Hoofdstuk 15

741 49 3
                                    

Perspectief Sakina

"Adnane, ik smeek het je. Kom mee! Chahid gaat met Ismail mee en ik heb ook een partner nodig. Als ik over een uurtje niet iemand heb, dan krijg ik echt straf." Bachir kust zowat de handen van Adnane. Ik voel me melig worden en kijk ze geamuseerd aan. "Straf? Bachir weet je zeker dat het een afkickcentrum is? Ik ga zo nog geloven dat het een crèche is." zegt Adnane en kijkt hem sarcastisch aan. "Alsjeblieft, Adnane? Amal wil ook al niet gaan. Het is maar voor 1 keer. We houden een kringgesprek, vandaar." Mijn broer schudt zijn hoofd geïrriteerd. "Vraag dan of Sakina mee wil. Ik ga niet tussen een paar geestelijk gestoorden zitten." Bachir draait zich teleurgesteld naar me om. "Keena, wil jij misschien mee?" Ik haal mijn schouders op. "Is goed. Zo erg kan het toch niet zijn." zeg ik en sta op om mijn schoenen aan te trekken.

De telefoon van mijn broer gaat af en als hij opneemt zie ik het bloed uit zijn gezicht trekken. "Waar ben je? Is goed. Blijf daar. Ik kom je nu ophalen." zegt Adnane en beent het huis uit zonder een woord te zeggen. Ik draai me niet-begrijpend om naar Bachir. "Hoe laat vertrekken we?" Bachir staart naar de klok. "Als we nu gaan komen we op tijd." antwoord hij en loopt alvast naar de auto. Ik sluit de deur achter ons en stap bij hem in. Bachir rijdt de straat uit en remt rustig af voor het stoplicht. Zijn hand trilt en hij staart me zenuwachtig vanuit zijn ooghoeken aan. Ik haal diep adem. "Wat is er, Bachir?" "Keena, mag ik alsjeblieft Ronnie Flex draaien?" Ik sla mijn hand tegen mijn voorhoofd aan en kijk hopeloos uit het raam. "Je doet maar." "Weet je, Sakina. Ik heb Fatima gesproken." vertelt hij terwijl hij de cd-speler aandrukt. Oh happy day! Daar gaan we weer. "Echt waar? Wat zei je prinsesje" Mijn neef kucht even en draait het raampje even open. "Ze zei dat ik je moet negeren. Je wilt gewoon tussen ons komen. Je kunt er niet tegen dat we van elkaar houden." "Bachir, lieve schat. Waarom lopen jij en je prachtige Fatima niet samen hand in hand naar de hel? Waarom begrijp je het niet? Ik houd niet van jou! Ik ben verliefd op iemand anders, oké?" "Je bent gewoon jaloers." mompelt hij en parkeert de auto.

Ik stap uit en gooi het portier dicht. Als ik goed kijk zie ik in de verte Ismail, Adnane en Chahid staan. Hmm, Adnane zou toch niet komen? Mijn neef en ik lopen op ze af. Halverwege stopt Bachir met lopen. "Wacht hier, Sakina. Ik ben zo terug." Ik blijf achter en bekijk Bachir die naar de jongens toe loopt. Ze praten even en dan omhelst Bachir Chahid. Wat is er toch aan de hand? Adnane stapt zijn auto in en rijdt weg. De jongens komen op me aflopen. Ik voel die akelige rot vlinder die ik al weken probeer weg te meppen, weer in mijn buik rond vliegen. Er verschijnt een glimlach op mijn gezicht als Chahid dicht bij mij staat. "Hoi, Chahid." zeg ik zachtjes, maar een antwoord krijg ik niet terug. Ik voel me verdrietig en loop achter de jongens aan het gebouw in.

We komen in een grote zaal te zitten. Ik zie voornamelijk jongens zoals Bachir en Ismail zitten. Knap, maar hersenloos. Bachir en ik gaan ver van Ismail en Chahid zitten. Ik heb toch geen zin in die twee. Een begeleidster zorgt ervoor dat iedereen gaat zitten en dat het rustig wordt. Ze pakt een microfoon en begint te praten. Ik begrijp wel waarom ze een microfoon nodig heeft. Het kost veel moeite om jongens zoals mijn broer en neef te doen luisteren. "Goedemiddag!" "Goedemiddag!" schreeuwt de hele menigte terug. "Hebben jullie allemaal een partner?" vraagt de vrouw hardop. "Ja, juffrouw!" Ik schrik me rot en bekijk alle jongens. Oh mijn God! Ze zijn allemaal boven de twintig, maar gedragen zich als kleuters. "Oké, dan roep ik nu Youssef en zijn partner naar voren!" De zaal begint te gillen en te klappen.

Ik staar naar Bachir die als een bezeten kleuter enthousiast meeklapt. In shock geraakt pak ik zijn handen vast en schud hem heen en weer. "Bachir! Beheers je!" schreeuw ik in zijn oor. Hij legt zijn handen in zijn schoot en kijkt teleurgesteld naar de jongens die nog allemaal klappen. 

Als Youssef zijn toespraak heeft gehouden, wordt Bachir geroepen. "Neem je, je partner wel mee!" roept de begeleidster. Mijn ogen worden groot. No way, ik ga daar niet staan. Nog voordat ik kan tegenstribbelen, wordt ik al van mijn plaats getrokken en sta ik binnen een paar seconden, zenuwachtig voor de zaal. Ik hoor hier en daar nog wat gefluit, maar ik ga er niet op in. Seksistische varkens, zoals mijn zus ze zou noemen!

Bachir slaat met zijn vinger een paar keer tegen de microfoon en begint dan te praten. "Hoi, ik ben Bachir!" Er verschijnt een brede glimlach op zijn gezicht. Ik kan het wel begrijpen. Dit is ook de eerste keer dat hij in de spotlights staat. "Hoi, Bachir!" schreeuwt iedereen terug en hij krijgt een luid applaus. Dit lijkt wel finding nemo, zeg! "Tja, wat ga ik jullie vertellen. Ik heb al een week niet gerookt." zegt hij trots. Een daverend applaus klinkt door de zaal. Mijn neef duwt de microfoon in mijn handen. "Je moet jezelf voorstellen en wat over jezelf vertellen, Keena." Ik knik en grijp woedend de microfoon uit zijn handen. "Hoi! Ik ben Claudia en ben een racist! Heb een hekel aan mensen die mentaal niet in orde zijn! Voel je maar aangesproken!" Ik leg de microfoon neer en loop naar mijn plaats. "Ik wist wel dat ze pittig was." hoor ik een jongen fluisteren. Als ik me omdraai zie ik Chahid lachend zijn hoofd schudden, maar als hij en Ismail worden opgeroepen, verdwijnt zijn glimlach. Chahid volgt met een rood hoofd Ismail en gaat naast hem staan. Hij steekt zijn handen in zijn zakken en kijkt om zich heen. Mijn broer pakt de microfoon en begint te praten. "Ik ben Ismail. Irriteer mij niet, ik heb een knuppel in mijn auto liggen. Ik heb al twee weken niet gerookt en de geur die nu aan mijn kleren hangt, komt van hem." zegt hij en wijst met een gemene lach naar Bachir. De zaal begint te loeien en kwade ogen bekijken mijn neef. Ik schiet in de lach en loop de zaal uit. Dit wordt me teveel!

Liefde op z'n MarokkaansWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu