WAARSCHUWING: bevat het onderwerp selfharm
______________________________VERDOMME. VERDOMME. VERDOMME. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme. Verdomme.
Het lucht niet op om het zo vaak op te schrijven. Als het aan mij lag, zal de hele pagina ermee gevuld zijn. Zal ik het schrijven totdat mijn pen leeg is. Want hoe moeilijk is het om je niet te bemoeien met andermans zaken? Hoe moeilijk is om anderen met rust te laten?
Voor iemand blijkbaar heel erg moeilijk.
Net als het moeilijk is om je eigen huiswerk te maken.
Ik was gewoon nog steeds naar de open plek gegaan, hoewel ik hem na de geschiedenisles niet eens heb gezien. Zodra de bel was gegaan, had ik gehoopt een glimp van hem op te vangen. Maar er was niets. Natuurlijk, er was genoeg. Genoeg mensen die in de weg stonden. Genoeg fietsen die het onmogelijk maakten de mijne te pakken. Genoeg zware boeken in mijn tas. Er was genoeg, maar niets van dat was wat ik wilde.
Wil ik hem?
Waarom maak ik het zo moeilijk? Ik was erheen gegaan, ook al wist ik dat hij niet zou komen. Ik wist wat ik kon verwachten, en toch. Blijkbaar stopte het mij niet. En terwijl ik daar zat, zat hij zeker Artans huiswerk te maken. Thuis, want hij zal het zeker niet meenemen. Hij weet wat ik erover zou zeggen en dat zou hem ervan weerhouden het te maken. Hij zou niet naast mij zitten en luisteren naar mijn tips. Waarom zou hij?
Dus ik zat daar maar, te staren naar het niets. Ik probeerde niet aan hem te denken, of tenminste niet teveel. In plaats daarvan dacht ik aan de blauwharige meid. Haar en Artan. En hun relatie.
Nog steeds voelt het vreemd. Alsof het mij probeert te stoppen, alsof het mij verdrinkt, mijn adem beneemt, ook al maakt het mij boos, verward, verloren, alles tegelijkertijd. Het eist mijn aandacht op. Schreeuwt erom. Dus ik kan niet stoppen met erover nadenken.
Is dat hoe jaloezie voelt?
Het is geen jaloezie op de blauwharige meid. Ook niet op Artan. Waarom zou ik? Zij beiden kunnen... wat zij ook maar kunnen doen. Niets. Maar de jaloezie is er nog steeds, en op een of andere manier ben ik gaan denken dat het komt omdat zij een relatie hebben gehad en ik niet. Dat zij, op een of andere bizarre manier, het wel voor mekaar hebben gekregen en ik hier nog steeds zit. Wat hebben zij gedaan om het te verdienen? Anderen naar beneden gehaald, zeker.
En terwijl ik dat schrijf, blijf ik mijzelf toch constant afvragen of ik wel een relatie wil. Een relatie met hem. Misschien wil hem gewoon om mij heen hebben zodat ik mij minder eenzaam voel. Hoe moet ik weten hoe zulke liefde voelt als ik het nog nooit eerder heb meegemaakt? In de boeken die ik heb gelezen, staat het zo makkelijk beschreven, zinnen die gevolgd worden door 'voor iedereen is het natuurlijk anders'. Hoe anders is het dan voor mij?
JE LEEST
kapotgemaakte sigaretten en dagdromen [lhbt+]
Novela Juvenil«the kids that the most love will ask it in the most unloving ways.»