorde? Hij wist wat ik 'maar' was, en wat ik 'maar' bezat.'

Onverwachte terugkeerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu