Perspectief Sakina
Stomme hond! Hij voelt zich wel groot! Wacht, maar. Ik pak hem nog wel terug. Ik doe het licht uit en loop richting mijn bed. Vloekend plof ik neer op mijn bed en staar naar het plafond. Wat denkt hij wel niet? Hij moet me altijd weer vernederen en kwetsen. Ik haal mijn elastiekje uit mijn knot en gooi mijn haar los. Zo, dat ligt weer stukken beter.
Amal loopt de kamer in en gaat in haar bed liggen. Ze kruipt goed onder haar dekens en haalt diep adem. "Keena, slaap je?" "Ja, dit is alleen mijn geweten die tegen jou spreekt." zeg ik sarcastisch en draai me op mijn zij. "Nou ja, zeg. Je hoeft niet zo kattig te doen." antwoord mijn zus quasi gekwetst. Ik trek me niks van haar aan en doe alsof ik in slaap ben gevallen.
Ik sluit mijn ogen rustig en in een reflex speelt alles zich weer af. Alles flitst weer voorbij. Die donkere dagen. De pijn, het verdriet en de tranen. Hij die me heeft bedrogen, lacht me in mijn gezicht uit. Iedereen wijst naar me. Kijk daar heb je haar, dochter van de schande. Boze ogen kijken mij aan en duivels gelach dringt mijn oren binnen. Niemand die een hand kan reiken, alleen zodat ik even op kan staan. Ik kan mijn evenwicht niet meer houden! Ik val in het diepste dal. Bloed, overal bloed. De tranen zijn op, maar het hart huilt nog steeds. Mijn hoofd, ik kan dit niet meer aan. Mijn ogen springen open en geschrokken kijk ik om me heen. Badend in het zweet grijp ik naar mijn mobiel. Het is al 02:00 ’s nachts. Hijgend val ik achterover. Paniekerig leg ik mijn hand op mijn voorhoofd. Wat gebeurd er met me? Waarom overkomt dit me weer na zoveel jaar? Waarom komt het verleden op mij jagen? Waarom komt het verleden mij kwellen en mij aan alles herinneren? Net nu ik het begin te vergeten. Waarom? De tranen rollen over mijn wangen heen, van angst. Angst dat deze nachtmerrie blijft terugkomen, angst dat mijn verleden mij altijd zal blijven volgen.
Ik sta zachtjes op en loop naar beneden. Iedereen slaapt en er heerst een doodse stilte. Ik veeg mijn tranen met de palm van mijn hand weg en probeer de opkomende in bedwang te houden. Ik loop op mijn tenen naar de keuken. In het donker probeer ik naar een glas te zoeken. Ik vul het glas met water en breng het met trillende handen naar mijn lippen. Als ik een hand op mijn schouder voel, laat ik het glas bijna vallen van schrik, maar de hand heeft het glas te pakken. Geschrokken draai ik me om en als ik Chahid zie begeven mijn benen het zowat. Hij legt het glas op tafel en kijkt me aan. Zelfs in het donker, kan ik zien hoe mooi zijn donkere ogen zijn. Mijn hart klopt wild in mijn keel. Hij legt zijn vingers onder mijn kin en bekijkt me goed. "Sakina." fluistert hij zacht. Mijn God, ik val zowat flauw. Wat wil hij zeggen? "Sakina, ik dacht dat je alleen overdag lelijk was, maar dit slaat alles." zegt hij en kijkt me doordringend aan. Zijn woorden komen als klappen in mijn gezicht aan. Ik voel me kwaad worden en duw hem van me af. Woedend wil ik weglopen, maar hij grijpt me bij mijn arm en trekt me terug. Ik knal tegen hem op en wend mijn blik snel af. Ik kan hier niet tegen. Hij staat te dicht tegen me op. "Hey, Sakina. Wat is dit nou? Kun je niet meer tegen een grapje?" Zijn zachte stem, zorgt ervoor dat ik het warm krijg. "Natuurlijk kan ik wel tegen een grapje. Ik zou hier ook wel tegen kunnen, als het een grapje van je was." Ik merk dat mijn stem trilt en ik me behoorlijk zenuwachtig gedraag. Chahid duwt me een stukje van zich af en houdt mijn armen stevig vast. "Wollah, Sakeena het was maar een grapje. Ik zweer op mijn leven, ik zal jou nooit kunnen kwetsen." fluistert hij en staart naar de grond. Ik weet me geen houding te geven. Geen woord glijdt over mijn lippen. Alleen stilte. Af en toe hoor ik hem ademhalen, maar verder kijkt hij me niet aan. Zijn handen rusten nog steeds op mijn bovenarmen. Ik staar hem vanonder mijn wimpers aan. Ik hoop voor hem dat dit geen grapje is, because I’m not in the mood for a joke! Zijn handen glijden rustig van mijn armen. Ik schrik als hij me tegen zich aantrekt en zijn gezicht in mijn hals legt. Wat doet hij? Als we worden betrapt zijn we dood! Ik probeer me los te trekken, maar Chahid blijft me stevig vasthouden. "Alsjeblieft, Sakina. Laat me niet los." Bij zijn laatste woorden, voel ik een warme traan in mijn hals belanden. Wat is er met hem? Ik aai met mijn hand over zijn hoofd en probeer hem te troosten. Waarom hij zo reageert, weet ik niet, maar wat ik wel weet, is dat ik dit moment voor altijd in mijn hart zal koesteren.