Hoofdstuk 26

598 34 1
                                    

Perspectief Chahid

Ze gaat met haar rug naar me toe staan en ik bekijk haar vol bewondering. Haar zachte haren hangen over haar schouders. Ze zucht diep en blijft eventjes stil. Daarna spreekt ze eindelijk de woorden uit, waar ik de hele dag op heb gewacht. "Chahid, ik heb er even over nagedacht. Ik denk dat ik er wel klaar voor ben. Ik bedoel, ik doe het." fluistert ze zacht. Mijn hart maakt een klein sprongetje van blijdschap. Ik trek Sakina naar me toe en omhels haar. Gelukkig druk ik een kus op haar wang. Ze schrikt even en bloost. "Sakina, ik weet niet hoe ik je kan bedanken. Je hebt me echt blij gemaakt! Snel ga je omkleden! Oh en Sakina, deze jurk ga je zeker nemen. Staat je perfect!" zeg ik en knipoog naar haar. Ze glimlacht en loopt het paskamertje weer in.

Ik leg mijn handen tegen mijn achterhoofd aan en staar naar het plafond. Verliefd bijt ik op mijn lip en ga op een stoel zitten. Sakina, mijn grote liefde! Ya Allah, ik hoop dat dit haar gaat bevallen, anders kan ik haar vergeten en voor altijd uit mijn hoofd zetten. Ik voel iets tegen mijn benen opknallen en kijk op. Ik zie hoe een meisje bijna voor me neer valt en vang haar snel op. Geschrokken ligt ze in mijn armen en kijkt me dankbaar aan. Ik knik en help haar met opstaan. "Dank je. Ik zag je benen niet en struikelde." zegt ze en glimlacht. "Geen dank, hoor. Was mijn fout." Als ik me wil omdraaien, pakt ze mijn arm beet. Ik kijk haar vragend aan. "Mijn naam is Ilham." zegt ze en steekt haar hand uit. Het liefst wil ik zeggen dat het mij niet interesseert hoe ze heet, maar ik wil niet onbeleefd overkomen. "Chahid." zeg ik terwijl ik haar hand schud. Een groepje schreeuwende meiden komt op ons aflopen. "Ilham! Wayoo, wie is die lekkerding?" zegt een meisje schaamteloos en knipoogt naar me. Ik voel een lachbui aankomen, maar blijf ze vriendelijk aanstaren. De vijf dames gaan om Ilham heen staan en kijken me goedkeurend aan. "Is dit je nieuwe prooi?" vraagt een ander meisje en kauwt onbeschoft op haar te grote stuk kauwgom. Ik schud mijn hoofd. "Doe normaal! Ik struikelde per ongeluk over zijn benen." zegt Ilham met een rood hoofd. De meiden beginnen te lachen en eentje komt naast me staan. Ze slaat haar arm om me heen. "Schat, trap er niet in. Ze struikelt bijna over elke knapperd die ze ziet! Ik kan wel begrijpen waarom ze jou niet heeft overgeslagen." Ze geeft me een klein duwtje en schiet in de lach. Ik vind het allemaal echt grappig en lach mee. "Zo ladies, waar komen jullie vandaan?" vraag ik hen. "Uit Rotterdam. We zijn naar Utrecht gekomen om wat winkeltjes te bekijken." Ilham kijkt haar vriendinnen dreigend aan, zodat ze niks verkeerds zullen zeggen. "Alleen winkeltjes of ook iets anders?" vraag ik haar met een grijns op mijn gezicht. Ze begint te lachen en legt haar hand op mijn borst. Ik schrik even en duw haar hand weg. Lekker goedkoop ben je, wijfie! "Chahid, we wilden net wat gaan drinken. Why don’t you join us?" Ik schud glimlachend mijn hoofd. "Nee, bedankt, Ilham." De meiden beginnen teleurgesteld te gillen en raken me overal aan. Mijn God, waarom moet mij dit overkomen? "Alsjeblieft, kom met ons mee wat drinken." Ilham kijkt me met een pruillip aan. Ik knijp haar in haar wang en schud mijn hoofd. "Sorry, ik kan echt niet. Eigenlijk wilde ik net wat gaan drinken met iemand anders."

Ik draai me om, om te kijken of Sakina al klaar is. Ze staat met het betaalde jurkje in haar handen en staart me met een misselijk gezicht aan. Oh shit! Ook dit nog. Een boze Sakina. Ze schudt haar hoofd en loopt woedend de winkel uit. Ik hoor Ilham en haar vriendinnen grinniken en kijk ze geïrriteerd aan. "Ik ga. Veel plezier, dames." "Wacht, Chahid. Geef je me geen kans? Geef je me geen kans om je hart voor me te winnen?" zegt Ilham en komt tegen me aan staan. Ik duw haar van me af en schenk haar een vieze blik. "Sorry, die kans zal ik je nooit kunnen geven. Mijn hart zal je nooit kunnen winnen, omdat ik mijn hart jaren geleden aan het mooiste in mijn leven heb gegeven. Tot ziens, dames." zeg ik zacht en loop weg. Buiten zoek ik naar Sakina. Ik zie haar verderop in de straat op een bankje zitten. Pfff dit gaat moeilijk worden. Ik stop mijn handen in mijn zakken en wandel op haar af. Rustig ga ik naast haar zitten en kijk haar aan. Ze wendt haar blik boos af en legt haar handen in haar schoot. Ik pak haar hand en leg die in mijn handen. Ik wrijf er zorgvuldig over. Sakina sluit even haar ogen en opent ze weer. "Sakina, je moet je niet zo druk maken, lieverd. Het is niet goed voor je." zeg ik zachtjes. Ze blijft de andere kant op staren. "Alsof het jou kan schelen of het goed voor me is of niet." Ik herken het verdriet en gemis in haar stem, maar waarom die daar zijn, begrijp ik nog niet. Ik leg mijn vingers onder de kin van Sakina en dwing haar mij aan te kijken. "Zeg dat nooit meer, Keena! Ik maak me echt zorgen om je. Als er ooit iets met je gebeurt, weet ik niet wat ik moet doen. Ik ga gek worden, Sakina. Wollah, Keena geloof me! Als jou iets overkomt, word ik gek." De tranen staan in haar ogen en ik merk dat ze haar best doet niet te huilen. Ik aai over haar haren heen. "He, Keena. Wat is er toch?" Ik staar haar bezorgd aan. Ze zegt geen woord en schud alleen haar hoofd. Een kleine traan belandt zachtjes op haar wang. Ik veeg hem met mijn duim weg en kus Sakina op haar voorhoofd. "Kom, Sakina. We gaan nu even ergens eten, maar ik wil echt weten wat er met je is." Hand in hand lopen we stilletjes de straat uit.

Liefde op z'n MarokkaansWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu