- 6 -

4.2K 115 2
                                    

Quincy Charelle

Het gebeurde zo snel, dat ik eigenlijk niet precies weet wat er gebeurde. Jane ligt bijna aan de andere kant van de kantine, met een jongen boven op haar.

'Help haar dan!' schreeuwt Maya. Voor ik het weet brul ik zo hard als ik kan en verander in mijn bruine wolf. Ik ren op de jongen af en trek hem van Jane af.

Zijn ogen zijn zwart, net als zijn haar. Kom maar op, demon. Ik grom laag naar hem en wil op hem af springen, als Oliver er tussen komt staan. Waarschuwend kijkt hij mij aan, waarna hij zich omdraait en zich op de jongen richt.

Hij maakt grote handgebaren en sist allemaal dingen naar hem, maar ik versta het niet. Is het zijn eigen taal of zo? Ik moet hier niet eens blijven staan, ik moet Jane helpen. Ik verander weer in mijn mensen vorm en ren op Jane af.

"Jane? Jane, wakker worden!" Ik schud aan haar schouders, maar ik krijg geen reactie.

"Iemand, help me dan!" schreeuw ik door de kantine. Iedereen kijkt alleen maar toe, geschrokken van wat er zojuist is gebeurt. Dan zie ik iemand vanuit mijn ooghoek, op zijn hurken bij Jane zitten. Het is Oliver.

"Van welke pack is ze?" vraagt hij dan.

"Angel Mansion Pack," antwoord ik. Ik mag nu niet moeilijk doen, ze heeft hulp nodig. "Jane, wordt alsjeblieft wakker," fluister ik en pak haar hand vast.

"Oké, Quincy, je moet nu goed naar mij luisteren," zegt Oliver plots. Verward kijk ik hem aan.

"Ik wil niet dat je schrikt. Ik verander in mijn wolf en ik wil dat je Jane op mijn rug legt, stap ook op mijn rug en begeleid mij naar jullie pack," gaat hij verder. Ik knik gehaast, hij kan haar nu helpen. Oliver staat op en neemt een stukje afstand. Hij veranderd in zijn wolf en kort schrik ik van het zicht.

Het is een zwarte wolf en er komt gewoon rook van zijn vacht. Is dit überhaupt wel echt?

'Hou je kop er bij!' waarschuwt Maya mij. "Sorry,"

Oliver komt dichterbij en gaat laag liggen. Ik til Jane op en leg haar over Oliver zijn rug, gelijk daarna spring ik ook op zijn rug en ondersteun Jane.

"De school uit en gelijk naar links," vertel ik Oliver. Hij snift één keer, hij heeft het begrepen. Op een hoge snelheid rent Oliver de school uit. Het is niet normaal hoe snel hij rent. Hierdoor denk ik nog meer dat het niet echt is, alsof ik droom.

Dit is gewoon een fucking nachtmerrie.

Ik merk dat Oliver vaart mindert en als ik op kijk, zie ik dat we er al zijn. Hoe kan het dat hij de weg verder wist? Ik stap van Oliver zijn rug en til Jane er ook van af. Met moeite weet ik haar overeind te houden.

Oliver is weer in zijn mensen vorm. Ook demonwolven transformeren dus gewoon met kleding, zonder dat het stuk gaat. Oliver tilt Jane met gemak op en kijkt mij vragend aan. Ik wenk hem en ren richting het packhuis.

"Ik heb een dokter nodig!" roep ik door het hele packhuis. Mensen beginnen te rennen en te mind-linken waarna er al snel verplegers komen met een bed. Oliver legt Jane voorzichtig op het bed en samen kijken we toe hoe ze met spoed wordt weg gebracht.

"Quincy, wat in godinsnaam is er aan de hand?" De Alpha komt met een verwarde blik op mij af.

"Alpha- Ik- Jane-"

"Wat is er met Jane?" dringt hij op.

"Alpha Delaro, mijn naam is Oliver Hellando. Ik heb, samen met Quincy, uw dochter zo snel mogelijk naar hier gebracht. Iemand uit mijn roedel heeft haar onnodig aangevallen en hij zal hier voor boeten," spreekt Oliver met een formele stem. De Alpha spant zijn kaken aan. Het is hem duidelijk dat Oliver een demonwolf is.

"Een demonwolf durft mijn pack te betreden?" vraagt de Alpha, met op één geklemde kaken.

"Alpha Delaro, Oliver heeft geholpen om uw dochter naar hier te brengen. Hij is niet de boosdoener hier," zeg ik dan. Ik schrik van mijn eigen woorden, het is eigenlijk best onbeleefd om zo tegen mijn Alpha te spreken. De Alpha sluit zijn ogen even en knikt dan. Hij legt zijn hand op zijn schouder.

"Dank je wel. Ik kan soms uit mijn slof schieten, als het om demonwolven gaat. Mijn vrouw is drie jaar terug vermoord door een demonwolf," verteld de Alpha. Mijn ogen vergoten iets en gelijk kijk ik Oliver zijn kant op. Het was dus totaal niet de bedoeling dat hij dit zou weten. Oliver heft zijn wenkbrauwen op, alsof dingen hem duidelijk worden.

"Alpha Delaro! Sorry dat we u storen, maar het gaat om uw dochter," Een verpleegster is onze kant op komen rennen.

Jane Delaro

Mijn ogen lijken vast gelijmd. Waarom openen ze niet? Slaap ik? Met al mijn kracht probeer ik ze te openen. Een klein licht streepje komt in mijn zicht. Het wordt steeds duidelijker en meer.

Maar ze vallen weer dicht.

Voetstappen naderen. Het zijn er sowieso acht. Dus vier mensen. Welke vier mensen? Vage woorden dringen tot mij door.

"Dochter.. Spijt.. Demonwolf.. Twijfel.."

Waar hebben ze het over? Ik weet dat Duncan mij heeft aangevallen, maar waarom praten ze zo? Waar hebben ze spijt over? Waar twijfelen ze over?

"Jane? Lieverd, hoor je mij?" De woorden komen duidelijk bij mij binnen. Ik wil antwoorden, schreeuwen. Er komt niets uit mijn keel, geen woord en geen schreeuw. "Goed zo, blijf bewegen," hoor ik iemand anders zeggen. Beweeg ik?

Iemand pakt mijn hand vast, het is geen grote hand en geen kleine hand. Ik moet knijpen, ik moet het doen. "Toe maar, knijp maar harder," spreekt de persoon. Met al mijn kracht probeer ik te knijpen.

Ik voel wat, maar wat voel ik?

Mijn ogen lijken zich te openen. Vage schimmen komen in beeld. Dan worden ze duidelijker. Mijn vader, Quincy, de verpleegster en Oliver.

Oliver?

Ik kijk naar mijn hand en zie dat zijn hand in de mijne ligt. Hij trekt zijn hand weg en neemt een paar stappen naar achteren.

"Wat is er?" vraag ik met een zwakke stem.

Iedereen, behalve Oliver, kijkt mij ernstig aan.

Hated But LovedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu