3. Mijn medaillon geeft alleen mij hoop

64 7 0
                                    

Die nacht ben ik helemaal alleen. Ik kan niet slapen door de leegte in mijn hart. Polly is weggegaan. Ik heb gezegd dat ik alleen wilde zijn maar dat is helemaal niet waar. Ik wil bij Miles zijn maar het lijkt alsof hij van de aardbol is afgeblazen door magische winden ofzo. Niemand herinnerd hem. Geen enkele kamper behalve ik.

Het is nu iets over middernacht denk ik. Mijn ogen doen pijn maar het huilen is gestopt. Ik lig nog wel te piekeren. Alle mogelijke opties zijn door me heen geschoten.
Misschien is het wel een grap en komt hij gewoon terug. Misschien is hij zelf weggelopen en heeft hij iedereen vertelt dat ze moesten doen alsof hij nooit heeft bestaan.
Maar beide opties zijn vrijwel onmogelijk. Miles is te zachtaardig om zo een grap uit te halen. Vandaag was verreweg de slechtste verjaardag ooit. Verjaardag.... ik zit meteen rechtop en ik grijp naar mijn nek. Ik zucht van opluchting als mijn vingers zich om het zilveren medaillon sluiten. Met gehaast vingers maak ik het slotje open en pak de ketting.
Ik laat op mijn ene hand een paar vlammetjes dansen om te kunnen zien in het donker. Ik knipper de tranen van geluk uit mijn ogen als ik zie dat er nog steeds vier figuurtjes op de achterkant staan gegraveerd.  Hij is dus wel echt! En ik heb bewijs. Snel maak ik het slotje open terwijl er nog steeds tranen van opluchting over mijn wangen glijden. En ja hoor. Op de twee foto's in de binnen kant staat hij gewoon nogsteeds.
Alex, Polly, Miles en ik in de linker en Miles en ik in de rechter. De foto's maken me aan het huilen. Waar is hij? Is hij.....dood?
Snel doof ik de vlammetjes in mijn hand en ren naar buiten. Met mijn blote voeten op het van douw natte gras naar het Apollo gebouw. Ik moet het aan iemand laten zien.

Ik loop de trap op en dan de deur naar links. Dat is waar alle meisjes slapen. Ik smijt de gouden deur open en steek mijn eigen arm tot fakkel, zodat de hele kamer verlicht is. Ik loop naar Polly's bed, helemaal aan het einde van de kamer en schud haar wakker. Zonder te fluisteren on de andere kampers blij te maken schreeuw ik haar naam.
"Polly wakker worden!" Schreeuw ik. Een paar meisjes kijken geïrriteerd op en mompelen dat ik het licht moet doven.
"Tia? Wat doe je hier het is midden in de nacht" zegt ze slaperig en ze trekt haar deken over haar hoofd. 
"Nee Polly wordt wakker ik heb een foto van Miles gevonden!" Ik trek de deken van haar af. Ze gaat rechtop zitten. Ze wrijft in haar ogen.
"Laat maar zien dan" zegt ze uitgeput. Ik ga naast haar zitten en laat de foto's in het medaillon zien.  Ik hou mijn brandende vingers erbij zodat ze hem goed kan bekijken. Met spleet ogen bekijkt ze de hele ketting.
"Tia....er is geen extra jongen te zien.
"Wel! Daar , naar mij en Alex" zeg ik luidruchtig. Ik hoor een paar Apollo jongens vanaf de andere kamer grommen dat we stil moeten zijn.
"Tia je bent gewoon moe.... ga slapen, dan hebben we het hier morgen weer over"
Boos sta ik op. Zonder iets te zeggen storm ik door de kamer en ik laat de wind de deur zo hard dichtklappen dat hij eruit valt.
"He!" Zeggen een paar Apollo kinderen maar ik negeer ze.

Ik loop weer naar mijn gebouw en ga huilend in bed liggen. Ik heb de ketting stevig in mijn handen. Waarom kan ik hem op deze foto's wel zien? En waarom Polly niet?
De vragen blijven in mijn hoofd hangen. Ik lig de rest van de nacht te piekeren en ik val niet in slaap.

De volgende ochtend hoor ik de hoorn die vertelt dat we moeten ontbijten. Ik hoor voetstappen van kuddes hongerige kampers over het gras lopen. Ik sta niet op, ik blijf in mijn bed liggen. Ik kan nu niet eten. De happen zouden niet binnen blijven. Pas als ik weet waar Miles is en dat hij veilig is kan ik weer adem halen.
Jammer genoeg duurt het niet lang voordat er iemand in mijn deur opening staat. Het is Alex.
"We zijn klaar met ontbijten maar...." begint hij." Hij probeert mijn blik te vangen.
"Chiron wilt je spreken" zegt hij. Ik slik.
"Ik kom er zo aan" zeg ik. Hij knikt en loopt weg. Ik ga rechtop in bed zitten en haal een keer diep adem. Ik loop naar mijn kleine wasbak met spiegel en kijk mezelf aan. WoW.
Mijn wangen zijn rood, opgezwollen en onder mijn ogen zitten diepe blauwe wallen. Mijn ogen zijn met bloed doorlopen en mijn haar zit helemaal door de war. Ik schud mijn hoofd om mezelf wakker te maken.
De tranen zijn nu wel op.
Ik pak een borstel, kam mijn haar, trek een fatsoenlijke broek en shirt aan en loop naar buiten. Richting het grote huis.

Dochter van Hera//Percy Jackson fanfictionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu