"Keena, schiet op!" schreeuwt mijn zus naar boven. "Ja, ja! Ik kom al." Ik zeg mijn moeder en oma gedag en ren met mijn nichtje in mijn armen de trap af. Als mijn zus mijn nichtje ziet, valt haar mond open. "Gaat ze mee?" vraagt ze geschrokken. "Ja, duh. Ik kan haar niet bij mama en oma laten. Ze zal zich dood vervelen." Amal haalt haar schouders op. "Is goed, maar als ze al die computers daar sloopt, heb ik er niks mee te maken." "Als ze al die computers daar sloopt, heb ik er niks mee te maken." zeg ik met een irritante stem mijn zus na. "Loop nou maar gewoon door." Samen lopen we richting het internetcafé. Ik zie dat het er al aardig druk is geworden. Mijn zus gaat achter een computer zitten. Ik neem plaats voor de computer naast haar en laat mijn kleine nichtje op een stoel naast me zitten. Even sluit ik mijn ogen en laat mijn handen de computer betasten. Eindelijk, een toetsenbord! Ik meld me aan op msn en staar naar mijn contactpersonen. Jij bent saai. Tegen jou praat ik niet. Tegen jou praat ik niet, omdat je dom bent. Tegen jou praat ik niet, omdat je lelijk bent. Jij praat niet tegen mij, omdat ik dacht dat je een vrouw was. Pfff that’s it! Niemand bijzonders online. Heb ik zolang naar internet zitten verlangen, kan ik met niemand praten. Net als ik me wil afmelden, komt er iemand online. I don’t need words to describe my feelings for you, my eyes will speak the truth. Hay hay, iemand is een beetje verliefd. Ik klik erop en zie dat het Chahid is. Even voel ik een steek van jaloezie, maar die verdwijnt al snel als hij tegen mij begint te praten.
"Salaam, schoonheid." Een glimlach siert mijn gezicht bij het lezen van het compliment. "Salaam! Alles goed?" vraag ik hem. "Prima, hoor. Hoe is het daar in Marokko?" "Heet, heet en nog eens heet. Hoe gaat het met mijn vader en Ismail?" Hij blijft een tijd stil en begint dan te typen. Na tien minuten typen, verschijnt er nog niks in mijn beeld. "Hallo?" "Euh, ja sorry. Het gaat goed met ze." zegt hij vaagjes en is meteen offline. Nou ja, zeg. Lekker vriendelijk. "Chahid is stom, toch Sara." Ik kijk mijn nichtje aan, die in slaap is gevallen op de stoel. Aah so sweet. Ik druk een kusje op haar wang en leg haar mooie rieten hoed op haar hoofd.
"Amal, het is echt saai. Wat ben jij aan het doen?" vraag ik mijn zus die gespannen naar het beeld staart. "Nee, nee!" schreeuwt ze bijna. "Lieve schat, ik stel je een vraag waar je geen ja of nee op kunt antwoorden. Doe niet zo kort af." "Nee!" Ik haal mijn wenkbrauwen geschrokken op. Is ze bezeten ofzo? "Wat nee?" "Sta op, Sakina. We gaan nu!" Mijn zus sluit alles af en betaald de eigenaar van de zaak. "Hoezo? We zijn er niet eens een half uurtje!" Wat is er toch met haar aan de hand? "Ik vertel het je onderweg. Til Sara op." Ik maak mijn kleine nichtje wakker en ik neem haar mee. Slaperig kijkt ze me aan.
Amal loopt als een wild beest door de straten. "Wat is er nou, Amal?" "Hij is gekomen." zegt ze woedend en steekt de straat over zonder te kijken. Ik sleur mijn kleine nichtje onbeheerst mee. "Wacht, wacht mijn slipper." Ik draai me om en zie de slipper van Sara midden op de weg liggen. "Ja, joh dames. Wacht op haar slipper." zegt een lelijke jongen en knipoogt. "Beter loop je door, stomme ezel, voordat je de zool van deze slipper op je wang gedrukt krijgt!" schreeuw ik naar hem en til mijn nichtje op. Snel ren ik achter Amal aan. "Zeg, nou! Wie is gekomen?" "Papa! Hij is verdomme gekomen! Hij is hier al een week en wij weten van niks! Ik heb net een mailtje gehad van Ouidad. Ismail heeft het haar verteld toen hij bij ze thuis was." Even voel ik me zwak worden. Mijn vader? Hier in Marokko? Hij had toch geen geld om te komen? Hij vond het toch te heet en zijn zwakke hart kon dit temperatuur toch niet aan? Hij is hier al een week en heeft niks van zich laten horen? Waar slaat dit op? Waar slaat dit in Godsnaam op? Wat is dit voor ziek spelletje? Wat voor ziek spelletje speelt hij met ons? Wat is hij hier komen doen? Bij wie is hij? De ergste gedachten spoken door mijn hoofd. Ik voel mijn wereldje langzaam in elkaar storten. Waarom papa? Waarom?! "Keena, zeg niks tegen mama. Alsjeblieft zeg niks tegen haar! Als ze hier achterkomt, krijgt ze een acute hartaanval. We gaan eerst even naar Ouidad bellen. Ik wil alles tot in de details horen. Daarna bel ik Ismail. Hoelang wil hij dit voor ons verborgen houden?" Ik knik rustig en loop stilletjes achter mijn zus aan. Mijn keel voelt droog aan. Kurkdroog. Het voelt alsof ik word gewurgd.