- 26 -

2.8K 91 8
                                    

Oliver Hellando

Woede. Dat is het eerste wat ik voel. Wie heeft hem vrij gelaten? Is hij ontsnapt? Heeft hij iemand vermoord?

Jane is duidelijk bang. Het doet mij pijn, om haar zo angstig te zien. Duncan had haar bijna vermoord en daar vergeef ik hem nog lang niet voor. Onopvallend kijk ik om mij heen, of Duncan ergens is. Zijn geur valt weg en Jane kijkt gelijk opgelucht. Echter vertrouw ik het niet meteen.

"Sayn," zeg ik met een lage stem. Sayn kijkt mij vragend aan. "Neem Jane en Quincy mee," beveel ik hem. "Hoezo? Naar waar?" vraagt hij verward.

"Ver hier vandaan," mompel ik enkel.

"Wat ga je doen?" vraagt Jane met een ernstige blik. Ik glimlach klein naar haar. "Even wat zaken afhandelen. Ik wil dat je met Sayn mee gaat. Geen tegenspraak," zeg ik, met een dominante ondertoon. Jane lijkt te twijfelen, maar staat toch op om met Sayn en Quincy mee te lopen. De bel gaat en de kantine wordt langzamerhand steeds leger.

Zodra iedereen weg is, komt Duncan zijn geur weer.

"Ik weet dat je hier ergens bent," grom ik. Zijn geur verplaatst zich telkens, tot het weer helemaal weg is. Boos grom ik en ren naar buiten.

"Duncan!" schreeuw ik hard.

Zijn geur blijft weg. Dit bevalt mij niet. Hij speelt een spelletje met mij. Geloof me, Duncan. Ik win dat spel.

"Oliver!" Mijn Alpha zijn stem weergalmt door mijn hoofd. "Duncan is ontsnapt, hoe heeft dit kunnen gebeuren?" mind-link ik naar Alpha Luther.

"Hij vermoorde een wachter die hem eten kwam geven, het spijt mij zo. Ik ben bang dat hij achter je mate aan gaat," mind-linked hij terug. "Het is al goed, Alpha. Ik heb hem eerder te pakken, dan dat hij Jane heeft,"

Ik was Duncan zijn geur weer op het spoor gekomen. Hij is richting de bossen gegaan, in de buurt van de mensenwereld. Ik moet hem eerder pakken, voor dat hij Jane heeft. De gedachten alleen al maakt mij woest. Wat zal er met Jane gebeuren? Zal hij haar vermoorden? Om zijn taak af te maken?

Ik zal die taak volbrengen, maar dan om hem te vermoorden. Gekraak vult mijn oren en vluchtig draai ik mij om. Zijn geur is sterk, dus hij moet in de buurt zijn.

"Kom tevoorschijn, Duncan," zeg ik kalm. Dan hoor ik iets achter mij. Hij rent om mij heen, dat moet wel.

"Laat je zelf zien!" brul ik.

"Goed je te zien, Oliver,"

Langzaam draai ik mij weer om. Daar staat hij, met een vieze grijns op zijn gezicht.

"Je bent vrij gekomen, zie ik," Het komt er mompelend uit. Duncan grinnikt even. "Op mijn eigen manier," zegt hij. Ik knik enkel. "Waarom ben je niet gaan vluchten? Waarom moest je zo nodig naar hier komen?" vraag ik hem. Duncan haalt zijn schouders op en loopt rustig heen en weer. Nauwlettend hou ik hem in de gaten.

"Er waren nog een paar dingen die ik moest afhandelen," zegt hij met een lach. "Je blijft met je smerige poten van Jane af," sis ik waarschuwend.

"Jane? Wie is Jane?" Quasi-verward kijkt hij mij aan. Ik rol met mijn ogen en grom laag. "Oh! Die Jane. Je lieftallige mate, met haar beste vriendin en jouw beste vriend," zegt hij en zucht even. Heeft hij hun gezien? Is hij bij hun geweest?

Vele vragen en scenario's vliegen door mijn hoofd heen. "Ik moet zeggen, Jane haar bloed is werkelijk waar heerlijk," mompelt Duncan en grijnst gelijk.

"Wat heb je met haar gedaan?!" schreeuw ik en vlieg op hem af. Ik duw hem tegen de boom aan, maar het lijkt hem niets te doen.

"Nu nog niets, als je tenminste op tijd bent," zegt hij. Opnieuw duw ik hem tegen de boom aan, waarna kort gekraak volgt. Mijn woede wordt alsmaar groter. Hij gaat er aan als hij Jane heeft aangeraakt.

"Waar is ze?" vraag ik hem woest. Duncan blijft mij alleen maar met een grijns aankijken. Mijn ogen veranderen naar zwart en ik brul hard.

"Waar is ze?!" vraag ik opnieuw.

"Ergens. Misschien in dit bos, misschien al onder de grond," mompelt hij nonchalant. Onder de grond? Heeft hij haar begraven? Levend?!

"Sta klaar!" hoor ik opeens iemand schreeuwen. Verward kijk ik op zij en zie allemaal wachters van mijn pack.

"Pak hem," zegt iemand. Ze komen met wapens op ons aflopen en trekken mij bij Duncan vandaan. Duncan krijgt een speciale band rond zijn nek en er wordt een bepaalde vloeistof bij hem ingediend. Slap valt hij op de grond.

Alpha Luther komt naar mij toe lopen en kijkt mij bezorgd aan. "Ik was nog niet klaar met hem," sis ik. Mijn Alpha knikt. "Ik weet het jongen. Weet je waar Jane is?"

Ik schud mijn hoofd en staar naar de grond.

"Dan gaan we haar nu eerst zoeken," zegt hij.

"Jane!"

"Jane, waar zit je?"

"Quincy! Sayn!"

We zijn met een zoekactie begonnen.

Ik kon via mind-link geen contact leggen met Jane of Sayn. Dat baart mij alleen maar meer zorgen. Ik voel alleen dat Jane bang is. Heel bang. "Jane!" schreeuw ik zo hard als ik kan.

Haar geur is nergens te vinden. Mijn pack leden hebben allemaal aan een kleding stuk van Jane gesnuffeld, om haar geur te herkennen. Alsjeblieft, laat alles goed zijn met haar.

"Alpha Luther!" roept iemand ineens. Samen met mijn Alpha ren ik er op af. Een hoopje zand ligt tussen twee bomen.

Er is gegraven.

Of iemand begraven.

Alsjeblieft niet.

Hated But LovedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu