______________________________
HET IS DEZE keer niet Faolon die Cialan ruwweg wakker maakt. Zijn tweelingbroer zit namelijk al rechtop in zijn bed, in zijn ogen wrijvend en zich uitrekkend. Voor kort ontmoeten hun ogen elkaar, dan draait Cialan zich kreunend om.
Zijn eigen gedachtes zijn de redenen geweest waardoor hij wakker is geschoten. Wat zal er wel allemaal gebeurd kunnen zijn als hij niet eerder weg was gegaan? Hij heeft Medows stem gehoord in zijn droom. Woorden die onverstaanbaar waren geweest, maar zoveel emoties met zich meebrachten. Zijn eigen woorden hadden op zijn lippen gelegen, klaar om gebruikt te worden. Niemand heeft hen echter gehoord. De woorden die hij had willen vertellen, is hij alweer vergeten.
'Goedemorgen,' en Faolon beweegt het bed uit. Soepel verloop het niet, waardoor een zucht tussen zijn lippen ontsnapt.
Met tegenzin draait Cialan zich weer om. Langzaam zet hij zijn voeten op de grond en brengt zichzelf overeind. De vermoeidheid is van zijn gezicht af te lezen, een verschijnsel dat de rest van de dag zichtbaar zal zijn. Niemand zal er echter commentaar op leveren.
Niemand durft dat.
Behalve Medow.
Tijdens het tanden poetsen, staart Cialan zichzelf aan. De nasmaak van het snelle en simpele ontbijt begint vlug te verdwijnen. Gelukkig. Voordat hij er echter opgelucht over kan zijn, hoort hij de deur opengaan. Via de spiegel kan hij zien hoe Faolon de badkamer binnenloopt. Hij knikt, als teken dat hij hem ook heeft gezien. Dan pakt hij zijn eigen tandenborstel en doet wat Cialan al heeft gedaan.
Voor even blijft de zwartharige jongen twijfelend in de deuropening staan. Faolon zal het waarderen als hij een gesprek begon. Hij wendt echter snel zijn blik af als zijn tweelingbroer hem nog ziet staan. De opgetrokken wenkbrauw zegt namelijk al genoeg.
Ze weten elkaar te ontwijken totdat ze beiden hun fiets moeten pakken. Met de sleutel in zijn handen, kijkt Cialan toe hoe Faolon de schuur openmaakt met zijn eigen sleutels. 'Hoe laat ben je uit?' hoort hij hem vragen.
In gedachten verzonken haalt Cialan zijn schouders op. 'Normale tijd,' weet hij erachteraan te zetten zodra hij ziet hoe er alweer een wenkbrauw wordt opgetrokken. Het laatste waar hij zin in heeft, is een discussie over zijn houding. Vooral om half acht 's ochtends.
'Dan ben ik eerder uit dan jou.' Grijnzend haalt Faolon eindelijk zijn fiets uit de schuur.
'Dan jij,' mompelt Cialan terwijl hij op zijn beurt zijn fiets uit de schuur haalt en de deur dicht draait. Handig gooit hij de sleutel terug naar de eigenaar.
Zoals gewoonlijk trekt Faolon het bekende waarschuwende gezicht zodra hij de verbetering hoort. Wat niet gewoonlijk is, is dat hij het negeert. Zonder een verder gesprek aan te gaan, stapt hij op zijn fiets en begint uit zijn gezichtsveld te fietsen.
Cialan heeft niet eens de moeite gedaan hem bij te houden. Als Faolon niet op hem wacht, betekent het dat hij heeft afgesproken met vrienden. Vrienden waar Cialan zelf niet mee wil praten.
JE LEEST
kapotgemaakte sigaretten en dagdromen [lhbt+]
Teen Fiction«the kids that the most love will ask it in the most unloving ways.»