- 5 -

4.6K 122 14
                                    

Jane Delaro

Vermoeid kom ik aan bij het packhuis. Zodra school voorbij was, ben ik gelijk gaan rennen. Even de frisse lucht door mijn vacht voelen.

Quincy heb ik verder nog niet gesproken, maar dat zal ik vast nog wel doen. Wat ik nu eerst ga doen, is eten.

"Moesha?" vraag ik in de keuken. Klikkende hakjes komen dichterbij. "Ja, Jane?" Moesha kijkt me glimlachend aan. Ik trek een pruillip en wrijf over mijn buik. Moesha weet gelijk al wat ik wil en begeleid mij naar de eetzaal.

"Geef me een paar minuten, dan heb ik wat te eten voor je," zegt ze nog, voordat ze weer in de keuken verdwijnt. En inderdaad, een paar minuten later komt ze terug met een bord vol lasagne. Ik bedank haar en begin gelijk gretig te eten.

Genietend slik ik het stuk lasagne door. Echter wordt mijn geniet moment verstoord, omdat Micha binnen komt lopen. Geïrriteerd staar ik naar mijn eten en prik er agressief in. "Slechte dag gehad?" vraagt hij. Ik kijk langzaam naar hem op en grom. "Het is nu wel slecht geworden," mompel ik en steek mijn vork in mijn mond.

"Ik zou het zo veel beter voor je kunnen maken," mompelt hij en grijnst. Ik laat mijn ogen goud gloeien en gooi met hoge snelheid mijn vork zijn kant op.  De vork beland in zijn schouder en een pijnlijke kreet verlaat zijn mond.

"Jij vuile-"

"Chill your nuts, je geneest snel," zeg ik verveeld en pak mijn bord van tafel.

Ik breng het bord naar de keuken, waarna ik naar mijn kamer loop. Het is al best laat, dus ik ga maar gewoon slapen. 'Of douchen,' mompelt White.

Fuck it, ik ga douchen.

Uit mijn kledingkast graai ik een hemd en een kort broekje en nog schoon ondergoed. Vervolgens loop ik de douche in en leg mijn kleding over de verwarming. Ik kleed mij uit en draai de douche aan.

Wij hebben zo een douche, die je op een bepaalde warmte instelt en dan zodra je hem een andere keer aan zet, dan is hij gelijk op de juiste temperatuur. Geweldig, toch?

Ik stap onder de warme stralen en sluit genietend mijn ogen. Als ik te lang zo met mijn ogen dicht sta, val ik nog in slaap. Ik knijp een klodder shampoo op mijn hand en smeer het vervolgens door mijn haar. Daarna spoel ik het weer uit en stap onder de douche vandaan.

Vluchtig droog ik mij af en kleed mij weer aan. Het is dat ik als weerwolf zijnde het niet koud kan krijgen. Anders zat ik nu te bibberen als een rietje. Met een fijn, warm gevoel stap ik in bed. Kort daarna val ik in slaap.

"Pap?" Ik sta bij het kantoor van mijn vader. "Nu even niet," hoor ik mijn vader zeggen. Zachtjes zucht ik. Dan ga ik wel mijn moeder zoeken.

Ik kom bij de keuken en kijk even rond.

"Mam? Ben je hier?" Geen reactie.

Mijn gehoor verscherpt zich, als ik allemaal mensen door elkaar hoor praten. Ik loop naar buiten en zie een hele menigte staan. Ik wurm mij door de mensen heen en zie haar dan zitten.

Ze zit op haar knieën, er staat een man achter haar. Plots wordt het stil. Ik kijk verward naar de mensen, die bevroren in hun handeling staan.

De man draait zich om en kijkt mij aan.

"O- oliver?" Tranen ontstaan in mijn ogen. Het gezicht vervaagt en gekraak vult mijn gehoor. Mijn moeder valt levenloos op de grond. Zodra de mensen weer lijken te bewegen, komt het besef binnen.

Met een schok, kom ik overeind. Hijgend druk ik het licht aan en laat mijn gezicht in mijn handen rusten. Waarom krijg ik nu de nachtmerries, waarom nu?

'Omdat hij er mee te maken heeft,' fluistert White. "Niet hij, zijn vader. Wat nou als hij het zelf niet weet?"

'Hij zou het moeten weten,' blijft White volhouden. Ik schud mijn hoofd. Een koude windvlaag zorgt er voor dat ik kippenvel krijg. Fronzend kijk ik naar het raam, dat openstaat. Had ik die niet dicht gedaan?

Moeizaam stap ik uit bed en sluit het raam. Vervolgens stap ik weer in bed en sluit mijn ogen. Ik moet nog even slaap zien te krijgen.

De volgende ochtend loop ik al vroeg de kantine binnen op school.

"Wat is er met jou gebeurt? Het lijkt alsof je jaren in de kerkers hebt gezeten," merkt Quincy op. Ik glimlach sarcastisch naar haar.

"Nachtmerrie," mompel ik enkel. Quincy knikt begrijpend en glimlacht vervolgens bemoedigend. Quincy is een veel te goed persoon. Daardoor snap ik ook niet waarom Anna zo moeilijk doet. Over Anna gesproken. "Heb je Anna nog gesproken?" vraag ik haar. Quincy schudt haar hoofd. "Na wat ze gister flikte, had ik niet de behoefte om haar te spreken," legt ze uit. Snap ik opzich wel.

"Hoe is het met de zoektocht naar je mate?" vraagt ze dan. Ik grinnik even. "Nog steeds niets, misschien is mijn mate wel in een hele andere pack," bedenk ik mij dan. "Dat zou kunnen, maar hoe zal je hem ooit vinden of ontmoeten?"

"Misschien als ik ooit met mijn vader mee ga, andere packs bezoeken," zeg ik. Quincy maakt een hummend geluidje. Ineens slaat Quincy mij tegen mijn buik, waardoor ik haar fronzend aankijk. Ze knikt naar voren en ik volg haar blik.

Demonwolven, een hele fucking groep bij elkaar. Hoeveel zullen het er zijn? Vijf? Misschien meer?
Twee lichtblauwe ogen, vinden de mijne. Mijn adem stokt en gelijk denk ik aan mijn droom.

Oliver heft zijn hand op. Meteen weet ik wat hij wilt doen, waardoor ik snel mijn hoofd schudt.

"Hoezo schudt je nee? Wat is er?" vraagt Quincy achter elkaar. "Hij wou de tijd stil zetten," mind-link ik naar Quincy. Verward kijkt ze mij aan. "Waarom zou hij?" vraagt ze in mind-link. Ik haal mijn schouders enkel op. "Laten we maar naar de les gaan," zeg ik en loop alvast richting het lokaal.

Wat er toen gebeurde, ging zelfs voor een weerwolf te snel.

Hated But LovedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu