Jane Delaro
Met pijn in zijn ogen, komt hij langzaam op mij aflopen. "Oliver, laat de tijd doorgaan," mompel ik zachtjes.
"Praat eerst met me," Zijn stem klinkt schor. Nu hij dichterbij is, kan ik de donkere kringen rond zijn ogen goed zien. "Waar wil je over praten? Hoe jij, mij hebt gemarked? Tegen mijn wil in?" snauw ik hem toe. Oliver bijt op zijn lip en kijkt mij gekwetst aan.
Het is alsof ik zijn emoties nog beter kan voelen nu. Het laat mij twijfelen. Ik mag nu niet twijfelen, ik mag hem nu niet in één keer gelijk vergeven.
"Jane, ik was mezelf niet," zegt Oliver.
Ik maak een klak geluid met mijn tong en schudt mijn hoofd. "Geloof je me niet? Volgens mij kon je het duidelijk zien," zegt hij dan. "Je moest jezelf beter in bedwang houden! Je moest er bij nadenken!" roep ik naar hem.
"Leer mijn soort kennen!" schreeuwt hij plots. Mijn ogen vergroten door zijn uitbarsting. Dit is de eerste keer dat hij tegen mij schreeuwde. Oliver loopt weer dichter naar mij toe en pakt mijn hand vast. Het tintelende gevoel verspreid zich door mijn hand. Ik bijt op mijn lip door de twijfels die zich blijven opstapelen. Oliver legt mijn hand op zijn borstkas, precies waar zijn hart is.
"Mijn hart, klopt alleen voor jou. Jane, geloof mij alsjeblieft als ik zeg dat het mij zoveel spijt. Als het kon, dan draaide ik de tijd terug, om te voorkomen dat dit was gebeurd," Alles vertelde hij als een fluistering. Een traan glijdt over mijn wang, die Oliver teder weg veegt.
"Jane, ik hou van jou,"
Ik kijk op in zijn groene ogen, waar ook tranen te zien zijn.
"Ik hou ook van jou," fluister ik.
Oliver trekt mij dichter naar hem toe en ik sla gelijk mijn armen om hem heen. Het tintelende gevoel verspreid zich door heel mijn lichaam en genietend sluit ik mijn ogen.
"Vergeven kan ik, maar vergeten niet," zeg ik zachtjes. Oliver zucht zachtjes. "Ik weet het. Het spijt me," Het geluid van pratende mensen vult mijn gehoor en als ik op kijk, gaat iedereen weer verder met wat hij aan het doen was.
"Wow, wat heb ik nou weer gemist?"
Ik duw mij iets van Oliver af en kijk Quincy aan. Ik glimlach enkel naar haar, wat genoeg is.
"Nou, tortelduiven, gaan we naar de les?" vraagt Quincy dan. Ik knik en wurm mij uit Oliver zijn omhelzing. Hij pakt gelijk mijn hand weer vast en wrijft met zijn duim over de rug van mijn hand.
"Sayn is van klas verplaatst, hij komt bij ons," zegt Oliver dan. "Alleen maar gezellig. Toch, Quin?" Ik kijk Quincy grijnzend aan, wiens wangen iets roder worden. Zacht grinnik ik. Dan bedenk ik mij, dat de twijfels mij hebben overgehaald. Ik moet hem niet te makkelijk vergeven, dat mag niet.
"Jane?"
Geschrokken kijk ik op. Quincy, Sayn en Oliver kijken mij vragend aan.
"Wat? Wat is er?" vraag ik gelijk. "Oké, jij moet wel degelijk naar de club," lacht Quincy. Naar de club?
"Oliver kwam net met het idee om vanavond naar de club te gaan, in de mensenwereld," legt Quincy uit.
"Wat hebben we daar te zoeken? Alcohol heeft geen effect op ons," zeg ik. Quincy begint te grijnzen en Oliver grinnikt zachtjes. "Mijn soort stamt af van de Hybrides, ik ken toevallig twee eeuwen oude Hybrides," zegt Oliver met een grijns.
Verbaasd kijk ik ze aan. Dit gaat een avond worden.
"Naar welke pack moeten we nou?" vraag ik opnieuw, zodra ik bij Oliver in de auto stap. Hij heeft een auto kunnen regelen, aangezien de pack waar we moeten zijn, behoorlijk ver weg is.
"We gaan naar de Crystal Blood Pack. Er leven daar een aantal Hybrides," zegt Oliver. Ik knik enkel en klik mijn gordel vast. "Konden we niet gewoon in wolvenvorm gaan rennen?" vraag ik zuchtend. Oliver begint te lachen.
"Nee, dan zijn we daar morgen nog niet,"
"En de auto is wel sneller?" Met opgetrokken wenkbrauwen kijk ik hem aan. "Jup," zegt hij met een ploppende P. Oliver start de auto en rijdt met een noodgang weg. De reis duurt lang, maar ook weer niet zo lang dat we te laat terug zijn.
In de verte zie ik eindelijk een groot huis in zicht komen. Dat moet het packhuis van de Crystal Blood pack zijn. Oliver parkeert de auto voor het packhuis en stapt uit. Ik volg zijn voorbeeld en kijk bewonderend om mij heen.
Het is gigantisch hier. Niet alleen het packhuis, maar ook de omgeving. Zullen ze twee packs hebben samengevoegd? "Kom je, Jane?" vraagt Oliver en steekt zijn hand uit. Ik knik en pak zijn hand vast. Samen lopen we het packhuis binnen, wat er geweldig uit ziet.
In de hal is er een muur, die vol hangt met allemaal foto's. Vele verschillende namen staan er onder, zoals Lucy en Jake. Zij waren de Alpha en Luna en zo te zien hadden ze twee dochters gekregen. Eén van die dochters heeft de taak overgenomen, Masha.
"Yo, Oliver!" verbaasd draai ik mij om naar de jongen die Oliver riep. "Hey man," zegt Oliver en omhelst de andere jongen.
"Jane, dit is Milas Dawn," stelt Oliver mij aan hem voor. Ik neem de jongen zijn hand aan.
"Waar zijn je ouders?" vraagt Oliver.
"In hun eigen huis, kom," zegt Milas en loopt het packhuis weer uit. We lopen een stukje, tot we bij een andere woning komen.
"Doe ze de groeten van me, ik moet Masha helpen," zegt Milas. Oliver knikt en zegt hem gedag. Vervolgens klopt hij een paar keer op de deur en wachten we geduldig af tot er iemand open doet.
Een jonge man opent de deur en kijkt ons vragend aan. Zijn groene ogen staan speels en vriendelijk.
"Ha! Oliver, leuk dat je er bent. Kom verder," zegt hij en opent de deur verder. We lopen naar binnen, door naar de woonkamer. De jonge man neemt plaats op de bank, naast een prachtige vrouw met bruine haren.
"Jane, dit zijn de Hybrides waar ik het over had. Danica en Conner Dawn,"
JE LEEST
Hated But Loved
WerewolfJe mate vinden, is een groot belang. Als weerwolf zijnde wil je niet voor altijd alleen zijn. Jane Delaro is al een jaar opzoek naar haar mate, maar die lijkt ze niet te vinden. Op een dag, komt er een groepje studenten nieuw op school. Het is al be...